'lä
•1 'f^ili! Iii!'!
696 C E E
P I L A A K K O P .
S T E L Y K E
D e Hoogce des Pilaarkops.
Beneden d e Hoogte. a. - -
G o l f - r o n d op de Lesbifche
ßouw-order. b. - -
k r i n g k n o o p d r u p p e l s w y z e . c.
L y f t e d r u p p e l s wyze. d,
d e d ruppel s zelve. e.
, de bovenft e band. f.
- Lesbifch Gol f rond. j
deekjes.
432-
480.
360.
338.
318.
Î 4 0 .
208.
18+.
d e m i d d e l f t e b a n d h.
kringknoop vandebenedente
band.i. • • 70.
D E U Y T W Y K E N.
V a n d e g e h c l e P i l a a r - k o p a. - - 420.
Van het buycenfte Lesbifch Half-rondb.
o p h e t h o o g f t e . - 410.
o p h e t l a a g f t e - - 395.
Der Lyile boven de Zy-druppels van de
hoogce. d. - - 390.
•Van het binnenfte Lesbifch Hal f rond. K.
o p h e t h o o g f t e - 3 7 f .
o p h e t l a a g f t e - - 360.
Van de bovenft e band., f - - 351.
ViiQ het benede Lesbifch Halfrond g. op
h e c h o o g f t e - • 346.
o p het läagfte - - 340.
Van de raidden band h - - 334..
V a n de benedenft e b a n d i . • - 325.
D e Hoogtens boven d e voor f t e d ruppe l s . m. 152.
D e Lyften boven dezelve p. - 210.
V a a het binnenft e Lesbifch Ha l f rond n. o p
h e t h o o g f t e - - 240.
o p h e t l a a g f t e - 22 0 .
D E T O P boven de P I L A A R K O P.
D e Hoogt e der T o p boven d e Pi laarkop. 740.
"Beneden de k r ingknoop. a. - 67 1 .
Bejieden d e band. b. - - - 648.
Boven de buysjes van deinfnyding. e. - 612.
D E UYTWYKEN.
Banden boven de zydel ingfche infnyding. b. 390,
V a n d e z y d c l i n g f c h e i n f n y d i n g . d . - - 3Ó0.
De banden van de Pi laarkop. e. - - 342.
Van de Pilaarkop zelve. f. - - - 330.
Van het Middeipunt der voor f t e infnydin-
Van het begin van dezelve. h . - - 40.
I . Koning: VIL vers 16.
^eeltjej.
Hy maaktte ook twee hapïteelen, van gegoten koper, om op dehoofäenderpihircnte
zweiten: vyf eilen ivas de hoogte des eeneu hpiteels, ende v y f eilen de hoogte ài
anderen kapiteels.
Degelykliiydende piaatzenzyn 2 .Kon:XXV. tharoth in den Tcxc. de LXX.
J 7 . Tie hoogte eenes f Haars was achtienelkn^ de tale der Bouwkonftenaars wor d hergenaamd
ende het kapteel äaar op was koper , ende de Capitelínm, van de Icalianen il Capitello, van
hoo^u des kapiteels wasdrieeilen. 2. Krön: III. de Franfchcn le Chapiteau, van de Hot^duic«
15. Noch maaktte hy mor het Huys twèepila- fchc Capitati, knaüfF. Het bovenfte gedeclte
ren van vyj en dertig eilen inlengte: ende het en het aldercierlykfte van een Pilaar breed van
kapiteeldat op derzelver hoofd was^ was van de As uytlopcnde , zoo dat het de Pilaar cot
vyf eilen. Cotbereth , in het meervouc, Qo- dekzel dicnd. Onze Latynfche hecft Eptß)^''
Spb'S'
T 0 P - E I N D E.
D e Hoogt e van het Tope inde - • Ó84,
Beneden het toppunc a. - - - 660,
— S i m a r a b . - - - 564.
d e L y f t e . - - - 5yi.
