6 4 8 G E E S T E L Y K E
P R I N T B L A D CCCCIX.
U^yders mde Hufal; Gy hent uwen Vaäer ende zyne mannen, datty Beiden %yn^
dat ze bitter Dan gemoed zyn, als een heyr, die van de jongen beroofd is in het
Veld-. iSatn:XVII.vers8.
Ontwaak, ó A B S A L O M ! ont'^vaak uit uiven äroom
Der ßaatzuckt I keer te fugge ^ en buk voor Heer Vader^
Op dat hy u ornhclze en kenne als Zoon: /Ii! Jchroom
Den haateljken naam van beul en rjksverrader ;
iVant gaat gy in iiiii fnood' en boox^en handel voort,
De Forß y als een Beerin aan 't woén, wen zy haar jongen
Zm rooven uit heur nefl ^ klatnp u met kracht aan boort:
Maar gy volhard in 't hvaade, en ziet n thans befprongen
Door DAVIDS Helden^ die uw heir ßaan op de vlucbt,
Tevjujl ge al vliedende aan trjj hair hangt in de luchi.
TAB. CCCCIX.
Di e geen , desvelke opletrende is op de redenlooze
Dieren, en derzelver daden en
beweegingenziec een Toneel van verfcheidene
Gemoöds-driften, Liefde, Blydfchap, Toorn,
Wraak , maar dewelke van de Gemoeds-driften
der Menfchen veel verfchillen, fchcwnaan
deze gelyk, zoo veeldewaarfchynlykheidaangaat
, gelyk 00k de zinnen gelyk zyn, offchy
nen. Met een woord, gene zyn onredelyke,
deze redelyke. Gene zelfs bewegende , gelykende
aan eene geweidige waterftroom, die de
dyk door zynde gebrooken alle voorkomende
dingen overftroomdjdeze met de Reede gepaard,
ten minften moetende gepaard worden, endoor
dezelve beftierd, hoewel, helaas! meer beeftachtigheid
met zieh dragen, dan redelykheid.
De driften zynaandeBeeftenvandenSchepper
gegeven cot een middel van behoudenis. Overweeg
de Kinderliefde der Moeders voor de jongen
of kiekens , de toorn en wraak tegen de
vervolgers. Een voorbeeld is hier voor banden
van eenen Beer, of liever van eene Beerinne
(gelykdc LXX. de gemene Latynfche,
andere overzettingen hebben) die van bar e jongen
beroofd is. Zoo ook Spreuk: XVI I . ii.
Dat een beer^ die van jongen beroofd is ^ eenen
man te gemoete kome-, maar niet een zot in zyne
dwaasheid. Hof; XIII. 8. Ik ontmoette ze
als een beer, die van jongen beroofd is , en
fcheurde het ßot bares herten. Zoorrgelyke
zalmen van den lyger leezen by Seneca in
Medea: Gelyk een Tyger van jongen beroofd in
eene medende loof het Gangeetifch IVoud van
alle kanten door&oekt, enz. By aldien wy
Kimchi hooren over Hùfeas, heefcdeBecrinne
redenen op de Natuur gegrond van grooter en
ziedender wraak tegen de vervolgers, om dat
zy bare jongen uyt eene geftaltelooze vleefi<
ge klomp allengskens gedaante geefd. "Wclk
geraeen gevoelen der Ouden tegenwoordig wel
onder de uytgediende Waarbedengefteldword.
Hoor derhalven eeneBeerinnedus byzichzelvc
redeneerende ! Door groote arbeid en mec dikwyls
rondoni te lekken geef ik aan myne jongen
de gedaante, derhalven hebbe ik haar heviger
liei waarom ik haar zoude beminnen,
grooter drift waarom ik haar zoude befchermen.
Doch deze Kinder-liefde is gemeen
aan alle redenlooze moeders} van de Beerinne
moet dit in het byzonder worden aangetekend,
dat zy een zeer Iterk en wreed beeft is. Getuygen
zyn /irifloteles Hift. IX. Boek, i Kap.
en Tlinius XI. Boek 49. Kap. De Beerin nen
en de Wyfjes der Panther-dieren zyn veel fterker
dan de mannetjes. Tlutarchus : De Beerinne
is het aldertsjreedjìe en aldergrmmig^e
Beeft. Zoo ook Thilo/ìrat: Afollon: II.
Boek , 7. Kap. Doch dan zyn de allerwreed*
fte voornamentlyk, als zy jongen voeden. Chaletai
de kai hai Theylecai, arktos apo toon
skiimnoon. Al waarom by Ovidius XIII. Boek
Kap, der Herfcbepp: Wreeder dan eene bevruchte
Beerinne. Uyt alle welke mi te regt
blykt, dat de overeenkomft in alien deele gegrond
is , dewelke Bufai gebruykt heefc
van David met eene Beerinne van hare jongen
beroofd,
P R I N T -
II. ^^jvjn.. Cap. x \ ' i r . v. t
Ursfl crtliiüs orbati! .éiin' iiiM-'tfitl^'i' "^""itrm