H l ! ' ! ! i
6 7 4 G E E S T E L Y K E
1 . K o n i n g : V I . vers c, 6.
Ende rontom aan den laandt van het huys bouiüde hy kameren, aan de 'wanden van
het hiiys rondom (beide) van den tempeCy en van de Aanfpraakplaatze: a
maakte hy zydkameren rontom.
Zoramige zetcen jazia over kameren, andere zolderingen.
De onderße kamer was van vyf eilen in hare breedte, ende de middelße van
eilen in hare breedte, ende de der de van zeven eilen in hare breedte: viant hj
hadde aan het huys rontom biiytenwaaräs inkorthigen gemaakt ^ op datze haar nk
en hielden in de wanden van het Huys.
B y deze Overzettingen blyfc duyfterheid,
ten zy dan, dac 'er helderder Uchc uyc de borgerlyke
Bouwkundebykoome, reparen metden
echten zin der woorden, dewelke in den cor«
fproiikelyken Text voorkoomen. Welke Regel
der uy tiegging by aldien wy in acht nemen,
200 zullen \vy niet lichtelyk van her oogmerk
afdwaalen. Jatzia. word hier genaamd ambitus,
omgatig^ gang. En den Leezer kan gemakkelyk
een denkbeeld geboorenworden,dat
'er buyten aan den muur^ •wanäer/f van het
HuySy namentlyk van het Heilige en van het
Heilige der Heiligen, te weeten tegen het Zuyden
, Noorden en Weilen (wanc tegen het
Ooften is geweeft detorendesdorpels)geweeft
zyn drie omgangen, Galleries by de Franfchen,
de eene boven de andere in de open lucht , cn
wel de benedenfte van deze van 5. de raiddelfte
van 6. de bovenfte van 7. eilen in de breedte.
Doch dit begrip is niet evenredig met de heerlyke
Bouwkunde van Salomo. Jatzia zetten
de L X X . Over melathra de Gemene tabulata,
dewelke thalami zyn of kameren: en te rccht
Wanc aan de drie zyden des Tempels zyn geweeft
drie rygen kamers, de eene boven de andere.
De Grondtekening van de benedenfte
kanmen zien Prinrblad C C C CXXI l l . F. de
affchetzing Printblad C C C C X X V I . K. Ter
opheldcring van deze ftofte, en te gelyk ter
verklaring van de Texten is de leere van de
Zamenvoegingen der muuren dicnftig. Ende
reede leeraard en deondervinding, dat de muuren
in haar benedenfte deel, waar op zydegehele
zwaarte van het daaropgebouwdegebouw
onderfteunen , breeder zyn , dunder meer en
meer het middelfte en het bovenfte, enderhalven
moet ingetrokken worden, het welk men
by alle gcbouwen kan zien. Die op hec onderfte
hebben 3. voeten in de dikte , hebben in
middelfte in hec bovenfte In het tegenwoordige
Printblad is de benedenfte dikte der
muuren des Tempels ab. van 7. eilen, de middelfte
c d. vau 6. de hoogfte ef. van 5. eilen.
Maar gelyk wygewoon zyn, om de balken te
verzekeren, gemeenlyk de muuren zelve door
te boorcn, ZOG hebben alhier de muuren gehad
hare uytftekken, drie derhalven, elkevanecne
h a l v e e l l e g h . gh. De laagfte vandezebaiken
of uytftekken is geweeft hoog 5. eilen. Üp deze
uytftekken nu lagen de balken gk. gk. En hier
uyc blykc, waarom de benedenfte y. kamercja
in de wydtealleenlyk hebbengehadl.eilen, om
dat aldaar de dikce der muur de grootfte van
allen is geweeft van 7. eilen , de middelfte m.
van ó eilen, de benedenfte n. 7. eilen, om dat
de dikte der muur alhier geweeft is van 5. eilen.
