
|,|l
»ll
if i”
I ll
* -ll
I I HI
ll '1
f
f i i i "
i
ge, cn dat zyn lot zy mct de genen,
die bet erf deel Gods hebben willen vernietigen
op de aarde; en dat des niette-
min de onrechtvaardige vermeetenheyd
geene uytvoeringe bekome; maar deeze
tegenwoordige overgeeving beflandig en
ongekrenkt blyve.
Gedaan in ’t openbaar en het klooster
Blandinie den eerflen van Slacht-
maand, in V jaar van des JKoords vlees-
wordinge g&i,dey indidlie, in het 14 jaar
van Lotharis, Koning ( van Vrankryk)
cn bet 8 van den Heer Abt LKomar.
Teken van LKigman den Graaf
ze lf , die deeze gift gedaan, en
verzogt heeft, dat door dege-
tuygenisfe veeler doorluchtige
perfoonen zou bekrachtigd worden.
Teken van den doorluchtigen
Graaf Arnoud Kader der voorgenoemde
Graavinne Liutgard.
Teken van (*) Graaf Dirk.
Teken van Balduin.
Teken van Arnouf.
Teken van Erik.
Teken van Everwyn.
Ik IHichard, hoewel onwaardig
Monik, heb ’er tegenwoordig geweest,
en deezen onderfchreeven.
Mids het ontydig overlyden van
Ludolf, ’s Konings oudften Zoon,
hadt die Vorst in ’t voorgaande jaar
op den door hem teWorms bcichree-
ven Landdag, met de toeftemminge
aller Ryksprinien, zynen nog zeer
jongen Zoon O tto , die hem zyne
tegenwoordige Gemaalin ( i ) Ade-
leyd over (2 ) zeven jaaren ter werreld
gebragt hadt, tot zynen ryksop-
volger (3) verklaard, en zieh ledert
in perfoon naar Italie begeeven. Vervolgens
het Kersfeest deezes jaars te
( 4 ) Padua gevierd hebbende, wierdt
h y , te Rome zynde aangeland, door
Paus Johan (y) den X I I. tot Keyzer
des Roomfchen ryks, onder de
toejuyginge der toegevloeide menigte,
nevens zyne (6 ) Gemaalin,gezalfd.
En het is federt deezén tyd
dat dees hem opgedraage Keyzerlyke
tytel aan alle de volgende Koningen
( 7) van het Duytfohe ryk, tot
op den huydigen dag toe, is verknocht
N o v em b r is , anno V erb i incarnati D C C C C L X I I ,
indiriione V , Lo tha rii Regis anno X I V . Domini
Womavi Abbatis V i l i .
Signum ipfius Wicmanni C om itis , qui hanc cradi-
tio.nem fe c i t , & illuscrium virorum teriimonio firmari
peciic.
Signum illuscris Arnulphi Comitis Pacris fupradic-
tæ Liucgardis Comicisfe.
Signum T h e o d o r ici ( ’*=) Comitis.
Signum Balduini.
Signum Avnulfi.
Signum Erici.
Signum Eve rwini.
E g o quoque W ich a rdu s , etfi indignus M onach u s,
inceifui & fubfcripfi.
{ ' ) Te recht wordt Dirk ftaande het leeven zyns Vaders
dbier Graaf g ’ìùtanul, mids by , gelyk wy hiervoor gezien
hebben, na,-i’t overlyden van zynen N e e f en Naamgenoot, bet
Graaffchap van Holland te voore reeds bekomen hadt. Daar
integendeel Boudewyn en Arnold, beyde des Graaven van
Hollands Zoonen, als zoodaanige waardigheyd als nog niet be-
ziteende, daarom biinne naamen eenvoiidiglyk en zond.er bet by-
voegen van den Graaflyken tytel jlellen.
CO Ditmchj Cbron. Lib. 1 1 L Æquivocus
Imperatoris, junior inquam O t to , quem peperit in-
clyta mater A d e l h e i d i s .
(2 ) Contin. Regin. j ad ann. 977. O tto filius regi
nascitur.
( 3 ) Ibidem ad ann. 961. R e x (O i i o ) in Icaliam ire
disponens, inaximam fuorum fidelium multitudinem
Wormaciæ coadunavit ; ubi confenfu & unanimicace
regni procerum totiusque p o p u li, filius ejus Occo
r e x eligicur. Indeque p ro g r ed ie n s , conveniencia
quoque & e lc r iìon c omnium Locharienfium Aquis re x
ordinatur.
(4 ) Annal. Saxo ad ann. 962. R e x natale domini
Papiæ celebravit indeque progrediens Romæ fàvo-
rabilicer fusceptus acclamatione tocius populi & c le ri
ab Ap osto lico Johanne Imperator r i Augustus
vocacur & ordinatur.
( 7 ) LuitprandiHiß. Lib. V I . cap. 6. D c iiin c R o mara
fimilia fariurus adiic, ubi miro o rn a ta ,m iro q u e
apparatu fuscep tu s , ab eodem fummo pontitìce & uni-
verfaii Papa Joanne unriionem fuscepit imperii.
(6 ) Ditmar. Lib. I I . fo l. 333. Infuper bencdiriio-
nem a Domino Ap osto lico Johanne, cujus rogatio-
ne hue venie, cum fua c o n ju g e , anno regni ejus
X X I X . promeruic Imperialem ac patronus Romanæ
cfferius ecclefiæ.
