
û é m
i ‘¡I
fa*,: J'*
í 74
Il ‘ir
5 !■« í
E '
, f . f
b f a
m
í r t f c i :"ii
274
’ Keyzer verfchuld waaren, onmoogelyk
betaalen konden.
De ( i ) Keyzer dierhalve, als genegen
zynde om den loop des koop-
handels, ten nutte zyns ryks, onge-
ftremd te zien, gaf dan aan den meergemelden
Godefrid, als Hertog van
Nederlotteringe en bygevolge ook
van de in gefchil zynde gewesten,
gelyk ook den naastgelegen Bisfchop
(2) Adelbold van Uytrecht,
als’s Graaven Leenheer (3) bevel,
van zoo wel de gemelde vrybuyters vandaar
te verjaagen als de Kriefche volkplanting
zyns Neefs gewapenderhand
■uyt te rooijen.
We l is waar, dat de Graaf van
Holland den Uytrechtfchen Bisfchop
door alle bedenkelyke middelen het
uytvoeren van dit aan hem gegeeven
bevel zyns Ooms trachtte af te raaden
, dan ziende den gemelden Kerkvoogd
tot dit verzoek onwillig, verzogt
(4) h y , mids de landdag nog
niet geeyndigd was, van den Keyzer
Zynen Oom verlof om te moogen vertrekken
, en betuygde , onder fcher-
pe bedrygingen aan den Uytrechtfchen
Bisfchop in ’t weggaan, dat
hy wel middelen zoude weeten uyt te
vinden, om, ter befcherminge der op zynen
eygen grond geplaatfle .onderdaanen,
de uytvoering van den aan hem
; last ie beletten.
Deeze en meer andere zaaken van
het uyterfte gewigt aldus geregeld
zynde, vertrok Keyzer Henrik, naa
zoo lang verblyf te Nieumeege, vandaar
naar (5) Aken om de kruysdagen,
door Egbert Bisfchop (6 ) van
Trier eertyds ingefteld, in die ftad
te vieren: en was men, mids des
Graaven van Hollands onwilligheyd,
geweldig bezig , in ’t maaken der
noodige krygsrustingen zoo te land
als te water. De eerfte vyandlykheden
vielen echter te land voor.
Want zeker Dirk Bavo, die naa
de voorgemelde dood ( 7 ) van
Graaf Godizo, tot Graaf van Bodelograve
in des overleedens plaatie,
door den Uytrechtichen Kerkvoogd
was aangefteld, beftondt ftraks de
grenzen van het Graaffchap Holland,
als tegen het zyne aanleggen-
de, door het doen (8) van dagelykfche
invallen, volgens den ontfangen
last des Uytrechtfchen Bisfchops,
te ontrusten. Dan de aangetaste
Graaf van Holland viel dien op zyne
beurt met eene Zoo ontzaglyke
krygsmagt o p ’t ly f , dat de Bodelo-
fche Graaf zieh eerlang uyt het veld
geflaagen, gevolglyk van het hem
toevertrouwde Graaffchap (9 ) beroofd
, en düs verpligt zag, naar den
Uytrechtfchen Bisfchop zynenLeen-
heer te vlugten. -
Wel-
( 1 ) Alptrt. de diverfit. temp. L it . I I cap. 21. Im-
perator vias mercacorum pacefieri volens Adelbaldum
Episcopum & Ducem Godefridum ad fe v o cans
mandac uc Frifios adeanc, eosque ab his fedib
u s , quas injuste o ccu pa rant, propellant & prædo-
nes fubmovcant.
( 2 ) Annal. Saxo ad ann. lo iS - Unde Imperator
E piscopo T ra jc r ien fi præcepit e a loca in cen d i, &
conquerentibus reddi.
( 3 ) Ibidm. Theodericus enim Ochelbaldi T r a jerienfis
Episcopi infaustus fatelies erat.
(4.) Ibidem. Cumque Episcopum a talibus mandatis
infaustus juvenis compescere nequiv isfe c, licentiam
abeundi petiic & fe id prohibiturura minatus
esc.
( 5 ) Ibidm. Imperator post longam h abitationem.
a Niumagon discedens foleranes dies Rogationum
Aquisgrani ftudiofe celebravit.
(6 ) Zie hiervoor I I . Deel fe l. 225.
( 7 ) Diplom. Henr. I F . Imp. apud Hedam fo l. 130-
Item furlum ab occidentali parte Rheni usque in
B odegra ven, & post W iro ch G o d e z o , pose G o d e -
z o N EM, T h e o d o r i c u s B a v o f i l i u s P os -
SED IT ric.
(8 ) y . deBekafol. 37. Quidam enim Comes T h e o d o ricus
B a vob eneficiacusfuitjux ca Bodegraven ab Adel
bo Id oP o n c ific e, qui Theod oricum Comitem Hollandiæ
non quievic infestare quotidiano certamine.
(9 ) Ibidem. Ploliandienfis vero Comes, contra
copiofum exercicum aggrcgaijs T heodoricum Bav©-
nem v irio rio fe fubegic, r i eundem a posfesfionihus
fuis violenter ejecic.
