ri
•i' - r
! ' M
74d G E E S T E L Y K E
P R I N T B L A D CCCCLXXVL
Eftde het gehettrde ^ als zy voortgingen, gaands ende fpreehende ^ zielt zoowas'ey
een ^jerige wagen ^ met vyerige paar den ^ die tiißchenhen beide fcheidinge maakten:
alzoovoer E'üasmeteen oniveder tenhemeL z. K o a Il.versii.
Verbaßert Jfrael, dar, in de /-Ifgoderyen
Ten /pyt van Abrami G O D , äo loorheäagt dürft w)en !
J E K 0 VA . die gl bebt, door gruvjien, jnood getergt,
^oor ofgeßapeit kwaad, uw ßraf hebt afgevcrgt,
h M-wer bt.osbeid moeäe, en wil u haaß hetuomu-t
*Dat Hy de Jcbenners van zrjn eer vier kan 'verßhootien,
Daar g j , op V zien van ali zyn" -wond'ien ••ji'orä verharc^
En u in d' Afgodsdienßboe längs hoe meer, ver'wait.
Hy zal den Leer aar, dien gy tat igen om ie hooren,
Wiens -iäond'ren gy ler/maat, genoopt door beilegen tooren y
Vervoeren mt wj} oog, uw boos gcmoed tot ßraf.
*Daar daalt G O D b wagen van den hoo'ißen Hemel a f ,
Zyn^ izageii, gloeyende van vuur en vüur\e ßiualen,
zynen /ifgezant, E L I' A S op te baaìen,
Om
In V o«gefchape.
licbr, de -iiooning van GUDS iroon!
Daar treed btt voorbeelt van den MeTifcbge'-jiioräen Zoon
^e ntagen, en by reut in 't oog van all' WJÌ' volken,
7en hoogen Hemel in, d'Or äunne lacht tu '•j^olken!
Beef, tut hy laederkoomt, en tegen u geiuig :
Maar wilt gy beter aoen, zo z-wicbt eerbiedig, buig
D voor de ijodbeid neer ^ en '^raak bet JfgodaeatH,
Of zieh de /ilmagtige, in zyn gur/ß, tot u zvou kecren.
ZEer vele zaken hebben de Heidenen van de
Vergoodingen hunner Keizers en Ketzerinnen,
welke eere, ora na de lykftatien te heiligen
, onder het Ryksbewind der Keizers aan
den Raad heeft geftaan. Maar niets vinden
wy in de gedenkfchrifren der Heidenen, het
welk met de tegenwoordige Gefchtedenis zoude
können vergeleken worden. De Man GODS
word onder de heraellingen aangenomen, daar
de Profeet zyn opvolger byftaac, zondervoorgaande
ontbinding van ziel en ligchaam, levendig.
De door yver alderbrandenfte Elias, op
Wiens gebeden vyer uyc den hemel gevallen , op
Carmels bergtop verteerd heeft hec offer door
water doornat gemaakt, endaarnatweemaalyo.
krygsknechten, die uytgezonden waren , door
het vyer der genade weggerukt, vaard opnaar
de hemelen. Een vyer ige wagen, ende vy erige
paar din rukken Elias van Eliza. H^ vaard met
een onweäer ten hemel Of deze vyerige wagen,
wagen en paarden, Engden zyn geweeft,
of eene wölk van vytT glinfterende, hoedanig
eene K t i l S TUS ten hemel varendetendienfte
geweelt is, ftaat my niet vry te bepalen. Die
IS z eke r , dat deze opneeming van den levendig.;
n Elias niet tce is re fchryven aan eenigc
naiuurelyke krachten, raaar aan de almachcige
kracht G ü D bi. Doch of dit ligchaam vaa
Elias alleenlyk maar opgenomen is geweeft tot
zekere bovenfte Luchtftreck, het welk de Kabbynen
willen, of weggerukt buyten de draaybollen
van dcaarde, ja van de Zon en Vaitc
Sterren, vald zwaar te zegjjen. Dit Vraagftuk
behoord tot de bovengaande Wysgeerte,
dewelke hooger, dan alle menfchelyke Keden,
zynde, eene Goddelyke openbanng van noden
heeft.
PRINTII
lÌEU.fap.aT.i
JULr nuTKs ft Eqii. PII..
.i^iji ' V
ii!" ;
I. S •
i
p :
'jiilò'i