Dat dit dan de verklärende omfchryvine
van den Text : Hy heejl naáerhand ' ' • aan ^
t
••Jüandt uan het Hiiys, vai
het Heilige en
hec Heilige der Heiligen, gebouwd
rondom het huys omgaande, tegen het Zuydcn,
Weften en N oorden, zoo wel aan den Tempel
zelven, het Heilige, a/j-í^áwdeheimelykeplaw
zelve, het Heilige der Hei l igen: en alzoo maakii
hy zydkameren rondom, namentlyk van debinnen
mmir : poften of uicftekken, waarop de
kamertjesen derzelver balken ruftten. Dcbenidenße
omgang, de onderfte kamer, is geweeft
van vyf eilen in hare breedte, de breedte
de middelfte kamer was van zes eilen in han
bnedte: waul hy hadde aan het huys rontom k'
kortingen gemaakt, de balken heeft hy op de
uytftekken der muur gelegd, op datze haarniil
en hielden in de njanden van het Huys
dac het niet van noden is geweeft de wanden
door te booren om daar de balken in tele;
Deze dingen wel tot noch toe van de brecdK
der zy-kamerrjes des Tempels. DeHooi
vers 10. (op hec Printblad ho.\\o.) Hyl^ouwii
ook de kameren aan het gantjcbe huys, vanvj
eilen in hare hoogte. Derhalven waren elke kä'
mer S- eilen hoog, de laagftc5 breed, deniid'
delfte 6. de bovenfte 7.
Jozejus Oudhed-. VIII.Boek, z.kap.gecfJ
aan Salomons Tempel 30. kamers, aan elkeij.
eilen in de lengte en breedte, lo. indchoogte,
en hceft boven deze noch andere kamers daaf
boven gefteld, cn boven die andere. Dochdii
gevoelen ftryd tegen de Reden, Schriftu
ßouwkunde. N auwelyks of weinig gaac
omgang des Tempels ccgen de Zuyder , Welto
en iNoordcr ftrecken 160 eilen te boven
echter eifclien de 30. kamers e lki y eilen,
eilen. JVlaar deze kameren aan den Tempd
aangchegd konden ten aanzien van de hoogic
met het heilig huys niet gelyk zyn, om datal-
Zoo hcc Heilige en hec Heilige der Heilige"
geen lichtzoiiden hebben gchad 'JoJeJttsá'^-A
N A T U U R
aan de kamers coefchryvende de hoogcevan 20.
eilen, de Schriftuurtegenfpreekende, dèwelke
alleenlyk 5. heeft : hy heeft de breedte van 15.
eilen, deze aan de benedenfte kamers van 5.
aan de middelfte 6. aan de bovenfte 7. Doch
VEmpereur wil, dac de gefallen by Jozefus
door de uytfchryvers zyn vervalfchcgeworden
lade i. Aanf. over Mtdäoth. 4.kap. 3. fneede.
In den cweeden Tempel van Herodes, volgens
Middoth op de aangeliaalde plaacs , zyn
in hec geheel 38. Kamers geweeft, namentlyk
15. aan de Noorder, 15. aan de Zuider hocken,
en 8. tegen hec Weften. Derhalven zyn
tegen het Zuyden op elke verdieping j . geweeft
, en ZOO vele cegen hec N oorden. Doch
ten Weften op de onderfte 3. op de middelfte
3. op de hoogfte 2. En even zoo is hec miffchien
in Salomons Tempel geweeft. De breedte
der Kamers word in Middoth niec uitgedrukc.
Maar R. 'Juda Leo over den Tempel
kap. 24. § 222. fchryfd , dac de dikce der
muuren cullchen alle de beide Kamers is geweeft
van 5. eilen. By aldien deeze dingen zoo zouden
zyn geweeli, zoo is elke Kamer der Zuyd
en Noordelyke lang geweeft 7. eilen , een
weinig langer de benedenfte en middelfte Weftelyke,
en de hoogfte en langfte van allen, Op
den Ingang van hec Heilige zulcgy zien Printblad
C C C C X X I X . op de benedenfte verdieping
5. Kamers ten Zuyden, 5. ten Noorden,
en 4. ten Weften.
De openplaats der benedenfte Kamers is in
den eerften Tempel geweeft van dezelve Gezichtring
mec de open plaats van hec Heilige
en van hec H. der Heiligen. Dit kanmen afneemen
uyc i Kon: VI. 8. De deure der middelße
zydkamer, was aan de rechter zyde van
het huys : ende door wem ehr äffen ging men
tot de middelße , ende van de middelße tot de
derde. Zoo dac de toegang opengeftaan heefc
door deze deure en ver wulfdevoorkamer Printblad
C C C C X X I X . X. coc de benedenfte kamers,
zonder da: men heeft moecenopofnederklimmen
, maar naar de middelfte en hoogfte
verdiepmgen heefc men moeten klimmen längs
de wenteltrap y. op het bygebrachte Printblad :
de deure zelvc word door het * getekend, waar
door namentlyk de toegang coc de benedenfte kamers
heefc open geftaan.
