li
704
g e e s t e l y k e
Bernards. 21. 9. 3,
De Hoogte. voeten. duimen. fcrupels.
Velgens Eifenfchmid. 8. — 3. — 2.
Sturmius. 10. — i. —
Bernards. 10. — 7. — 4.
HecBuycenrondvan 30. eilen.
voeten. duymen. fcrupels.
Velgens Eifenfchmid. yi. _ 4. _ 1.
Sturmius. 61. — o. —
Bernards. 67. — 7. — y.
In de Paryfche maaren, welke iktotnogtoe
naar het voorichrifc van Eifenfchmid hcbbe gebruykt,
zalhetzyn
voeten duymen. lynen.
DeMiddellyn. — 16. _ 6. — 8.
D e Hoogte — 8. — 3 — 4.
D e Omtrek. — 49. j
Onze Text geefd gelegendheid tot de aldermeeftlaftige
vrage, hier en daar betwiftredend
door de verdedigers der H. Sclirift , en door
derzeiver haters. \'olgens de Archimediiche
cvenredigheid zoo heeft de Middellyn zich tot
den omtrek niet als in onzen T ext , gelyk r.
toc 3. maargelyk/. toc 22. of 100. toc 314.
o f a i s 1. tot 3^, byna: derhalvenzoude de omtrek
der kopere Zee nietzyavan 30. c l len, maar
v a n j i i - i datis
voeten. duymen. fcrupels,
VolgensEifenfchmid. 53. — 8.' __
Sturmius. 63. — 8. — 9'byna.
Bernards. 68. — 8. —
Naraentlyk in Rynlandfche ticnraaligevoecenr
doch m Paryfche volgens het gevoelen van
Eifenichmid
voeten. diiymcn. lynen.
51. ~ u. _
Alhier pynigen zich de Uytieggers wonderl
y k j en van alle dezelve ontftrikken zoo zcer
de knoop niet, dan dezelve wel doorfnyden
Lyra, 'Pifcator , Ofiander Cor», a Lapide^
Mariana, Toffanus , Sanfàus , en miilchien
anderen gene Meeckundigen zynde , dewelke
wilien , dat de rechte rekening van de cirkclomtrek
tot de Middellyn is als 3, tot 1. wat
ook de Wiskgndedatmagtcgenfpreekcn. Insgelyks
mede zoo de Hebreeuwfchc Leeraar.s in
het Traktaat Erubhin fol. 14. Al wat in zyn
mtrek driepalme» heejt, àejjclfs breedte ts van
cene faim Doch op deze \\'yze zoude de eigen
geloofwaardigheid van hec H. Bybelboek
voorbefpotting worden blood gefteld, kct welk
wel bovcn de recde, naar nict tegcn dezelvc
ftrydig is.
Men zal onbcfchaamden noemcn de zodani.
gen j dewelkc de H. Schrift van dwaling be.
fchuldigen. Under dewelke ¿'/-/wzöZr: yA^ö/,
foUt. Ka^. 2. Ol» dat ivv nict zyngehouden
tegelovcn , d^i Salomen een IViskunäige isgt,
weeß j ZOO ßaat het ons vryte verzehren, äat
hy de ivyze tußchen den omtrek en den mtddeL
lyn van het rond ntet beeft geii'eeten , en mt
deMgemeetien hoop der lierkliedengemeend heefi^
äat dezelve als 3. tot een ts geweeß. Godloos
is het, deze dingen te denken , ik laatc Haan
onbefchaamtelyk dfzelve uyc te braaken. Dicis
waarheid, dat de cvenredigheid van de middel.
lyn cot de omrrek, niet alleen door de Meeckundigen
is becoogr, maur ook door het getiiy.
genis der zinnen goedgekeurd, vt.ornamentlyk
in de Overgfoocc Werktuygen , hocdanig de
Kopere Zee gewecfl: is, zoo dat men hiet zoude
können vermoedcn, dat deafmeeterin eeneof
eenige vceten zoude gedwaald hebben,
Volgens Menochiits moetcn zathtzinniger
gehandeld worden die gene, dewelke^willen dat
deSchrifcuureen rondgetal heeft gef teld, voorbygegaan
hcbbende de kleine deelrjes en 't gcbroken
getal. Alhoewel ook deze aandetwjfeling
niet voldoen. Daar gehandeld word van
de afmeeting des Tempels, en deifelfs gereedfchappen,
merken wy aan, dat de Schrift geeilszins
het een voor 't ander fteld, maareennaüw.
