N A T U U R K U N D E .
dat het teneenemaaltevermoedenvryftaar, dat
Z'j niec verzuymd hebben de Scheepvaart van
hec aldergrootfte gebriiyk, uytdeMiddellandjche
Zee en de Nyl naar de Arabifche zeeboezem.
Niemand der Arabieren twyíFelen aan
deze zaak, en zy trekken de Tydtwortel uyt
toc aan de tyden van Abraham. Dcch hec geloove
aan diisdanige o verlevc ringen is ipaarzaam,
ten zy dezelve op vaiter fteunftylen onder
7 2 7
korce ryd vaarbaar gemaakt is. Doch 00k aan
deezen ftaat den lof van zulk ecn grooc werk
niet toe T>Ìodorus I. ßoek der Biblioth. maar
aan Prolomatis Thilädelphus, naar wien de gragC
de naam van de Ttolomaus Rivier zoude verkreegcn
hebben. ßy aldien wy de Arabifche
Schryvers raad vraagcn, wy leezen by Elma'
cinus I. iioek, 3. kap. dat onder den Kaliph
Omar omtrend hec jaar Öjy. n a K R I S T ü S
fchot rc worden. Van zodanige gragc word geboorte een bcvaarbare gragt is gemaakt
35. ; icliien wederom geopend, áaor ylmro,
mif.
melding gemaakc by Strabo I. Boek , bl, jcnien weaerom dooT Amro, tcrgevan
de ßazeifche Druk, by gelegendheid van ; makkeiyker overkomft uyc Egipte in Arabie,
de Scheepscochc van M'enelaus naar de Mooren, . En dat op het jaar 15 o. van de Hegire, of?;^.
en van òtfoflris die getracht zoude hebben de . Tik K Ii IS T U S geboorte deze zelve gragt is
iegtaaven, maar va» het be- \ verwoef t en toegellopt geworden door /ibugia/
ar Mmanzor^ cweeden Kaliph derAbaffiden.
Waarlyk 00k leverd ohs op de overblyfzeleo
va'n de gracht de beroemde Landbefchryver
der Franfchen "De Vlße in zyne Hißoir.de
l'Academie Royale 1701. bl. 8j. uyt de Landbefchryvende
behulpen op bevel van den doorluchtigen
Tontchartram in Egipte door Baut ter
by een vergadcrd, en in Vrankryk gebräche.
Uyt al het welk ten minften dit mag worden
beflooten, dat "troudscydsgeweeftiseene gragc
Q{ kanaal niflchen de twee zeen, dewelke we-
' der geopend zynde van het aldergrootfte gebruyk
zoude zyn voor de kcophandel van de
Huropeers mecde Perzianenen indiaanen. Doch
hec is ten eenemaal onzeker, dat dezelve by Salomons
tyden is opengeweef t , en voor de vlooc
van Hiram bevaarbaar. Welke uyrvlucht wy
niec eens Van noden hebben. Hec blykt uyc
I . Kon. XXI I . 49. en 2. Krön. XX. 36, dac
'er onder de regeering van Koning Jofaphath
werk heeft afgelaten, wanneer hy vermoedde
dar deo^pervlakte der zee hooger was In
hec vervolg wederléggende de dwal ing van Rtä'
de w e l ke wil,dac de twee zeeh hebben in
eengelopen gehád, de Middellanfclieende Rode
voor de fcheuring van de ftraac van Gibraltar,
en Egipte te hebben bedekr, maar dat naderhand,
wanneer by Kadix de zeewasuytgcbor-
ITren, die was nedergezonken, en het land by
'Damiate y toc áaii de Roode Zee had ontdekt.
By aldien Menelaus doór de Land-engte door
eene gragt doorgangbaar had gevaren, zoo zoude
hec gefchil geen Tchyn ontbreekeR, want de
Geleerden geven voor, dat het Trojaanfche
üorlog honderd jaren voor Davids tyden is
voorgegaan. En zoo zoude deze vaarc,van Sefoßris,
dewelke in de Schriftuur Sifak word
genaamd, en ten tyde van Roboam heefc geleefd,
alleenlyk vernieuwd, en voor de Schipvaarc
vaardiger en gemakkelyker gemaakc zyn.
Herodotus verfchaft grooter licht in hec II.Boek,
^ ^ fiheepen gemaakt zyn te Ezion-geber. Waar-«
dac de gragt uyt de Nyl in de Roode Zee, ' ora zoude derhalven Hiram derwaartsniethebeerftelyk
begonnen van Necbus ^ zoon van ben können zenden zyne bouwliedenenknechgovnen
Pßmmetikus, doch door den arbeid van 120000.
man, ja door verlies, niecs uyrgewerkCi dac
hec werk eindelyk ten einde is gebräche door
Darius zoon van Hjßa/ßes, en de gragc in |
miflchien 00k hout, en andere bouwftoffen
door Egipte voeren, eene vlooc in Ezioti'
geber uycruften tot de Reistochc naar Ophir?
I. Kon: X. vers 14.
"Ret gewichte nu van V gout dat voor Salomo op een jaar inkwam, was zes hofídert
zes en 't zeitig 'talenten gouts.
tollenaars, welker ampc is geweeft, alle in en
uycgevoerde koopmanfchappen te doorzoeken,
en den toi te ontfangen, en door Mi',char harocbelirn
niet al leen Kruydeniers, maar in hec
genieen alderhande kooplicden, gelyk ook de
L X X . deze of gene aldus te kennen gevcn,
chooris roofiphotoonioonhnpotetagmeuoon, kai
toon hemporoon en de gemene Lacynfche nög
klaarder, behalven dai geen, het welk aanbrachten
de mannen, die over de rollen zvaren,
en de koophandelingen, en alle die fckilden
verkogttn.
Deze 6'>6. talenten gours, jaarlyks van de
tollen in des KoningsSchackiftingebrachcgaan
A a a a a a a a 6. ta-
Le Clercq wil, dat deze fomme gouts geweeft
hebbe de jaarlykfclie fchatting van het
Volk Ifraels betaald: om dat in hec volgende
15- vers. daar naaft volgende word gezegd,
dac in dat getal niet word begreepen dac geen,
het welk de Koning heeft ontfangen van de
kramers y ende van den handel der kruydeniers ^
ende van allen Köningen van Arabien, ende
t^an de getveldigen des zelven lands. Alwaar
door meanefche hattarim, mannen verjpieders,
»aaitwkeurige doorzoekers, welken de Zurichfche
Overzettingen Kauf-Lenthe ^ kooplieden
vercalen, gy gevoegelyker zoud können verftaan
derzelver doorzoekers, kommiflariflcn,
I I : 1