Lesbifch Hal f - ront .d. - - 516.
Kringknoop. e . - - 504,
d e K r o o n f. - - - 396.
— Beneden het Lesbifch Hal f - rond.
g boven mutulos - - 368.
Boven de Mu u r - u y t f t e k k e n h . - - 348.
Beneden dezelve - 218,
d e T u f l c h e n - w y c t e . i - - 221.
het boven dekzel . k . - - i6i.
kringknoop van d e Band. I. - 144,
— d c L y f t e v a n d e b a n d . r a . - 131.
d e band zelve. n. - - 60.
d e Lyfte of boven het Lesbifch
H a l f r o n d . o . - - 48,
D E UYTWYKEN.
V a n d e g e h e l e T o p - h o o g t e . a. - - 1037.
Van de Lyfte onder Regul a fub Sima. c . 941,
Van het Lesbifch Half-rond. d. o p het
bovenfte - - - 927,
o p het benedenf t e - - 911.
V a n d e Kroon.f. - - - joj.
Van het Lesbifch Ha l f - rond boven de biiyt
e i i - m i i i i r - u y t f t e k k e n . g. op het
bovenfte. • - - 737-
o p het benedenf te. - - 715.
Van de buytenwaarts iiyterfte muuru
y t f t e k . q. - - 535,
D e d e k z e l s o p h e t opperfte - - 511.
Der Lyften m. onder het zelve - 481.
Van de Band. n. • - - 469.
Der Lyi leo boven het Lesbifch Hal f - rond. 42Ó,
Van het Lesbifch Halfrond p. op het
o p p e r f t e - - - 414.
o p het benedenfte - - 390,
N A T ü U
R K U N D E. 697
Spbscricn , de moederlandfche Ktiojif. Doch
LißyUim IS in de ware enden Bouwkimdigen
eiiene betckcnis alleenlyk cene der deelen van
liM k a p i t e e l , en brengd voor t liec byvoeg-woord
SfUrica, gelyk het inkndfche i m p f , gelyk
ook de afbceldiiigen doorgaans in de Bybels te
vinden, gcenflins een Boiiwkiindig begrip , en
verkeerd, welk gy rcrgens onder de bonw^ordt
rs zult vinden. De iioogte van dit kapiteel
üp de twee piaatzen i. Koning : en i. Krön ;
is van vyf eilen , rnaar Koning: alleenlyk
van 3- eilen. Eene nieuwe fchynftrydigheid,
in dezer voegen, volgens den zin van yHlalpmi
»! II. Smk. 444- Mi op te lolTcn, dat de î.
dien te verftaan zyn van het geliele Kapiteel,
en de 3. a l leenlyk van het P i l a a r -Hoof d by iiytnemendheid
zoo g e n a amd , het we l k hetonderlle
gcdeelte is van de Balking, en het gedeel t e boven
het Hoofd van de Pilaar, het welk het
middelfte is. Door welk zelf fehynd te kennen
^egevcn te worden, dat deze twee deelen van
i e Pilaar, dewelke bynavandezelvediktezyn,
.n eene klomp zyn te gelyk gcgnten. DerhaU
ven zyn 'er overig vour de Coronis, welke het
o p p e r f t e gedeelte is van het kapiteel, twee el*
len. En Goldmänn Anweif, zur Civtl-Bauknnfl.
bl. 34. fteld de gehele balkleggmg van
ç. eilen in rang, welke derhalvenmaken5.ma'
ten en \ van de gantfche Pi laar, welke 2o. e l -
len hoog is geweeft : nameiitlyk
D e Voec des Pilaars - - « t.
D e Styl - - - 16.
H e t kapiteel * - - 3-
Ltindius begrypt d« zaak anders Letit. Trie,
fìerth: IL ßoek, ii. kap. bl. 296. waar van
t e r f t o n d .