Doch in den tweeden Tempel is de benedenfte
open plaats m de onderfte kamers y. eilen
langer geweeft dan deopenplaatsdesTempels,
Zoo dac men door de voordevoorgemclce deur
* en de voorkamer x, hcefc moeten afklimmen
naa de kamers van de boven fte.
Uyt het voorgezegdc kan men bciluytendac
de hoogce van hec ganrfche gebouw der Kamers
, aan de buyten muur des Tempels is
gevoegd geweeft. De dikte van de bovenfte
zoldering in elke kamer gefteld zyndc van i.elle
(Villal^andushcdz 14. 90 ) zoo zullen voortkomen
ib.eUenvoordegantfchehoogte (of iSi.)
namentlyk b ^ t ;
K U N D E .
De benedenfte Kamer
De bovenfte Zolderíng
De middelfte Karaer
De Zoldering
De bovenfte Kamer
De Zoldering
6 i s
Î -
I i .
s-
I i -
i s . 18^.
, dat degehcle muur
n het dak toe
200 volgd, dat de
Nademaal het nu blykt,
des Tempels tot de zoldcrir
hoog is geweeft 30. eil . _ _ .
Tempel zelvc 12 of I i i . eilen heeft"voor uyt
geftooken. Endevenfters konden niet geplaatft
worden op eene läget plaats , dan 3. eilen boven
her dak van het zy-gebouw , zoo dat die
daarop hebben gewandelt, in het Heiligdomj
namentlyk het Heilige en lict Heilige der Hei -
Ilgen met hebben können inzien. Derhalven
zyn 'er voor de venfteren zelvc ovcrig dat is
Printblad C C C C X X V I . 9, eilen tot aan het
dak, of 84. op datwyvoordevcnfterstenminften
6. elten zouden können geven.
Doch in den tweeden Tempel , alwaar in het
gebouw des Tempels 10. eilen verhevener geweeft
is, hebben ook de venfteren hoogerkon-
Rn hetiswaarfchynelyk, dat het dak van deze
Kamers met eene borftweering, om het afvallen
voor te komen, is voorzien geweeft.
Elke kamer haddriedeuren, eene aan de rechter
Kamer, eene aan de linker, door de derde
klommen op na de bovenfte kamer, buyten
twyftil längs eene trap in de muür zelve uytgewerkt,
dewelke tuITchen de kamers zelve
tuHehen m was gemaakt, ter dikte van
Alle de 38. Kamers zyn van binnen met cedere
planken befchooten geweeft , volgens het
'an Joßfm Uuäh: Vill. Boek,
jlgens Juda Leo -oan Jen Tsmfel
kap daaren boven met loutergouc
Miflchien is ook het dak der boven-
, -: t g o u t gedekt g e r a f t , gelyk hec
dak des 1 empels zelve.
In deeze Kamers wierd bewaard het deel van
de Schatden HEEKEhei l ig, hetwelkbeftond
u y t g o u t , zilverenkoftelykevaaten: en, naar
de giffing van Carpzozms in deaanrekcningen
II. op Schtckarä van het KamMyk Recht der
Hehr em kap. 3. de Koainklyke fchat 2elve: ten
welken einde dienen konden de koffers zelve in
de buytenfte muur eilen dik mift-chien ingehouwen
, van binnen met zilver beftagen Ook
bewaard R Juda Leo op de aangehaalde plaats
die goude balk , van devvelke loCefus meldine
maakt Ouih: XIV, Boek, kap^oo 3
zwaar, welke te gelyk met andere dierbare zaken
Gallus van den P r i e f t e r ö iMä r had eekreegen
e„ weggedragen.
De dikte van de muur is zodanig geweeft,
dat doorgaans in dezelve hebben können zyn
Kasgetuygenis
I. kap en
I. Boek,
overtogen
iiekame
f
••II,