h rH, il
'liS
I lilìll' : i l i
7 1 4 G E E S T
weell- de cbernibes , cbernibia, cbeiroaij>ira,
handwaflchingen by '/'oUux, Hamerns anderen
zeer dikwyls vermeld. Hoedanig een vat,
van Feßus jutile genaamd , een doorluchtig
gedenkftuk der aloudheid by de heilige dienilen
van de Godinne Vefta gebruykc du Choul affchilderd
Over den Godsd. der Romeinen ( zic
Printbl. C C C C L V I . fig. A.) en her hcdendaags
gebruykvan de hedendaagfche reinigende
waceren afleid, me: wac rech:, mögen anderen
zien.
Het ZOO even gezegde uytgietcn i Vat, het
w e l k de llomeinen by de heilige plechcighedcn
van Vefta gebruykcen, •ii.'ierd, naar hec getuygenis
van b'eßus, tuet op deaarde nederge&et,
maar van de Heilige Veftaalfchegedragen. Jets
daar naar gelykende kan men aanraerken in onze
ko/ere ivajcbvaten, dewelke de aarde niec
raakcen, maar op ueririiyge», mecconoth gezet
zyn gewceft , dewelke de gedaanre van
evengelykvoccigen hadden , 4. eilen lang en
breed, drie hoog.
D e LXX. hebben in cnzen T ext behouden
het oorfpronkelyke woord mechoonooth , de
Complurenf. tnecboona, maar in de Kronykcn
hebben zy lonleyra een -niafch-bak^ een Bad.
' Jozefus heefd gezegd de grondfljgen te zyn
mechoonooth, mnix touspogaulous, dewafchbakken,
op de grondilagen gezet. Men zal
o o k leezen by 'i heodoretus chutrogaulous, in
de Uyrgave van Jozefus, te Keulengedriikt,
kuthrogaulousyooTwaterbakken we l k e hoogte
"hy maakt tot vier eilen, Oudheden VUI.
B o e k , 2. kap.
Deze gevaartens of kopere grondflagen hebben
gehad misgroth ben hafchlabb'tm , de lyßeh
tufchcn de krantjen, gelyk wy het vertalcn;
de arm mefon toonexechome
ttoon, beßootefi tußchen devoegen, berer fluy.
ringen tuflchen de uyrftaande deelen, dac is
opene piaatzen tuflchen de buytenftaande deelen.
Pnntb. C C C C L V . alwaar deze opene vakken
door verfcheide graveeringen zyn verciert,
I. en de naar buytenrtaande deelen z.alwaarotr
w y welgevoegelykgenoeg jV/Zf/i, Seiten-Fläc
h e n , ztv'Jchefi de» LetHen. Vtllalpaudns H,
D e e l , bl. 493. verftaat door ta exechomena,
•voeghigen , pilaarrjes, aan -welke de kopere
berderett der grondveflen aan elkanderen wier.
den zamengehegt. A. Printbl. C C C C L I V .
Deze open vakken nit waren ofvierkant, of
rechthoekig, met de alderfraaiftc graveeringen
vercierc. Op die liften, tujfchen die krautzen
•waren ingeßooten Leewjven, Hitnderen en Cherubim.
vers 29. Wegens deze vald gene twyffeling.
zie Pnntblad:CCCCLIV.CCCCLV.
ten zy dat aldaar de iceuwen en runderen gefteld
worden aanftonds beneden de wafch-bakken,
en de Cheriibims in de vakken aan de
zyden , hier cer plaacze alle deze gedaantens
in de vakken. Dezen aangaande hcefc "jozefus
aldiis op de aangehaalde plaacs; T)ez,e nu ( de
E L Y K E
zyden der grondflagen ) 'Jiaren in driengedeeld,
"•ben de voegen door graveeringen onderfcheiden,
bier door het afbeeldfd van eenea
daar van eenen ütier, of Arent. £„
Vp deze (hoekcn) was geßeld eene
Ig , in 'jL-elke het wajchvat -wierd
, ZOO dat het fcbeén , als of het mct
•i ierd opgehouden : aan 'Ji-elk gedeelte
Lceuw,
daarna:
ronde ri>
de gedaantens van Leewjae» en Areuden i„
dierioegen waren aangevoegd, dat men zoude
vermeinen , dat zy daar in gebooren waren ^
tufchendezelvc tußchen inkomendekleine-'Palmboomljes.
