w
Í i
i il : _
r ¡
H i!
• • i í- • • , I t ' '
p 1;::; - r
-
6 7 8 G E E S T E L Y K E
andere Grickfche Bocken^
noojeli, kai diataxeßy en de GriekfchcTaalslieden
íchynen verftaan te hcbbcn eenige hollé
dakpannen, hoedanigc halfronde wyhebben.
Liinäius Levh. Triejterd.li.^ooky ó.kap.
verkiaard dit versje van de zoldcring of bovenfte
verdieping van het H. der Heiligen, en
en wilde kawoerden vercierd, met goude p]^,
ten bekiced , cn daar en boven niec juwcelc^
opgepronkc. Doch dac op die dikker balkc„
gelegen heeft de zoldering zelve in een geploeoj
uyt cedere planken eene eile dik, en die zeo
fraai iiytgcliieeden , en mec goud belegd;
dat eindelyk op deze planken of balken
v l o e r d is geweeft eene vloer van kalk en :
nen , eene eile in 't vierkant dik , zoo da
buvenfte zoldenng de dikte hecft gehad
eilen in 't vierkant; ce wereu.
vertaald den Text duscianig: Er deckte das
Haus mit gewölbten Balcken und Tajel'ingen
von Gedern. De Joden heldercn de zaak dus
o p , dat 'er cederen balken over dwars gelegen
hebben boven den Tempel dne voetcn dik en
breedmetgouc overcogen, eenezckeretulTclienw
y d t e van elkanderen Dat onder elke van deze
balken eene andere van ahderhalf voet in de
d i k t e uytgeholcisgeweeft, enalsge\valt"t,door
verfcheiden gefneeden beeidwerk van bloemen
D e Bencdenftegewelfde Balk a.
D e ßalkendaaropruftende - - b.
D e P l a n k e n h i e r o p g e l e g d - - c.
D e V l o e r o p d e P l a n k e n g e l e g d - d.
P R I N T B L A D CCCCXXXVI.
Hy houwde 00k de Kameren aan bet gantjche buys , van vyf eilen in bare b
endehy uoegUezevaß aan dat buys met cederen bout. i. Kon: VI. vers 10.
HY zal eenen anderen en eenvoudiger zin
van dezen T e x t vinden, die de tot nog toe
g e z e g d e zaken overweegd. De letterlyke uytlegging
van Arias Montanus is deze : En hy
heeft eene kamer gebouwd boven hetgehelehuys
%iyf eilen was derze her gefialte, en hybevatte
bet huys. met cedere honten. Het woord Ambitus
is o f dubbe l z inni g , of niet zamen hangende.
Dac van kamers of Eerkamervotgd beter. Namenclyk
hier word verftaan cea Eetzaal boy cn
den gehelen T emp e l , namenclyk boven hec Hei
l i g e e n H e d i g e d e r Heiligen, bovenuytgeftreki
van cederen hout gemaakc, en in de muur in
geboüwd. Hec uycwendig aanzien van dea
Ectkamer (^van welk miflchien elders meer
is te zien Princblad C C C C X X V Í . g. hi
binnenfte en de daar in begreepen zaken
d e itandafbeeldende verdeeling Printblj
C C C C X X V I Í .
I . Koning; V I . vers: 1 4 , 15-.
Alzo bouwde Salomo dat buys, ende vohnaahte het zelve.
Ook bouwde hy de Wanden des hiiyfes van bimien met cederen phnken j van
vloer des hityfes tot aan het dak der ivanden befcboot byze van h'innen met hout
ende overdekte de vloer van bet buys met dennenplanchen.
Hier word vertoond het onderfcheid tusfchen
eene zoldering die recht op of rechtftand
i g is, en eene verwulfde in het Alderheiligfte.
1>e Wanden des huyfes van binnen, dat is, de
recht opflaande , waren van cederen, cedere
berderen of planken, van de vloer des huyfes
tot aan het dak^ namentlyk van de benedenfte
vloer van het huys, tot aan degewulidezoldering
, van binnenbefchooten met hout. De LXX.
kai ekoiloßathmeyfe ftinechomena en xuloisefoothen,
alwaar aante merken ftaac de«i?iir»/^van
hec woord koiloßathmein, concamerare
ven , boog'i,w)z.e maken ^ zoo dat het zelfdtí
uyt blykc, dac de bovende zoldering niechcd"
beftaan uyt vlakke, gefchaafde planken,
uyt kromme , gelyk de borft van een menfc
v e r w u l f d word door de ribben, endefcl
door de kromhouren, alwaarom ook deLXX
dezelve noemen pleuras, de ribben. Dns on'
voud Villalpanàtis de zaak II, Stuk, bl: iV
440.
I. KoniBf
TAB CCCCXXXVI :
ÌÈ
I REU. Cip. VI „. i,
»i-iilphu-a. i 'üloryi ifluduni rt Ho: