N A T U ü R K U N D E.
cehad, de eigen kinderen te docxlen , om hec lende een Kab brengen op de gedaanre vaneen
leven te behouden, welke verfoeyelyke fchen- Vierkant, 200 zult gy voor de wortel vinden
daad in den eenen reeds ter uytvoer was ge- ; ofdczydeA.B.+.Paryrcheduymeno'-lyncn.
bracht, m den anderen teruytvoertebrensen, : n.i j' j „ 'i " " ' -
ten z y G O D ter hulpe wäre gekomen. 1 ! , , „ u "
OponzcWysgeerigctafelwofdenopKdifclit I « " / " l - ^ - d cW• vry vana etwyfelacht.gtwee
™eht en%a n dl alderzeldzaamfti te ge •"^^r de ß»^^. , ; , . / , Chr.mm is m
i i l '
Î Ï T
I
mU
î gerechten van de alderzeldzaamíte gel
y k en van de alderonfmakelykfte , een èzels
kop, enduyvc-mifi. Hetezels-vleefch,hetwclk
bekend is", is onder d e , in de wet , verbodene
geweeft, omdatditbeeftnietherkauwd, noch
gekloofde klaeiiwen heefc. Hierom zyn 'er
geweeil ondcrde Joden, dewelke rofchchamor
niec hebben vertolkc áooT tcn ezels kop, maar.
voor chamor hebben gelezen chômer, hec welk
eene mate van drooge waaren is geweef t . Deze
v/ederlegd K. Kimchi overvloediglyk. Het
hoofd van een Chômer is iecs ongcrymds, cok
zoude hec zulk een groot gebrek van lyfcochc
niec zyn geweeft, by aldien een Chômer, volgens
myne rekening ii. vierdedeelen mec 6.
maatjes Zurichfche maac, niec hoger van prys
hadden komen ce ftaan aïs op 80. fikels. Nademaaleene
mate, van een Chôme r , delyftocht
wederkomendc op eene fikelisgekomen,
het welk uyc het naaft aanvolgende Hoofdftiik
blykt. Ook zoude niet eenvoudiglyk de prys
vaneene Chômer zyniiycgedrukt geweeft, maar
de heilige Schryver zoude daar de zoortezelve
bygevoegd hebben van het graan, Garft, Hav
e r , Tarwe. Dusdaniger wyze waarlyk beloofd
Elila in G O D S naam ; Margen zaleene
mate melbloem uerkogd worden vooreenenjîkel,
ende fwee maten gerfie 'voor eenen fikelindepoorte
•van Samaría. Kap. VU- 1. Ende Openb. VI.
6. Een maetgen tar-'^e voor eenenpenning, ende
drie maetgens gerfte voor eenen penning. Derhalven
blyfd eenezels-kop, endeszeltsprysSo.
fikels, dewelke overgebracht 60. guldens geven.
Zoo Artaxerxes, volgens Plutarchus in
deszelfs leven , by de Cadiiliers in de grootfte
meer fwarighedcn omwonden, het welk al was
hec maar uyc de opcelling dergevoelens, maar
ook uyc de verkiezing zal blyken.
I . By de letter blyft Eutycbius, Patriarch
van Alexandrye, Jnnal. bl 213. Diewil, dac
de Samantaanfche burgers door honger geperft
inderdaad duy vemeft tocfpyze hebben gebruykt.
Doch ten voorfpraak van dit gevoelen dienen
met die hoogcrotze bedrcigingen van Rabfake
cegen Jeruzalems borgers iiyrgebraakt, dat die
elendelmgen, deweîk: op den mnur zaten haren
drek eeten, ende harepi¿e drinken zotiden. 2. Kon.
X V I Ü . 2 7 . Jez XXXVI . 12. Zelfsindealdei
grootfte hongersnoot komen niec tot fpyze
de drckvuyligheden het zy van menfchen of
beeften, niet alleen, om dat des menfchen na-«
tuur daar een afgryzen van heeft, maaromdat
dezelve ten eenemaal van eene voedende krachc
zyn ontblood , het befte zap van het voedzel
in maagzap zynde verkeerd, het welk door de
leiding der melk-aderen nu reeds tot bloed is
overgegaan. Voornamentlyk kan dat van duyvemeft
worden gezegd, als het welk warm en
droog is van aard, en derhalven boven de meft
Van andere vogelen ter vetmaking der akkers
word gebruykt, volgens het getuygenis van
FarrodeReRf,ß. I. B. 38. kap. Columella IÍ.
B o e k , 15. kap. Plm. XVILB. 9. ki^.Pallad.
II. Boek, 33. kap. giuintiliiisll.hotkGeopon.
Hec is derhalven niecwaarfchynelyk, dat in hec
belegerde Samaria duyve-meft voor fpyze is
verkogt geweeft : maar ook, by aldien het fpyze
zoude zyn, gelyk dedrekisvandefnippen,
zoo komd her niet gevoegelyk over een met de
mace, eigen aan drooge of aan koorn of peulhon^
er, ßagtte de laßkeßcn alleen, zoo dat een 1 vruchcen. Men zoude dat eerder gewoogen,
ezels kop naair^-eljks voor zeßigdrachmentehop dan gemeeten hebben. Ahvaarom men weini-
'•^as. Daar anders een gehele ezel elders by 1 gen onder de Uycleggers zal vinden , dewelke
Liicianns op 30. of 25. Regih. b. kap. i.ßieede, deezen Text naar de letter van fpyze en duy vedat
het den zoldaten was gcoorlofd , dewelke meft zouden verklaren.
het land der Cutheen waren ingedrongen, ; II. Uyc den Joden willen de LeeraarsR.^ff-
[mm
by dringende hongersnoot varkens vleefch,
dac der doode krengen te eccen. Doch ik gaa
voorc.
Ende een vierendeel van een Cab dnyven-meß
voor vyf ßlverlingen. Kab is eene mate van
droogewaarengeweeft, houdendevier/ö^w, en
een log us, 6. eyeren, derhalvcn een Kab zoo veel
alsin24.eyerfchalenkan. Eifenfcbmid. dePond.
&Menf.h\ 89. 171. geefd aan een Kab i i2i .
Paryfche f?ierkanie duymen, dewelke volgens
myne overWnginggeven maatjcs Zürichs
van een Kab derhalvcn oflogus omrrend i .
van een maatje , welker prys is geweeft van
fikelSj of van2. florjnen, kruytfers, Zulnas
en "David, dac onder anderebehoeftens des
levens den belegerden Samaritanen hout heefc
ontbrooken, zoo dat z y eindelyk daar voor in
de plaacs hebben moeten nemen duyve-meft.
En waarlyk men leell by Galenus III. Boek¿^e
Temperan!, datergens in Myf i e uyt duyve-meft,
door de wärmte van de Zon gedroogd, en toc
gifting gebracht, een huys is aanbrandgeftooken
met hars beftreekea. Ter beveftiging van
die gevoclen kennen bygebrachc worden het gebruyk
van fchaape-mcft in hcc dal Averfano,
van koemeft in eenige Landfehappen van Perz
i e , alwaar het vervuld het gebrek aan hout:
de Vuurbaak zelve, welke zy hedendaags van
Menlchen drek maken. Doch echter vinddic
gevoe-
II'..
II'
4
' "IU11.
f ' ^ i i i r - '
• f i . . " " . .
• ï i c : .
liUlDE;
Siüi'i;.: • '
; ..ü! iiiipi:'