keurig getal , gelyk ook de gebroken getalieii
ZOO voorkomen , Exod: X X V . 17. Oy zult
ook een verzoendekzel maken van lauterengoude
; t'^ee eilen en eene halve zal zyne lengtc
zyn ; en anderhalve eile zyiie breedte. En
Nehem: VlI. 30. 37. word het eertig bovcn
hec twincig tal uyrgedrukt, zoo als hier boveii
het dertig tal wcrdgezet . Enftaatwelterecht
aan te merken , dat deze, waär van nu , van
!. roc 3. ecne is van de bcitipte en fclioono
evenrcdigheden in den toeftel des Tempels gebruykcj
namenclyk drie dubbeld : zoo dat hy
dobbel geeft van de wydte der zeezelvecotdc
hoogte 5. rot j o of 1. tot. 1. zes dubbeld van
den runden omtrek tot de hoogte , 50. tot jc
f 6. toc I. Zoo dat 'er ten eenemaal niec kan
getwyfcld worden, dat deevenredighedcnniec
zodanig zyij gewcell , gciyk zy uytgedrukc
worden.
Ook raken die het doel niet, fchoon op de
vleugclen van verftand gericht , de w e lke aan
de kopere Zec eene langrondwerpige gedaaiite
toefchryven , io. cllen aan eene längere Middellyn
toefcliryvende. Tcgen welk govoelea
aanilaat, dat 'er twce langrundwcrpigegcdaantens
van de Middellyn zyn, van welkcdceene
de Schrifcuur nict zoude hebben overgellagen,
In den g.intfchcn toeftcl des Tempels komen
evenredige figuren tc voorfchyn , Vierkante,
dubbel vicrkanrc , anderhalf Vierkante, ronde
of cirkelachtige, nergüns langrondwerpige, ot
andcc
N A T U U R K Ü N D E .
äfidere biiyfeiiregelige. En zyn de ronde vor
boven anderen bekwamer om gegoten tc wor-
'den.
De overeenbrenging van zekeren naamloozisn
Eneelichman by Bernards ontbreekt het aan
geenoordeel. üpPnntbUd C CGC X L V I I . is
a.b. de Middellyn of afftand van boord tot
boordvan 10. eilen,
c. p. de hoogte of diepte van 5. eilen,
e e. of d. d. is de lyn 9 , 549. eilen, overeenkomendemecdenomtrckvan
jo.ellen.
nn. nn. zyn twee rygen knoopen of oíTenhoofden,
van dewelke dat 'fer 10. in elke eile
worden bevat, eri joo.indegehelerondomtrek
ván den hals.
f g. betekerid het bovenile langrondwerpig
gcdeelce van de Zee ter hoogte van eene eile,
g h. het halfrond gedeeke van dezelve Zoe.
h i p. vertoond den effen grond der Zce,
cvenwydig met den gezichteinder.
f f . IS de binnenile middellyn van het langrondwerpig
gedeeke 9 , 216.eilen, welkevoorliomt
van o. afgetrokken 535. oftweemaaleene
palmdikte, fa. fb.vane e. 9.549.
h i p . de halve middellyn van de cirkel of
grond9, eilen, derhalven
pl. de halve middellyn, eene palm daar by
gedaan, oí de dikte der Z e e , van9, 522.eilen.
h m. 1 m. de hoogte van het Voecftuk eilen,
6fo, 667.
00. de nfiiddellyn van hetvoetftuk van 19,
eilen, \Velk getal het aldernaaft komt by
(ie wydte Van 20. eilen , welke Eupolemus
aan de Zee geeft by Eufebius Trtsp. Euang.
IX. Boek, gemakkelyk in dit te veranderen,
door de hoogie van het voetftal een weiritg te
vcrmeerdcren, namenrlyk cot een van eene
die. '
Om deze making te verzinnen daar toe had
aan den uytvinder gelegendheid gegeven, de
verzogte overeenbrenging van de H: Schrifcuur
metEupolemusenJofcfus, dochhyheefc, voor
200 veel ik weete, gene aanhangers gevonden.
En hec is inderdaad voor de rede waarfchynelyker,
dat de Schriftuur hebbc uyrgedrukt de
benedenfte cn wyder middellyn, dan de bovenlie
nauwer : zoo dat de gelide benedente
halfrondc gedaance verzonnon is naar den zin van
Eupolcmui, van wiens gezag weinig blyk is,
voornamentlyk by aldicn de gilling yiiXxVtllaliandits
doorgaat, dar voor 1. gelleld is K. dac
js, voor 10. 20 en dac derhalven de Texcvan
l'iipolemus naar de overeenkomft mec de H.