Welken , gevoelig wegens dit
voorval, met alle de benden , die hy
immiddels te Uytrecht, om den togt
naar de Merwe te onderneemen, hadt
byeen vergaderd , zieh ftraks , ter
herfteilinge van zynen verjaagden
Leenman, tegen GraafDirk te veld
begaf; doch welke, als nu ook (i) door
de benden van zynen Broeder Sik-
ko , Graaf van Westvriesland en
Kenmerland verfterkt, het Bisfchoplyk
leger tegentrok, en eerlang, te
weetefl: den tienden (2) van Hooimaand,
met het zelve in een zeer
ftreng gevecht raakte. Mids door de
twee Graaflyke Broeders om het
bekome voordeel te behouden, en
door den Bisfchop en des zelfs verjaagden
Leenman ora de verloorene
landen te heroveren, met eene ongemeene
hardnekkigheyd ter weder-
zyde geftreeden wierdt. Naa lang
hardebollen nogthans verklaarde zieh
eyndelyk de zeege voor den Hollander;
zulks, behalven een Zeer groot
getal gemeenen, zoo ftaande het gevecht
als de opgevolgde vlugt gelheuveld,
nog de Bisfchoplyke Voor-
ipraak Wiggert, en die des zekerlyk
in die hoedaanigheyd het hoog-
0 ) Heice Hifi. fe l. lo8. Theod ricu s itaque in-
jiB-ia p ro v o c a tiis , cum S^ffrido ( S i c c o n e ) fracre in
Bavonem Comitem non Ipernendura ducens exerci-
turn, ipfum profligavic, omni exuens Dominio.
( 2 ) J . de Beka fol. (n. Igitur anno Domini io i8 .
V idus Junii prædirius Episcopus cum vexillis fulgu-
rantibus, & tubis ilridencibus ad locum certaminis
decenter advenic; & econtra Theodricus Hollan-
dienfis Comes cum vexillis fulgidis & cornibus h o rrifonis
& papilionibus fuis exiens in pratis virenti-
bus armipotencer occurrit. N e c mora quin T raje c-
tenfcs & Hollandienfes populi perniciter in invicem
irruerunc pro corona virioriæ laboriofe decertantes ,
& cruencam ftragera ab ucraque parte crudelisfime
committentes. Denique po st aliquantulum temporis
robur Episcopalis exercitus quampliirimum at-
tritum esc in occifione magnanimorum Principum ,
qu i in eodem duro cercamine cor ru eru n t, videlicec
Vegerus Advocatus Ecclefiæ , Vilringus & G o d e zo
Cornices,, L a z o , Algerus & Swesferus milites, cum
aliis tyronibus mulcis, & plurimis armiger-is laude
digni*.
bevel zal gevoerd hebben, desgelyks
Unroch (3) Graaf van T e y s terband
en Godezo verjaagde Graaf
van Bodelograve; deRidders Alger,
Lazo en Zweslef, en voorts nog
Zeer veele andere beroemde Schild-
knaapen het leeven daarby infchooten.
Het gelukte land, den Bisfchop
aldus tegenloopende, ftelde die des
al Zyn vernuft en vermoogen fcdert
te werk in het uytrusten eener vloote,
met welke men de benden, welken
uyt alle gewesten van het Ne-
derlotteringfche Hertogdom tot den
krygsdienst befchreeven waaren, naar
de Merwe moest voeren. Want de
Hertog Godefrid, Zoo dra hem (4 )
door den Keyzer den voorgemelden
last, tot het doen van den togt naar
de Merwe, gegeeven was,hadt ftraks
aan Ragenier Graaf van Berge, Heribert
Bisfchop van Kolen, Gerard
Bisfchop van Kameryk, Baidrik van
Loon Bisfchop van L u yk , en voorts
aan alle de overige hoofdvazalen
van het Nederlotteringfche Hertogdom
bevel gezonden, om in perfoon
en ieder aan ’t hoofd hunner onderhoorige
Leenmannen en der zelver in de wapenen
Ca) Diphvi. Henrici I I . apud Hedam fe l. 103. In
C o m i t a t u U n r o c h i C o m i t i s in pago T e s t
e r b a n t .
Ca) Anjelmus in Baldrico cap. 6q. E a nimiruni tern*
p e s ta te , Deodericas Comes Fretoniæ bellis & fedi*
tio n ib u s , regnum exagitabat G a lliæ , & ob fui fir-
micacem loci r i diíficulcatem v el opum pocenciaro,
quiecem percurbabac ferenitacis Imperatoriæ : Cujus
audaciam cum publicis decriraends r e g n i, non esc
pasfus Imperacor Henricu s , diucius impune baccharL
U n d e G o zelon i D u c i Locharienfis regni mandac,
u t paracis militum c o p iis , illius infaniæ obviam ir e c ,
ejusque infolentiam manu valida opprimeret, fe conquer!
& irasci vehementer de ipfius ignavia cum
pro fe rio bellicofa juvencus illi non deesfer, quæ barbaras
naciones fubjuga re, r i Romani magnicudinem
nominis valeret extendere. Ille fideli animo, regiæ
majestatis paree Im p e r io , oscendic Ducis industriam,
fuos fcribic ad miliciam, nec E p i s c o p o s G a l -
LIÆ AB HAC EXC LÜDI T P R O F E CTI O NE.
Sug^erit Episcopo- n o scro , ficuc cæceris C oepiscopis
uc communibus reipublicæ ferae auxilium negotiis.
Z z z 2
iii : ■ ft
..! ' I"
f : :
¡..í
I
/ I i - '