Welke befchryving van '"jozeUa
overeen'{i:omt met : de^illalpandtfche A(beQ]dini
Printbl. C C C C L I V . Verder worden vs. 29.
vermeid liotb maafeh morad beneden Leeuwen
en Runderen , de LXX. ergon kaiaba/em,
werk van »ederdaling, vcoronsduyfter, m;i.
ge bjvoegfeh vangeßageiigout werk, bcetcr in
de moedcrtaal alleiIry Laubwerk, door welk
woord Villalpandus Printblad C C C C L I V ,
verftaat dat vercierilel , dat op de wyze van
bloemwerk o/> de ben edenße voet der i^afdKaten
tuschen de räderen hangd, uit Leeuwen,
of Runderen, Ar enden, ot Men/chcn hoojdelt
afhatigenäe. Lunditis heeft ook afhangende
vercieriielen j zierathtn von getriebener aibeit,
Vers 30. Ende eene ßellinge hadde vier
kopere räderen , ende kopere flaten. Deze
woorden bevatten niets , het welk duyfter is.
De Kaderen zyn te zien Printbl: CCCCLIV,
C . C C C C L V . A. Doch het fchynd, datde
ftellingen op de radereii zyn gezet g ewe e f t , op
dat zy gem.ikkelyk van de eene pJaats naa de
andere zoudenkönnenbewoogen worden, milfchten
ook aandezeczelvebygevoegd worden,
en uyt deze bronne voi gemaakt worden. Daar
worden ook vermeid jchouderen op de vier heken
, cethsphoth , de LXX. oomiai hnpobaM
toon loa ter von , fchoudcren under de izajchvaten,
yofi'ftts, teßares , kiontskoi kata goonian
heßootestetragoonoi, vierpilaartjesopzoovelt
hoeken gejchikt vierkantig. Daar worden namentlyk
verftaan de hock pilaren of pilaaarrjes
Printbl. C C C C L I V D. C C C C L V . F. Dodi
Villalpandus klimd hogcr op , voorwendende
, dat de bak o f walchvat onderfchoort is
geweeft even als op de fchouderen der viec
dieren de vleugels ce isamen voegende PrincW.
C C C C L I V . E.
V o i g d vers 3 [ Ende de monddaar van
van binnen den kraus \ pib.t rnibbeth lacco!hereih.
Jofefus verklaard hec, in de boven aangelualde
plaats, door Speiran , eene ronde ring.
malpandus verlhat de voet zelvc van het
bekken Printbl, C C C C L I V . G aan de bovenfte
Tafel gevocgd , of ingelaft , welke rond
zoude zyn geweeft anderhalf eile , in hec bovenfteecne
eile , namenclyk ingedrongen, gel
y k de voecenderVatengemeenlykzyn. Lundius
is van een ander g e v o e l en, ondcr het bekken
ftellende eene e v enwydi g c , eenedle
mede
N A T U U R K U N D E.
mede met gravecrflclci
hy den Hals , Collum
gaaiide, nocmd, gelyk i
Printbl: C C C C L V . G
ce van deze plaacft hy de m.
anderhalf voet in 'c vierkai
v c r c i e r d , hec welk
Luther 'us hem voorede
onze moedcrtalige.
O p de bovenftevlaV
i d , ofeengacvan
c H. aan welke
715
c p haar grondfteunfl'el hec bs k k en is ing e -
voegd.
Deze dingen aldus onivoud zynde bevatten
de overige, dewelke volgen , gene de minfte
zwai-igheid.
yymäake ook tien kopere wajchvatcn: een "wafchvathield veertig Bctth, eeuwafchvat
was Dan vier eilen., op elke flelllnge, van dietienßell'wgeivaseen 'uafchvat»
Ende hy zeltede vyve dier ßeli'mgen aan de rechter zyde van het httys j ende -vyve
aan de Jlinkerzyde van het huys: maar de zee zettede by aan de rechter zyde
van het huys Ooßwaart tegen over hetZuiden. i. Kon. VII. vers 38, 39.
