N A T U U R K U N D
\ I J I
En Romens eerfte Keizer Cefar, die Kaal was,
kwalyk opneraendedefpotrcrnyeazyner afgunftigers,
word gezegd , om die gebrek , gecn
liever vaa alle de befluycen van den Raad te
hebben oncfangen , als hec reclic om eene lauwerkrans
ce draagcn voor akydj by Svetonius
in hec leven vany»¿ Cr/, kap. j f. welkgebrck
hy voortrcfielykhad können te hulp komen mec
ÚQfaruyken der hedendaigfchcn, by aldien die
toen in gebriiyk waren gewceft. Onder der
ßurgernieefteren regeenngs cyd was hcc zoo
niec : nict alleen waren de gebrecken des Iigchaams
niet tot fchande, maargehelegeflagtcn
waren gewoon van deze zelve toenamcn ce halen.
Calvos, Kaien, zukgy vindenindeGeilachcen
C<fC///Ä, Cornelia; Claudos
len, Claudios. Zcer vele voorbeelden komen
voor op de aloude Pcnningen.
De onredelyke dieren , welke hier de pkats
ecns iclierprechters licbbcn bediend, zyjWTjyhbm,
beyren, beyrinntn. By den Hebreeuwen
en Kaldeeuwen<2'(5¿, tcnbe^r. DenEchiopiers
Ludolf. Hiß.Mrhiop. I Boek, lo. kap.
Den Arabiers Vübb, hec wyfjc by den Türken
áübbet. Meninzk. ¡Vooráenb. 617. 1881.2012.
De Worcel fchynd Arabifch, dabiba is ce hebben
een hay rig aangezichc , dabbon , dabobon
de hay ren en niygheid van her aangezichc, adabbo
, azabbo ruyghayrig. Wane het ligchaam
van den beyr is ruyghayrig 1 dafu Hau. Ar iß.
de fart. Anmal. 11. J3, 14. kap. lachney pukiuey
duspaipalos, mecdikenruwhayrbekleed.
O/'pia/t. Cyneget. III. ßoek , vers i+i lafiaucheyn
, met eene burftelige nek by Homerus.
Wegens deze beyren , dewelke 41. befpoccers
hebben vcrfcheurd j hebben verfcheidcn Uyc-
E . 74 9
Jeggcrs verfcheiden zaken. Daar zyn 'eronder
de Kabbynen , dewelke aan een W onder werk
coefchryven, dac alhier is gefchied, om dac in
de nabuurfchap van ßechel gene beyren zouden
geweeft zyn ; ja dewelke een wendet werk ftel-
Icn in een wonderwerk , zelfs geen woud erkennende
, daar nochcans de Schrifcuur met uycdrukkelykewoorden
een woud, c^nbofch, vermeld
, uyt het welk de menfchen-eeters zyn voor
den dag gefprongen. En miilchien zyn die
Eikcnboom, onder welke die Profeet van Bethel
den man G O D S vond ..Kon.XIII J4, ins.
gclyks die Eike ge'jt;eens, MlonBachutb^
üiider welke Deboraisbcgraven. Gen. XXXV.
8- in dir zelve woud geweeft ; uyt hec welk
miflchien is gekomen ook die leeuw , dewelke
den recds gemeiden Profeet heefc gedood. Wae
'er van zy, die is ontwyfFelbaar, dacdezebeyren,
door GODS zonderling bcvel uyt hare
Ichuylhoeken zyn tevoorfchyn gektmen, op.
dar zy deze befpocters zouden verlcheuren. De
Icenipreukige uycleggingen, dewelke gemaakc
zouden können worden , laac ik cen dcele den
Joden over , deze 42. jongens coepaiTende op
ZOO vele ofterhanden door Bikam een gunfte van
Balak geflagc Num: XXIII en XXIV. cen
dele den Kerkvaderen, dewelke van Elifa maken
een voorbeeld van K R IS T U S , door
den Joden befpoc, en dac Kaalhp gaat op hec
zelve Willen dac klim op het kruys opde plaats
•van KaIvane op te tichien , en door de twee
beyren vcrlhan zy Ticus en Vefpafianus , dewelke
Jeruzalem 42. jaar na KRISTUS dood
hebben verwoeft. Zie Hicronym. over Zefanja
V. Scuk. Verklaring over Pf: XLV. en
LXXXIV. anderen.
1 . Kon. III. vers 4.
Me/a nu de Kon'ws. der Moabken was een vee-handelaar, ende bracht op aan den
Komng Ijraels hondera duizend lammeren , ende hondetd dmzend rammen met
de ijjolle.
By aldien wy toegang neemen toc de aideroudlte
tyden, en derzelver manieren raadplo
gen, zal 'er niets zyn, alwaarom wy Zwiczers
ons over onze koophandel zouden fchamen,
welke omcrcnd jong veeen fchapen, en derzelver
inkomfte , melk cn dac van melk gemaakc
v/ord bezig is, ja niet over den cytelnaam van
ünemelkcrs zoo Imadelyk, datdezelvcinvoorige
cyden oorzaak is geweeft van een oorlog
tuO'chen ons, en onze nabuuren, onrftooken.
Üudstyds zyn "ergewceft, gelyk'ernunogzyn
onder de l'arcars, Köningen en Vorftclyke
pcrzonen , dewelke deze lundding hebben geplcegd,
ja de herders Abraham., ''jakob, MoÄ
f j , volgcns de overlevering van Trogusinhct
XVIlI.Boek, zyn Köningen geweeft; Jobals
een Koning onder de bende XXIX. 2 f. /iugias
Koning van Elis, Adonis, ZoonvanCinyras,
Koning van Cyprus, van den welken Thcocrytusld)
ll. a.
Hooraios ch" hoo doonis , epei kai meyla
nomeuei.
E n na hem V rgilms in de t o. Herderskout :
Eh defchoone Adonis heeft di Schaapn am
de riviere» geweid.
In onzen Texr Meja , Koning der Moabiten,
welke zelfgenaamd word tcnveehandekar.
De LXX. hebben hcc oorfpronke.
lyk woord nookeyd, anderen hebben archipoi'
meyn, Hieronymus áoot ttneomkhryvm^^ hy
uoeàde veei vee Ì Stel, dac Mefa zelfgeen yee
gchoed heefc, dat cen minften die zeker is geweeft,
dac hec vee hec groocfte gedeeice is geweeft
van de rykdommen , dewclke hy bezac.
Die blykc uyc de fchaccing aan Ifraels Koning
opgebrachc van looooo. lammeren , en van
100c 00. rammen met de vcolle\ welkgecal vele
«
I
! i I