r' ^^^^
•^'•I.l . f
tL,:1
s
:
- l i r i i
.1,
• i .
778 G E E S T E L Y K E
ecne hahe Maangebogen, in -welker holiigheidis
ingeßooken geweeß eene klootvanhetzelvemetaal
met de daaro^ gefchreeven mren. Dat deze
kloot omgeven isgeweeß met eene kring van t-wee
vingerenhoog, op piaatzen doorgeboord, op
dat 00k uyt deßhadirjife der Mane de uuren der
nacht zouden können onderkend-worden: met ecii
•woord, dac hec uurwyzer gelyk is gcwecft die
halfcirkels oi zonnewyzers, welke ook de oude
Romeinen gebniykt 'hcbben. R. Aharbanel
yerklar. over Jezaias verdi cht eene groote kring
in 12. ong e l y k e deeien verdeeld, inwiensmiddel
punt de Zonnewyzers-roede zoude zyngeweeft.
Aan R. Selomo by Schikard behaagd
een naa 'c zuyden draeyend iiurwerk. Die onderfchryven
Kircherits, Brenzins, ßurgenßs.
Com. a Lapide. Anderen is hec een Gezichceinderlyke
¿onnewyzer, hec welk berecdswas
voor de venfters zelve van de Koninklyke kamer.
Wyders de gevoelen verfchillenrakende
d e verdeeling van deze Zonnewyzer. Of, hec \ie\k MenochinsRep. Hebr. bl wil, die
graaden in de Schnftuur vermeld halfuurenzyn
g e w e e f t , of nog kleinder gcdeelcens ? Die gevoelen
fteimd op de langheid van den dag ook
d e aldergrootfte, welke m die Luchtftreek zig
n i e t b o v e n d e 16. uurcniiycftrekc, maarC0C20.
toe zieh moeft uytftrekken , by aldien de opklimmings
graden 10. waren geweell , ende
nedeidalings mede zoo vele, en elk geheleuiiren
hadde aangeweezen. Wanc de keure is
aan den Koning gegeven geweeft om te kiezen
vers 9 . of de ßhadurjve tien graden voorwaart
gaan, ofte tien graden achter-ji^aartkeerenf Alwaarom
het zeer vele Uytleggers met Menochius
eens zyn , ook behaagd aan Pifeator de
verdeeling in 2.+. deelcn , om dat uyt Joann:
I I . y. blykt, dac de Joden den dag in 12. deelen
hebben onderfcheiden Doch voor half uuren
ftellen geheie uuren Dionyßns 7 . Brief aan
Polykarius, Beda, En eher Iii s, Rob. Batllius.
Chronol. Hiß. bl 84. en z y loilen de zwarigheden
der tegenftreevers dus op , dac wel niet
o p den zelven tyd , in welken de Profeec den
K o n i n g heefi aangefprooken, ende Zon nu al
bereeds tien ftreepen was voorby gegaan , nog
1 0 . andere zyn Over gebleeven, welkedeZonne
door de fchaduwe van de rechte Roede zoud
e hebben können tekenen door zyne natuurel
y k e voortgang, maar of dac hec wonderdadig
teeken had können uytgefteld zyn geworden
tot den anderen dag, of de fchaduwe wederom
worden gezec op het begin der ftreepen, en alz
o o in körten tyd de tien ftreepen doorloopen,
o f , dac dat uurwerk nietalleen heeft gehad zyne
12. dag-uuren, maar ook andere i2.nachcuuren
, zoo dat de fchaduwe niec alleen heeft
können doorlopende tweeoverigealleenlykuyt
de dag-uuren, maar daar en boven de S.uycde
nachc-uuren. Dog alle deze dingen ruften op
enkele giflingen , op welke men zekerlyk zoo
lang moec Itaan blyven, tot dat de navolgende
1 oogfchynelykerszalhebe euw iets klaarders e -
ben voortgebracht.
