• í f " ' ^
l\. í'
j f j
768 GE E S T E L Y K E
P R I N T B L A D CCCCXC.
tVant de Heere badde het heyr der Syriers doenhoorencen gelup van ivagenen', ende
. een geliiyt van peeräen, het geluyt eener gpoter hyrkracht j zoo datfe zeiden de
een tegen den anderen , ßet , de Koning IJraels heeft fegen ons gehuurd de
Köningen der Hetbiten, ende de Köningen der Egiptenaren^ om tegem ons te ko'
men, 2 Kon: VII. vers 6.
fVelk anderlyk vertoog! hoe! 't krygsvolk op de vJucht?
Of kreeg het Kondfchnp, dat de Vorfi der Ifr'eUeten
Toi bulp kreeg de Hethiettn,
En and're uolkeren, ter redding van de Stad ?
0 Neeti: E L I Z A had,
Door 's Hemelsgeefi eeßerkt, 's Stads overvhed verkondigtt
Terti-jl de Hoofdman zondigd',
Om dat hf tn-yfeCde aan de 'wonderdaad, voorfpeld
En door G Ü D S knechtgemeld.
Hier op wrbyßert G ü D des vyands hart en ooren.
Hy doet hem dnid'lyk hooren
't Gelnit der wagenen enpaarden en 'tgeweer.
Straks valt zyn moet ter neer.
Des vyands benden, door dte 'wonderdaad bedroogen,
En door G Ü D S kracht bewoogen,
Begeevcnßuks de Stad, en neemen tegelyk
In zekerbeid de wyk,
Verlaatendehimn'Tent, hunn'voorraad, enhtmleger.
Dus wou den Albeweger
Om Uttel vroomen, die zieh vonden tn de Stad,
In boosheid mtgefpat,
Haar nochtans redden, en voor 't Jchrik'lyk woen bewaaren
Der vyandlyke fchaaren.
Leer hier, 0 Kriflen! uit; datge op UVJ Schepper boxrjot,
En nooit zyn hnlp mistrowjjt.
Hy vaerkt door ongemeene en 'wonderlyke wegen,
En laat« nooit verlegen.
Veßgy WJL; hoopßechts op zyn hiilpe en toeverzieht,
Straks zietge wju leed verlieht,
En 11 verkv^ikken in de rampen, die 11 drnkken,
Ja! door een -wonder, u, iiit alle elenden, rnkken.
ZIe daar door ccn enkel gedruyfch , maar
van G O D gezonden, hetgantiche heyr-
Icger der Syriers op de vlucht. Of dit krygsg
e l i i y t , taratantara, verwekt is geweeft door
zekeren Enge l , of d a t ' e r bewcegingen, dedonder
nabeeldende, buyten maten kletterende onmiddelykvan
G O D indeomleggendeLuchcdamp
ingevoerd , o f , by ftil weder , het zenuwaclitig
geftel der ooren inditsdanigetrillende
beweegingen isgeraakc, dewelke hec gewel d
van een indringend leger zowden verbeelden,
bepaalt de Heilige Schrift nict. Dit is wel
uyt de omftandigheden van de gefchiedeniszek
e r , dat'er gene dondercndc beweegingen in
d e lucht, geen gedruyfch in de Ilad is gehoprd
g e w e e f t , zoo dat het ten eenemaal tegiflengcoorlofd
is, dat deze plotze vreeze van G O D
onmiddelyk den gemoederen der Syriers is ingedrukt
geweeft , zoo dat zy alle oorlogs-gerecdfchap
hcbbende verlaten , en de wapenen
weggeworpen , behoudenis in devluchtgezogd
hebben. Derhalven hadden zy zieh opgemaakt,
ende 'izaren inde fchemermgegevloden, ende hadden
hare tentengdaten, ende hare peer den, ende
hare ezelen, het leger gelyk als het-was: ende
IVaren gevloden om hares levens wille. vers 7.
Endeziet, de gajjtfihe tveg was vol van klederen,
ende gereetßhap, die de Syriers mhaar veru.
U... ycfjj^^
PR.INTj
i - R r ü . v i r . AT.Li.
S y r i Ilaepiln Öe/Xart.) ^ierciilsi.
J
Li
. I'' I!
¡1.;: Í
i a i r
Jiii.i