Salomon hcett gemaakt , of bevel gegeven,
dac gemaakt zouden wordeni/f« koperewafeb-
•vaten, ciorothnechojcheih, àcLXX.chuthrokaulous
chalkous , wy en de Gemeene Latynk\
itwaterku.-ipen, labra, anderen niet zoo wel
lipptn , labia. By den Ouden was labrum,
ccn waterkuyp, wafchvac, een vac in de bad-
Itoven om te waiTchen bekwaani. Maak dat
'er een watervat in het bad is. Cicero. De
grondfteunfl"els, op welke deze waterkuypen
zyn gezet geweeft, zyn inde vcorgaandeverslen
befchreeven. Vyve van deze wafchvaten
zyn gezet geweeft aan de rechter zyde van het
huys, namentlyk in de Zuyd wefter-hoek , en
vyve aan de linker zyde van het huys, in den
hoek tuflchen de Wefter en Noorder hoek.
Printbl. C C C C X X X L W. CCCCXXIII.
S. namentlyk van hec Voorhof der Priefteren.
Doch of deze wafchvaten alcyd vaft cp eene ¿iiym
plaats geftaan hebben , hec water naar dezelve '
door onderaardfche buyfen uyt de fonteine
Etham zynde geleid j hec welk aan Lundius
behaagd , of, zoo dikwyls die moeften verviild
worden, aan de zeezelve , door middel
der räderen, opwelkezylagen, gebracht, het
•welk Sturmius wil , zal ik nie: beflechccn.
Die is zeker, datdezewafchvatengedicnd hebben
om de llachcofTcrhandcn af ce waiTchcn.
Die is klaar uyc 2. Krön. I\^ 6. cn lofefui
JoodfcheÜudh. VI I I . B. 2. Kap. (fafchvaien;
op dat door derzelver ivater gereinigt zouden
v;orden de ingewandenen voetenderbeeßentot
brandoferen gefihikt. Voeg daar by R. "Juda
LeooverdenTempel, II Boek, kapp, i f . 16.
De gedaantens deezer Wafchvaten kanmen
Printbl. CCCCXLIV. CCCCXLV. i hec wafch-
Der cegenwoordiger aanmerking is de uytgebreide
holliglieid. Elkwajcbvathield veertig
Rath, een wa/chvatwasvanviereilen.. De z e
vatbaarheid zal verfchillen naardeverfchillende
onderftelling der Bathen. Ja deze wafchvaten
Lienen aan Eifenfcbmtd over de Maten en Gewichten
bl. 117. cer bcpal ing der lengte van eene
c l l c van 2^8+. deelcneener Paryfche voec. Zie
o p hoedanigen w y z e . Hy had crgens degrootte
v.in een bath gevondcn ter groucte van 2022.
Paryfche dien, Geftcld zynde , dat die 40.
bachs toc de bovenlle rand vo) zyn geweeil,
ZOO zcuden volgens de beginflelen der iMeeckunde
voor eene eile. 2028, deeltjes voorckoraen.
Doch is voor het zelve waarfchynely.
k e r , dat deze wafchvaten nimmermeer tocden
opperrten rand zyn vol geweeft ; derhalvenafdalcnde
tot de helfte beneeden de rand eile vind
hy voor eene eile 1362. eneindelykhctafdalen
vervolgende 131^4. deelen voor eene eile, üf:
g e f t e ld zynde 2384. deelen voor eene eile, zal
de grootfte diepte des waters komen op 2. Paryfche
voeten, 5. duym. j i . lynen, en de afftand
van het water van de bovenfte rand 10.
l y n e n , als de middellyn is van j .Pa«
ryfche voeten 3. duymen , lynen , voor
onderfteld zynde dac hec watervat halfrond is.
Volgens onze overbrenging zullen 40. ßathen
507. en i . van eene halveZiirigfchelandmaat:
insgelyks 61 o. ftads maten geven.
H e t is bayten cwyiFel, of de gevaartens,
welke wy hebben befchrceven, zynzwaarwigt
i g geweef t , doch het beftiptc gewicht te bepalen
. daar de H. Schrift zwygd , is zeer
zwaar, by aldien nicc onmogelyk. Des niec :egenftaaode
is de proeve , welke Villalpandus
heeft ondernomen , te pryzen. Deze heeft voor
hec watervat gevonden özi.talenten, 52.ponden,
ö.oncen , voorhet wafchvattegelykmec
'0ec640.talenten, 48.ponden3 ii. oncen}
ac met de voec, räderen, graveersn
en andere cieraden 2000. talenten , zoo
derhaiven de rien wafchvaten belopen tot
20000. talenten Demanier, welke hy in
rekening heefc gebruykc, is te zien
bl. +95,
X x x x x x x i . Kon:
f i