Over her gebruyk van deze Zonnewyzer van
A c h a z heeft de vermaarde Salmaßiis een byzonder
gevoelen , dat dezelve met hebbe gedient
tot aanwyzing van de uuren van den dag j
maar opgerecht re zyn geweeft aan de muur
van het Koninklyk Paleis uytnieuwsgierigheid
o f zcldzaamheid : welk gevoelen Gregorius
MicbaeHsnot. ad Gaffarelhm bl. 32o.zooverre
u y t f t r e k c , dat die uytvinding ontleendi s van den
Babyloniers en Egiptenaren ter waarzeggery
u y c d e u u r e d e r g e b o o r t e e n S t e r r e k y k e r y . Doch
ook zyn deze giflingen op zeer onvafte fchrage
fteunende : die bygelovige Volkeren pleegen
hunlieder Srarrevoorzegkundige Werktuygen,
voorbodinnen van toekomende d ingen, nietten
toon te ftellen op openbare plaarzen, maarveel
eer onder de fchatten, den Sterrevoorvvikkers
gewin aanbrengende, op te fluy ten. Ook is hec
niet waarfchynelyk, dat de zeer godvruchtige
Koning geleden zoude hebben werkcuygen afgodifche
gebruyken toegewyd : veel minder is
het geoorlofd te vermoeden , dac G U D meC
een zoo voortreffelyk wonderwerk , als die is
g e w e e f t , zoude hebben verwaardigdeenwerk-
•cuyg volgens zyne wer veel eer te verftooren,
en Den vuuren tedoemen. Dcrhalvenkcmthec
tot nog toe aangenomen, en meer waarachci g gevoelen
wederhierop uyt, dac deze Zonnewyzer
gedient heeft niet tot enkele nieuwsgierfgheid^
veel minder toc eene Sterrevoorwikkery in de
wet verbüden, maar omdeuurenaantewyzen,
en te onderfcheiden , zoo voor den Koning,
als voor den hovelingen , ter waarneeming van
verfcheiden dien ftp lichten;
B y aldien wy voortgaan toc het wonderwerk
z e l f op Achaz Zonnewyzer gefchied, zuUen
w y wederom de Uytleggers derSchriftuurvinden
verfcheiden wegen inflaande, ja hierendaar
groore Bcnden. R. Abarbmd, R. Levi Bm
G f r / m o v e r dczeplaats, BurgtnßsbySanitius.
Arias Montami!, Vatablus, Grotim, Bocbartus
in Canaim, Pejrcrins in Syfiemate Thtologi.
CO, Cnmkenov. Exftrim. Magdeburg, hl. i^.
Le Clercq Comment. mikins, en zeer vele anderen,
geven voor, da: hec •wonderwerk niet
gefchied zy in de Zonne zelve, maaralleenlyk
in de fchaduwe van Achaz Uurwyzer. Laten
w y de redenen h-joren. i. Dir teeken is maar
gegeven geweeft aan Koning Hiskias alleen,
niet aan de geheie Wereld. De HEERE
gafhem (Hiskias) een wonderteken 2 Krön.
X X X I I . 24. 2. Daar zoude eene zeer groore
verwatring ontH-aan zyn geweeft in dengehelen
Hemel der Dwaal- en Vafte-bierren, tot nadeel
der Starreloopkundige Tafelen , dewelke
ter gelegendheid van die Luchtverfcliynsfel
zouden hebben moeten
Want by aldien in het oplh
lomeus de Zon achterwaarts
'eranderd v/orden.
: der leere van Prog
e g a a n i n d e Z o n -
n e w e g ,
N A T ü U R
n e w e g , en wel door 10. lynen o f uuren, heeft
die moeten te rüg keeren „ o . graden, of
geheie tekenen van de kringder twaalf Hemelt
e k e j n , en aldus de aardc uyt het middenvan
a e Winter worden overgcvoert cot in hec midi
e n van de Zomer, cndeeerlle beweeein" zel-
J zyndeterug getrokken, zoo zoudeeenezoö
a n i p verandenng zyn voorgevallen, dewelke
noodwcndig zoude in de gchelc wereld waargenomen
zyn geworden, en geene kleine verandenng
de bcarrckunde hebben bygebrachc
in de Jaarboeken der Chineezen 719
K U N D E .
z • . —. welker
b e g i n , volgens het getuygenis van Martinms.
opkhmd tot 2700 jaren voor K R I b TUS
geboorre , genc onder de Scarrekundige waarlemingen
der Babyloniers zelve , dewelke tot
^903-Jiren vosr de Krygscocht van Alexander
den Grooren opklimmen, volgens hec fchryven van Porfhyrins b)j SimpUcimmhai.hockvm
Ariftocclc.s Over den hemel 7. Giierikem\, dac
volgens het gevoelen der wederparryders de dag
driemaal langer als eene gcwoone is geweeft :
namentlyk dat by de 1 o. uuren, welkezyreeds
hadde doorgefchooten, moeften . o . van de te rüg
gang worden bygedaan, « elk driemaal van tien
:io. uuren zoude geven , en naauwelyks zoude
könnenovereen worden gebrachtmet Jof X . 1 4 . Daaren'^-asgeendagdeztngelyk,voorhem,iiog na
hem. Doch daar iS g e t o ond , Z o o ik wel ge-
! denke , dat die zonneftandige dag van Jozua
langer is g ewe e f t dandeze van Hisktas.
i In de tegengeftelde krygshoopnu ftaan manmen
Door ZOO vele zwarighedcn worden md^rdaad
"•et gedrukc de navolgers van Copern.cus, dcw
e l k c a l l e e n l y k maar de Zonne m tegcnftrydi.
g e declen omdracijen, namentlyk van hetooften
naar hec wel len, en mec de Zon het geftelder Planeten, Dwaalfterren. Wat de verwarring
aanbslangd der Dagcafelen en Scarrekundig?
