N A T U Ü R K U N D E.
hct geen vyer, het welk de halve bende verceerd
had, geweeft was, van het gewoone, ja
ook met van de blixemen , maar van G O D
gezonden, van dcii hemel gevallen, gelyk hec
met uycgedrukre woorden ook waarlyk genaamd
word l^ygf van dèn hemel. Eene veel verllandiger
ziel hceft de derde gehad, welkertde
Koniiig had afgevaardigd. Deze gedraagd
zieh zodanig , dac hy'den Koning heefr gehoorzaamd
, en tc gelyk G O D gevrecsd :
«wer knechten, diei^tr vifligen dierhaar z.jn
tauweto^en! Zitt het •vyer it vaa äin heml
geaaald, nie heeft die twee eerfte Hoojdmannen
•Deze boog zieh op zyue knyenvoor Elm, ende
fmeekie hem, ende fprak tot hem ^ Qhy Man
GOT)S, laai dog myne ziele > ende de ziele
van vyfti^eu, met hare vyfügen verteerdt
maar au, laat mim ziele dierhaar zmnuwett
oogen vers 13, 14. Voorzicnde, dM het cene
veihng was, in welke Elias te gelyk ea ß eWilebber
was en bezetting, onwinbaat voor alfc
menfchelyke krachten: raadzamer oordeelende
den Man GOOS door gebeden te buygen, en
längs ecne vnendelyke weg te verkrygen, hec
welk hy door de wapenen niet kondc te weeg
Drengen. **
P R I N T B L A D CCCCLXXV.
Üoe nam Elia ttyne mantel^ ende wond hem f zamen , ende floeg het -water^ ende
het -werd herwam , ende derwaart verdeeld : ende zy beiden gingen daar door
op het ärooge.
Ende hy nam den mante/ van Elia , die Dan hem afgevallen was , ende floeg het
water: ende ^etde, waar ii de H E E R E äe G O D van Elia ? Ja áeélve,
ende hy ßocg het water , ende het werd herwaart ende derwaart gekeerd ende
Elifa ging daar door. ^. Kon. Il.vcrs8.14.
E L I A S , GOOS -Tropheet, door 's Hemels geeß gefierkt,
'Die met dan wanderen ••jverkt,
Eer Hy-, door ¡¡Veis GOD, tn zynen dag der äagett
Gevoeri uorä met een wagen.
Scheid met zyn Mantel den Jordaanflroom iiiiß van een',
Hy.en ELISA treén
droogvotts door, en hy ten Hemel o^genomen
Doet o¡> ELISA ioomen
'De kracht i^an zynen geeß^ de geeß van wonderäadfti
tn deez' {laat den Jordaáñ
Ceíyk ELISA met den Mantel deed Vdor deezen.
*he vloetb^e watWen ree&ett
y an een, en GODS Tropheet begaf zieh in dten ßantt
Uroogsvoets aan ä' and'ren kant.
laaiße li'Onder doet de kind'ren der 'Propheeten,
y<tH Hemelsvuur bezeten.
Erkennen y dat de» Gee/i^ die eer ELIAS W,
Toen op ELISA zat,
En Hy^ in zyne flaats^ hen zou ten Leer aar ßrehkettt
tn G ü D S bevel ontdekkcn.
Etken GODS mogenhtid, Gy, die zyn magt niet Vreeß^
¡Vin gy detz" zvond'ren leefl^
Eer zieh zyn' arm verheffe, en Hy, genoopt door toorett.
Vi in u'jj kwaad, doe Jmooren.
Dl t is hec tweede en derde der wonderwerken,
dewelke in dejordanezynverncht :
^et eerfte namenclyk door Jofua den Opperbevelhebber
van Jfraels Heirleger j het tweede
door Elias, door Elifa hct derde. Uytgevoerd,
zegge ik, door deze Mannen GOObalswerk-
^"ygen, maar düor G O D zelven, alsdewaarachcige
en de alderverniogeodite uytwerkende
oorzaak. Dat nochcans verre af zy die ydele
inbcelding, dat in Elias manrel geweeft hebbe
eene zondcrlinge krachr wateren en hvieren
Sonnende van een fcheidcn. Die uytroeping
van Elifa: Waar is de HEERE de GO^Dven
tlia? is eenaldergenoegzaamftgetuygenis,dac
de Prefect zyn vertrouwen gefteld hecft, niec
op den mantel van Elias, maar op de onmiddelyke
kracht G O D S , die verwonderlyk is,
en verwonderlyke dingen doende. De zaken,
dewelke uyt de natuurlyke Wysgeerte hier
zouden können worden bygebracht, de verdeeling
der wateren belangende , dezelve zyn te
zien in het Gefchie ienis verhaal van den Doorgang
van het Volk Ifraels doordeK-oodeZe^
en door de Jordane.
P R I N T . III , 1