fJ'í"!
f:=ií¡
N A T U U R K U N D E.
P R I N T B L A D CCCCXCIÍ.
Daar flerfEüfa, ende zy kgneven hem: debcndennuderMoabitenkwameninhet
landmet het mgaan des jaars.
Ende het geßhieide, als zy eenen man begroeven, datfe, z k t , eene bendezmn •
^owerpenfedenmaninhetgrafvanElifa: ende doe de man daar in kwam, ende
het gebeente van U f a amnerde, werd hy levendig, ende rees op zyne vonen
1. Kon: XIII. vers 20. i i . TR J •
E L I Z A , die, gedimrcnde zynheven,
Em groou reeks •van wond'ren heeft kdreevem
Doet na zyn dood, ofhever d Opperheer,
Em 'wmderdiiitd, de minße gemzmts te achtett.
Em dooden daalt naaw^ in 's mans graf ter neer
En rmkt htm aan, aftrygt zyn ktvens krachten
W'.inm, m ryß tm grave 'nit voor elks cor.
De redm, die d' Aimogmbtid be-dsoog ^
Om duze daad, dit "jjondcr te bedryvm,
IVas op ddt dus des Mans Frophetie's -¿Joord^
By ieder zöude, in eere en aanzien blyuen,
En brengen vrucht j in alle harten voort.
HEt leven van Elifa was , het welk iiyt de
tot nog toe gezegde zaken blykt, cene
aaneengefchakelde reeks vaii wonderwerken :
het eene wonderwerk volgde ftraks het ander :
die wonderdaden Verrichcer deed wonderwerken
byna in het geheele ryk der natiiure , in
levendigen en dooden. Nu verricht hy, jade
beendeten van zyn dood geraamte, numilTchien
al verdroogd, ja veel Iiever nict hy, nog zyne
beendeten, maar G O D , d¡ealleen wondcren
doed , een doorluchtig wonderwerk in eenen
dooden, na de dood van den Profeec, Hetzy
verre van ons, dat wy zouden ftellen eene inkleevende
krache in de beendeten van Elifa,
door welke dezedoodczoudeopgewektzyn geweeft.
GOD wilde vertoonen , inho'egroote
waarde hy dczenzeergodvruchcigenenoveraangenanien
man had, wiens leven als in een kort
hs^Ti^Jeztts Siracb vcrtoond Kap. XLV1ÍI.
I ? —15". Ende Elifeus wierd vervuld met den
Heiligen Geefl : ende in zyne dagen en 'juerd hy
met beweegd van den Overßen , ende niemand
heeft hem met geweld onderdrukt. Geen ding
en ging hem te bown : ende alshy ontflaten was
propheteerde zyn ligchaam. Kai en koimeyfei
propheyteufaito fooma antou : derhalven volgens
den oorfpronkelyken Text in denflaap, ophet
bedde van zyne ruft, Ende in zyn leven dede
hy -sonderen, ende in zyn doodwaren zyne werken
wonderlyk. Dat geen , het welk wy nu
verbalen, is een wonderwerk, hetzy d an, dat
het onrzielde ligchaam zy geworpen geweeft in
de grafftede vänEl izazelVe, ofdezelvealleenlyk
maar hebbe aangeraakt, niet de beenderea
van den Profcet zelven , derhalven eene vertooning
hooger dan alle de krachten der Natuur.
De becooging is by andere gelegendheden gegeven.
2. KOD. X IV. VCl'S 9.
Maar Joas de Koning ìfraels zondtot Amazia den Koii'wg van Jiida, zeggende : De
dißel, die op den Libanon h, zondtot den Ceder ^ die op den Ltbaiion is, leggendei
Geev uwe dochter mynen zoone ter vronwe ; maar hetgedierte des velds, dat op den
Libanon is, ging voorby, ende vertradden dißel.
aan Joas zullende fchadelykzyn : de fteüing van
de voorftelling is, dat'er geen heil isby het oorlog
, dat de vreede liever van den Ifraeliten
moeft verzocht worden , dat de Krygs Godin
ccn wrccd beert was. HetwoordirÄöÄi:>& komd
eiders ook voor in de heilige bladeren. Job
XXX. 40. Dat voor tarwedifielen, Choach,
voortkomen. Spreiik. X X V I . 9 gelykeendoorn
Choach ygaat in de band cens dronkaarts. Hooel
11.2. Gelykeeneleheon'-'-' ' '
M m m m m m m r a
De Verdichrfcis , dcwelke de Oofterfche
Volkeren zeer dikwyls gebruyken, hebbeniecs
aancrekkelyks, en waarlyk het antwoord , her
welk Joas aan den Koning Amazia heefcgegeven
, is met zouc cn beilecpendhcit doorzult.
Gene had, buyten eenige dringende noodzakelykheid
, het oorlog aan joas aangezegd , de
diftelaan de Ccder: joas raad het oorlog af,
om dat het als cen beeft des vclds vertreeden
zoude die diftel zelve, veel eeraan Amazia als