N A T U U R KUNDE
üytiegging heefc, Godtn, Efigelcn y Rechtcrs,
befcherm-engelen van Rechters, hoedanig Samuel
is geweeft , of een bciclierm Engel van
eencn Rechter ftaacig doorachcbaarhcidi waiit
dac Saul een perzoon, gene mecrderen , hccft
verftaan, blykcuytdcsfelfsnieuwe Vrage, hoe
is zv»e gedaantc ? en iiyc het aniwoord van
d e Endoreefche : •D.wr körnt een oud Mau
op i en hy is met eene ma/itel hckleed. vers
14. En het blylct uycdczezamenfpraak zclve,
dat Samuel van Saul zelf niet is gezien gcwecit.
Aan haar konde niet onbekend zyn de geftalre
en het gewaad van Samuel, derhalven was her
deze waarzeggende Vrouwe niet naoeyelykaan
den Koning voi vanfchri k enangllvalligheden
te verbeeiden het denkbeeld van den Proiect,
die gedaurende de loop van zoo vele jarcn den
cooni van hec IfraelirifcheGemenc-lieti h.iJ beftierd
: 00k niet lallig, door eene heefche en
fchuiifelende i lcmrae, gclykdie ,deruit de bnik
fpreekcnden, is gewcel l i of door cencn anderen
, dewelkc voor de perzonagie van Samuel
moeft fpeelen, aan Saul de aanilorids rockomftige
dingen te voorzeggen. De Koning zclf
g a f , als het wäre, door zyne vraag haar hec
ancwoord in de raond. Ende hamuil zeiüe
tot Saul, waarorn hebt ^y my onrulììg gemaakty
vty doende opkernen Ì 'Doe zcideSaul,
Ik ben zeer beangßigd, want de 'Fh'.lißynen
krygen tegen my , ende GOT) isvanmjgeiveken
^ ende enant''juoordmynietmeer ^ noch door
den dienß der Trofeeten^ noch door drootnen^
daarom bebbe ik u geroepen^ dat gy my te kennen
geeft y '-Ji-at ik döen zal. vs. 15. Alwaar
Saul zieh zelven blood gecfd voor de bedricgery
der tovenaariler , namenrlyk door deze
zyne openhenigc bclydenis en verhaal, zy krygen
tegen iny^ GOD is van mjgexueekcn ^ ende
en antwoord my met meer. My -, den Koning.
Het mom-aangezichtafgelegdhebbende,
z o konde het antwoord iiiec ver gezogc worden,
en gene konflcnary is 'er byna nodig geweeft
, om den Koning van boven neder re
ftortcn, en meer wanhopig te maken. In de
V r a g e zelve fchuild het Antwoord Samuel
zeide : -waarom vraagd gy my doch, de-j^yle de
HEERE vnn u ge'\x;eken, en wjue vyand geworaeu
is? vs. i6. ff^ant de HEERE heeft
voor ziehgedaan, gelyk als by door mytien dienß
gefproken heeft : ende heeft het Koningryk van
uwe band gefcheiird y ende In heeft dac gcgeven
aan Wiven naaflen, aan David, vs. Gelyk
als gy naa de (iemme des HEEREN niet gehoord
en bebt , ende hittigbeid zynes tuorns
niet ultgericht bebt tegen Jrnalek : daarom
heeft u de HEERE deze za kegedaan te de zen
dnge. Die alles wift niet alkcn de i^invcl, die
op die toneel plachc gctrolckcn tc werden ,
maar het gantfche llVaehciich Volk. Xl^anthet
kon voor niemand verborgen zyn , het geen
VC o rge Valien was fuiTchen Samuel, Saul cn
Agag I. Sani. X V . als bcdrceven in hctgezicht
van het gehele Volk. Ook is niet onbekend
gcwecft die bcdrciging door Samuel gedaan vs.
iS. 'De HEERE beejt heden het Konivkryke
Ifraels van u afgpjchenrd, ende heeft het uwen
naaßen gcgeven, die ber er is dan ghy. En deze
zelvü naaftc , David, was aan gantfch Urael
bckend. 'Jcrl gctuige roepe ik te voorfchyn de
aanfpraak van Saul zclf tegen David : i. Sam:
X X I V . i I Ik 'j-.cet dar gy voorzeker Koning
worden znlt, ende dat het Koninhryke Ifraels
tn uzi-e hand bejiaan zal. Ja de oogen van gantfcÜ
IlracJl waren op David geflagen , en delTelfs
herroeping van den Koning Achis, in hoope
van eene beterc Regeering. Saul zelf bekend
ock , dat G O D hem niet meer antwoordde,
noch door banden der Frofeeten , noch dooc
aroomen, noch door de Urim en Thummim,
uit welk goddelyk ftilzwygcn de waarzègfter
ligrelyk konde giiien GodsraadsbelluictotSauls
ondcrgang , en miflciiie.n had deze zelve ophouding
van de goddciyke Godfpraak het gantfche
Leger met fchrik bevangen, van waarhec
gcrucht uit de Gilboafche Legerplaatzen tot
a l l e , in de nabuurlchap gelegen, piaatzen,
lioedanige ook Endor is geweef t , konde doordringen.
isochtans hccft de Tovercfle van Endor juifl:
200 ftipt het doelwit niet getroffen, dewelke
dus fpreekt vers 19. Ende de HEERE zal ook
Ifracl met u in de haud der'Philißynengeven,
ende morgen zult gy, ende uwe zoonen by my
zyn: ook zal de HEERE bet leger Ifraels in
de band der Tbiliflynengeven. Ten z y g y plaats
¿oude willen geven aan de dubbelzinnigheid,
dewelke aan zoorrgelykebedriegelykewaarzeggerycn
plagt gemeen te zyn. Het is onwaar,
dat G U D gantfch Ifrael in de band der Thili*
frynen heejt overgegeven, wantwyleezenKap.
X X X i . 7. yilsde mannen Ifraels i die aan deze
zyde des dais -viraren, ende die aan deze zyde
der Jordan e 'juai en, zagen dat de mannen Ifraels
gevloden -waren, ende ádt Saul en z^nezoonen
dood Viaren: Zoo verlictcn zy de¡lecden,ende
zy vlooden : doe k-jL-amen de Thilißynen ende
vimndden daar in. Dubbelzinnig verder en
onwaar is het, he: geen de Toverefle geprofeteert
heeft wegens de zoonen van Saul 5 by aldien
de waarzegging gene uitzonderingbehoefc
te lyden. Wanc in den ftryd zyn voorwaar
gefneuveld '"Jonathan , Ahinadab cn Malcbi-
Sua , doch zyn overgebleeven Mefhibojeth
Sauls nccf d t Jonathan, en de vyf zoonen van
Riipa Armon cn Jsbo/etb, die door Abner op
den Koninklykcn zctel geplaatftregeerddeover
I f r a c l , terwyl David , Koning over Judaa«
Itimmc alicen , te Hebron zyne Hofhouding
lud. Eindelyk heeft d e , in Samuel hervormdc
rrcifcttllc, gtd\va.ildtcnaanzienvandetyd,
morgen^ zeide z y , machar, zult gy, en trjue
zoonen by my zyn , liet welk ook de LXX.
overzcttcn aurion , morgen , het welk vaifch
was. ikhebbc daarom de Vcrklaringvandeze
A a a a a a a ge -