Schrifcuur moot verbetcrd worden.
Ook behaagd aan yHlalpandus ecne iialfronde
gedaantc PnntWad C C C C L l . gelyk ook aai
Iheodoretut, Abulenjis, tingo Cardmalis, zo
gnagol fabtb in den Text zoude betckenen
'•i"i<iöwrö//i?'i'gedaante, dacis, eene bal-ronde,
gene langwcrpig ronde. Aanbelangcnde de e ven-
^cdigheid van de middellyn 10: den omtrek,
7 0 Í
ZOO is hyhcceensmetdiegerie,dewelkewillen,
dat de ¡¡.etallen niet -dviskunßiglyk zyn in acht
, maar iiaar het gemeen en Volks ge.
van dewelke boven is gefprooken.
Doch regen hec bewys, het welkhygebruykc,
kan meninbrengen , áítgnagolfabib, hec welk
de LXX.. Taalsmannen ovcrzeccen door ßrog^
gulon ktikloo to auti) ^ ecneti dubbelen zin coclaat,
welke ook op eene (angwerpig rondegedaunci;
zoude können paüen , hec welk blykc
uyc 1. Kon. VII. 35. alwaar het gebouw word
beichrecvcn van eene ronde hoogte van eene
halve eile rontom , dat ii, langwerpig ronc.
Daar komd by, dat de uitgebogendheid van de
halfronde Zee niet voegd by de 11. offen daar
ondertezectcri, voorwelk ongernak voor te komen,
zoudezyn gewced het fteunfchoor met oiTen
bedekc, van welk nochtans in de heilige Schriftiiur
gene meldmg word gemaakt. Op dat ik
a.chccr wege laatc eene áriderc.redegenomen van
de rekening van 2000. Barh, welke Freyer
aandringd 'Diß: II. 'Jh. 7.
Reyherus Math; Moß bl. 714. wi l , dat alle
zwarigheid word weggenomen door de zcshoe»
kige gedaante welke hy aan de Zee geef t , waar
toe op het 26. vers allen anderen had können
brengen het voorkomcnde woord üchofchan leliebloeme,
alwaar vermeld word de rant eens
bekérs, ofce eener leliebloeme. Want de blo&i
me eener Lelie, dat zelfs den Leerlingen in de
kriiydkunde bekcndis, heeft zes biaden: gelyk
ook, welke van achteren fchynd/?f_y/}¿'raj'meer
behaagd tc hebbén (In de Verhandelifig over
de tytels van den gekruyflen Jezus in de Voorredc)
de Leliefi der dalen, als vah eene meer
bolronde en wyder gedaarire. En indérdaad
tot de zeshoekige gedaance moeft als m'ec de
hand geleid hebben eenen iegelyken, in de gronden
der Wiskundc maar even ervaren, deeverir'edigheid
in de Schriftuur uytgedrukc van de
middellyn Cot den omtrek van 10. toc 30. welke
aan gene andere gedaance, dan aan eene zeshoekige
paft. Ook fchync hec woordgnagol, rondom
rond, daar liiec regen ce zyn, om dac ook
eene zeshoekige gedaance in hären zin rond kan
gezegd worden, namentlyk de zes hoeken in
den omtrek der cirkel zyndegeeindigd, zodat
cindclyk de tweefnyding vervolgd zynde, de
zeshoek zelf tot eene cu'kel word, welke anders
niec is, dan eene Vcelhoekvanoneindigezyden
en oneindige hoeken. Ook behaagd deze zelve
Zee van Reyherus welke hec Printblad
C C C C L I I I . lecccr A. vertoond, aan Sturmius^
mcc dit ondcrfcheid allecn, dacgeenehet gantfchc
ligchaam der Zeezeshoekig heeft gemaakt,
deze alleen den omcrek der boord, doch de
bekkcn holre rond, gelyk te zien is Printblad
C C C C X L V I l l . Ook werpt Freyer tegen
deze ge lachten' van Reyherus en Sturmius in,
7h.8., miilchien veeleer, om voor de Zee eene
langrondwerpige gedaante te behouden, dan om
eene halironde tc vcrniecigen , aandringende
É É