I afelen , hier eoe behoren de aanmerkingen
gemaakt by gelegendheid der Zonneftilllaiid
van Jozua, Wellie mec alleenlyk lo uurenlang
heefc geAiurd, maar eenen gdieelen dag. l
Men leeft dac de Koning niet mecr heelt g l
e i l c h t , dan dat de fchadn-^e t,en graden achter-
'^aans zoude teeren, derhalven heeft hy zyne
wenlch verkreegen, het wonderwerk alleen in
de fchaduwe zynde verricht. Ja m de fchaduwe
van Achaz Zonnewyzer alleen : zv zeepen
dat G O D gene woLlerwerken vermenifvul- |
d i g d b u y t c n n o o d z a k e l y k h c i d , endringenderc-
1 Krön XXXI I , 3 namentlyk het loodllhe
b y g e v o l g niet op den gancfchcn aardbodem.
iJe regenltreevcrs hebben, her welk zyinbren-
¡en regen de tot nog toe bygebrachie bewysredenen,
en wel op dit bari te, dat hec zelve gelt
niec minder door godsvruchc aanzienlyk,
dan door geleerdheid cn gezach ernfthafcig. Aiigiißmiisdemirabil.Serift. II. B o e k , 4 8 kap. \TheodoretmowanXli.lK.. Hieronymus, Cyrillus,
Procopius, Lyra, ÜJferius Annal. yet.
Teß. Pohls en vele anderen, welke op te teilen
a l te lang zoude vallcn. Deze willen, dat de
j Zonne zelf ce rüg is gegaan , cn mec die de
I gehei e Dwaalfterrige Draaibol. De bewysredenen,
mec dewelke z y ftryden , zyn: I Dat in
onzen • l e x t wel Word g e l e z en, dat ¡¿i HEERE
de fchaduw tiengraadenachter'jsaartsheeft doen
keeren in de graden, dewelke -zy neder^jfaartsge^
gaan was, indegradenvan Achazzonnewyzer
maar Jez. X X X VI II, 8. dat ¿ j Zonnetungraden
IS te ruggegekeerd: dat men nu van den letcerlyken
by de Zonneftilftand van Jozua (en zy grypen
meccerdaad aan, van dewelke m ^ ) als .n\«Jk
e de Zonne ftil heeft geftaan tc Gibeon ,
en de Mane in her dal /Ijalons. 5. »ai
er met uytgedriikce woorden vermeid word
2 Krön. X X X I I . 5 D a r de VorfienvanBabel
Gezantm hebbenpzonden to! Hnkiasomtevragen
zm met lichtelyk moctafwyken. Dog
de tegenparryders loochenen her gevolg. En
het wonderwerk niet onrkenncnde zeggen zy ,
dat de letterlyke zin tweevoudig is, datuieop
de eene plaars aan de fchaduwe, op de andere
i de Zon Wordtoegefchrecven: dacookdoor
naa dat '.z-onderteken, dat in 't land gefchied
was: welk Gczandfchap zy gemakkelyk zouden
hebben können nalacen, by aldien dat zelv
e Luchcverfcliynsfel in de Scad Babel wäre m
acht genomen geweeft Doch de cegenparryders
keeren deze zelve bevvysred™ om, en zegg
c n , even daarom , om dar de Babyloniers
Sterrekundigcn dir wonderteeken hebben waargenomen
, cn het gerucht is veripreid geworden
dat die gedaan isgeweeftcergelegendhcid
van Hlskias doodelykeziekce, dacdcGezancen
naa Jeruzalcm zyn gezonden geweeft, ora naar
d e waarheid en omftandighedcn van die daad
te verneemen. 6. O o k is hecwaarlykaantekenswaardig
, dat van zodanig grooc wonderteeken
- - Zonne kan verftaan en genomen worden hec
gewrochc voor deoorzake, fchaduwe, licht,
g e l y k Jona IV. 8. Word de Zonne gezegd ßooken te hebben op het hoofd van Jona , dat is,
de ftraalen der zonne: want van de Zonne zelv
e zal dat niemand van gezonde herffcnen verftaan.
i. De fchaduwe op een Uurwyzer kan
zonder Zon niet bewoogen worden : dat wel
de tegenftreevers niet ontkenncn, maarzydryven,
dat de ftraalen der Zonne in de luchrzo.
damg hebben können verbrooken zyn geworden
, dat de inval van de fchaduwe Hiskias
wenfch hebbe beancwoord. j.Dezezelveaandringing
geefc een nieuw bewys voorde Zonne,
als de oorzaakvan dicwondcrceeken, de tegenftreevers
niec toeftemmende. 4. Ter byftand
ten eenemaal gene melding by de alderoudfte
Schry vers g e f chi ed, As Hefadus, Archtlochus,
Simonides, Homerus, Herodotns ( want de plaars
uyt hem boven aangehaald llaac hier niec op )
komen, van dewelke boven de tegenpartyders
:h Oük bedient hebben , de Babylonifche
Gezanten zelve, wegens de oorzaak van zulk
ü o o o o o o o ee n
11 Í