I. Koning; VII. vers 17.
J)e netten 'waren van nettenwerk, de bandekens van ketenwerk voor de kapiteelen,
die op het hoofd der pilareii ivaren-y zeven waren -voor het eene kapiteely ende
Zeven voor het andere kapiteel.
t e e l , gelyk dat geweeft istendeelegedektdoor
het netwerk j dog hier de graveeringen van het
K a p i t e e l , het benedenfte deel van die ontdekc
¿ynde. En dat die de rede is, alwaarom zoo
zeer onderfcheidentlyk van de deelen van hec
Kapiteel melding is geinaakt geweeft.
A t i d e r s g e v o e l d r / / / r t / ^ / i K r f « / l I . Scuk bl: 451.
dat dit netwerk te gelyk ntet de tuflchen ingegevoegde
Granaat-appeleneen cieraadis geweeft
onder de kroon f. Princblad C C C C X L I V . welk
e het benedenf t e gedeelte is van de knints, het
welk niet kon gezien worden ren zy tan beneden
naar boven, van den gencn , die aan de
voet der Pilaar heeft geflaan. De gcdaantevara
dit net in den omcrek van de kroon kan gezien
worden in de Grondtekening van het Kapiteel
d e Fig. D. doch afgezonderd met zyne zeven
dwarsbanden of kctcnkens de Fig. E. Printbl:
C C C C X L V L
Wederom een ander, en , myns oordeels,
het befte gevoelen overditwerkhecfrCf/iWfl««
Aanweiftot de Bnrgerl: Boirjj-kunß bl. 35• daE
d e Zeven bandekens van ketenwerk gevoegelyker
zouden können vcrtaald worden door Zeven
deelen of leeden, welke de krants uytmaken
enomvangen; zeven rondomgaande Ledett
des krants-., en geweeft zcudenzyn. i.Simab.
Printbl. C C C C X L I V . 2. Hymatium Lefbium
a. 3. Corona, f. 4. Mululi h. 5. ßcbinus. k. 6,
Tania. n. 7. Cymatium Lefbium inferiiis. p.
De gelykluydende piaatzen 2. Kon: XXV. 1
17. Ende de hoogte des kapiteds was àrie el' '
kn enàe het net : dezelve woorden worden geleezen
Jerm: LH. 23. en 2. Krön: III. 16. Ook
maakte hy ketenen, en zettenze op de hoofden
der THaren, daar toe maaktte hy bonderdgranaat
appelen t en zettenze tuflhende ketenen.
Deze en denaaftvolgendeverlTenzynzwaarom
te verftaan, zoo dat het geen wonder is, dat
de uytleggers op omweegen van gevoelens gegaan
zyn. Lundius Levit. Trießerth: II. Boek.
12. kap. bl .296,wi l , dat van het Kapiteel heeft
afgehangen cen getralytofkecring w e r k , gelyk
aan dat g e e n , het wel k in den T emp e l is geweef t
boven den muur der affcheidzels van het Heilige
en het Heilige der Hei l igen, en dat door dit
werk het kapiteel is bedekt geweeft , gelyk hy
of zy het hoofd dckt met een hoofddekzel van
netwerk , en dac in dit werk zeven kecenkens
oftouwen geweef t zyn. Wcll< gevoelen hy voornaamcntlyk
ontleend iiyc 2. Kronyken. Maar
dat de hoogte of diepte van dit werk alleenlyk
is geweeft van i . eilen , beneden den top van
het kapiteel. zoo dat 'er voor het gezichc 3. ei -
len daar en boven hebben opcngcftaan van graveeringen
uytbl adenenbloemen. Aldus brengd
hy met een ook over een 1. Kon VII. 16. al-
^vaar aan een kapiteel de hoogte van f. eilen
v o r d toegefchreeven, daar 2. Kon: X X V . 17.
alleen maar van 3. eilen gewag word gemaakt.
Zoo dat daar verftaan word het gehele Kapi-
P p p p p p p P R I N T -
IUI >
i l 'M
• I r