( 7 ) Cbron. Martini Minoritæ fol. 1Ö13. O tto Imperator
e ffic itu r , & e x tunc io li T eu to n ic i Imperium
Romanum usque nunc cenuenint.
96 j.
knöcht gebleeven, en waarom wy
dien ook aan de zelven in ’t vervolg
ftaan te geeven.
Dit afzyn des Keyzers in Italie,
mids die zieh aldaar langer, dan men
.verwacht hadt , ophieldt , gaf aan
Wigman, als onverduldig zynde dat
zyne beloofde verzoening Zoo lang
( I ) vertraagd en dus nog onalgedaan
bieef, dierhalve de lust en gelegenheyd
tot het doen eener reyze naar
Deenemarke , om te zjen, o f hy
Heriold, die thans aldaar het Koninglyk
gebied voerde, konde overhaalen,
ten eynde die zyne wapenen tegen
Keyzer Otto wendde: dan dewyl de
Noordfohe Vorst betuygde zieh met
K-^igman in geen verbond te können
inlaaten, het en waar die zynen Hertog
gedood o f door ’t bedryven van
een ander diergelyk fchelmfuk zieh on-
verzoenbaar by den Keyzer gemaakt
hadt, ZOO keerde Wigman aldus afgeweezen
en buyten hoope van in dien
oord eenen nieuwen kryg te können
berokkenen, naar zyn Vaderland te
rug.
: Alwaar nu Keyzer Otto ook immiddels
(2) aangeland en men, van
deeze hoe zeer in ’t geheym gedaane
voorflagen van Wigman , door eenen
van daar gekomen Koopman, onderrecht
was, ftraks eenigen, van die
zieh met den zelven tot dat eynde
( 1 ) Witicb. Annal. Lib. 1 1 1 . fol. 9. Enimvero do-
uatus patriæ Wigmannus æquanimiter fe continuic,
donee Imperatoris . advencum fpsravit.- Cum ejus
reverfio difierrccur, <id Aquilonares partes fe contulic
, quafi cum Danorum rege Haraldo bellum ab
integro machinaturus. A t ille mandavit e i , f i D u cem
necasfet vel alium quemlibet prindpem nosfet, fins
dob eum f ib i/ociare v ellet, aliter rem fraudulenter agi-
îasje non dubitaret.
( a ) Ibidem. Interea ab empeore prætcrcunte la-
trocinia ejus produntur, fociorumque aliqui compre-
hen fi, & .tanquam contra publicam rem agentes, a
D u c e damnati firangulo vicam pcrdidcrunt. Ipfe autem
cum fracre v ix cvafic.
, ( 3 ) Ibidem fol. 660. G e rq igitur Cornes non im-
memor juramcnci, cura Wigmannum accufari vidishadden
ingelaaten , op’t onvoorzienst
door den Hertog Heriman zag by den
kop vatten, en anderen ten afichrik
verworgen. Zuiks Wigman , om
een diergelyk onthaal te ontgaan,
nevens zynen Broeder Egbert naar
den hiervoorgemelden ( 3 ) Graaf
Gero viugtte; welke eensdeels ge-
dachtig aan zynen voorheen gedaane
beloften van hem de verzogte ver-
giffenis te zullen verwerven , andersdeels
hem ziende niet alleen aangeklaagd
, maar zelf fohuldig bevonden,
dierhalve den by hem gekome W ig man
in handen der Sclaven over-
leverde; mids Gero hem de voorwaarden
, op weiken Wigman eertyds
door hem was ontfangen, niet hadt
können te weeg brengen.
Deezen ontfongen hem met deuy- c
terfte (4) vreugde, niet om tegen den ”
Keyzer den kryg te hervatten, maar
op dat hy hen, mids z y onderling in
oorlog waaren , tegen hunne vyanden
zoude te hulp komen. En zekerlyk
hy behaalde tweemaal eene zeer
merklyke zeege op Mizaka, Koning
van die Sclaven, weiken Licikaviki
genaamd worden; ja benam zelf onder
’t maaken van eenen grooten buyt,
deezes Konings broeder het leeven.
Sedert vervoegde zieh Wigman
by eenen (2) Selibur, Koning der
Waren , welke tegen den Koning
der
f e e , reumque c o gn o v is fe c , Ba rb a r is , a quibus eum
asfumfit, restituic.
(4 ) Ibidem. Ab eis libenter fusceptus longius de-
gcnces Barbaros crebris præliis con trivic, Miscara
r e g em , .cujus potescatis erant S la v i , qui dicuntur
L ic ic a v ik i , duabus vicibus fu pe ra v it, fracremque
ipfius in te r fc c it, prædam magnam ab eo extorfic.
( 7 ) Ibidem. Erant duo fubreguli Herimanno Du c i
inimicitiæ a patribus vicariæ r e lir i i, alter vocabatur
Se lib u r , alter Miscaw. Selibur præerat W a a r is ,
Miscau Abodricis. Dum in v icem , quum fæpe accu-
fa n tu r , viéliis tandem racione Selibur, condemnatus
esc quindecim ralentis argenti a Du c e . Earn dam-
nacionem graviter fe ron s , arma fumerò con tra D u cem
cogicavic. Sed cum ei belli copiæ non fuffice-
re n t , misfa le g a t io n e ,postulat præfidium a Wigman-
no contra Ducem.
D d d 2
n i p
i f m k