,i .1,
1 I
1
666 G E E S T E L Y K E
P R I N T B L A D CCCCXXII.
Die vertoond eenc meer onderfcheidene grondtekening
van den Tempel.
A B C D. De Omgaiig van het Voorhof der
Heidenen.
E. De zuylen van de muur in den omgangeen
riet breed hoog en dik.
H I K L. De Omgang van den Tempel, van
welke de zyde is 500. eilen.
M N O P . De lUchchoek af re fnyden voor
den binnenften Tempel.
Q^Q; De Zeven binnen Voorhoven of opene
Flaatzen onder den bloocen Hemel.
a b c d. Hec Voorhof der Prieftercn.
abef. Het binnenfte Voorhof der Priefteren,
waar in de Altaar f en kopere Zee *.
11 R. De 1 oorens 50 eilen breed en lang.
SS. De Gaanderyen 100. eilen lang, so.breed.
T T . DePoorten, namentlykdrievanbuyten,
en drie van binnen,
v V. De Dorpeis der Foorren zoo uytwendigc
als inwendige.
V V. De Vakken der Poorcen.
N c Z M. De gebouwen rondom den binnenften
Tempel.
g. De Dörpel van het Heilige en van het Heilige
der Heiligen, alwaar de tweePilaren
Jachin cn Boas.
h. Hec Heilige,
s. Hec Heilige der Heiligen , of het Aiderheiligfte.
P R I N T B L A D CCCCXXIII.
Vertoond eene meer uytgebreide en meer byzondere
Grondtekening van den Tempel
te 'jeruzakm, hoedanig eene voornamentlyk
uyt Ezechiels gezichte begreepen en
verbeeterd heefc, na Goldman, Leonh:
Chrißopb: Sturmius,
H I KL. Is de Omgang des Tempels, wclkers
zyde van 500 elJen.
I. De biiytenfte Oofter-poorte.
1. De bmnenfte Üofter-poorte.
2. De biiytenfte Noorder-poorte.
y. Debinnenfte Noorder-poorte.
3. De biiytenfte Zuyder poorce.
4. De binnenfte Zuyder poorte.
AA. De Vakken naaftdePoorten, namentlyk
de Oofterfche en dus in de andere Poorten
te begrypen.
C. De zitplaats der Pnefteren bedienende den
Dicnft des Altaars.
D D. De Vakken, of kamertjes, in welke de
Priefters de geheiligde dingen eeten.
E. De Keuken der Priefl:eren.
5-, De Voorhoven des Tempels.
7. De Toorens.
8 De kopere Altaar.
99. De tweePilaren Jachinen Boas.
E. De kopere Zee.
t. Hec Heilige.
II. Het Heilige der Heiligen.
Andere Kenmerken, en andere tekens, worden
elders verklaard.
P R I N T B L A D CCCCXXIV.
Volgd eene Doorzichtkundige vertooning van
den Jeruzalemfchen Tempel alwaar.
a b c d . De Grondlegging van de Tempel hoog
300. eilen, lang /iäo. eilen,
bc. De Omgang van de Miuir.
h. Het Voorhof der Heidenen.
1. De buycenfte Oofterpoorte.
mm. De Voorhoven des Tempels,
n. De Noorderpoorte.
00. De Toorens des Tempels,
p. De Zuyder-poorte.
r. De kopere Altaar.
il. De twee Pilaren aan den ingang des binnenften
Tempels,
t. De binnenfte Poorte des Tempels naar hec
Heilige.
Nu keeren wy eindelyk wederom tot de plaats
I. Kon: VI. 2. cn de verklaring van hetPrintblad
CCCCXX. namentlyk het Heilige Huys,
maar niet het zelve geheel, alleenlyk maarhec
binnenfte, hec welk het Hetligßo of het/l/fi/zge
der Heiligen bevat Degelykhiydendeplaacs
ftaat 2. Krön; Iii. 3. Ende deze zyn degrond-
Salomo. om het Hnys G'jTIfES
te bou-juen : de lengte in eilen naa de eerße
mate^ was zeftig eilen, ende debreetteivuintil
eilen. Van de hoogtc word gene melding gemaakc.
Namentlyk de lengte van het Heilige
der Heiligen (gelyk ook de breetce) Printblaci
CCCCXXII. II. was van 10. cn het Heiliger,
van 40 eilen ZOG Icczcn wy ook Ezech XLi.
i, van het Heilige: ook mat by de Icnghte van
dien y vcerrt?^ eilen , ende de breette twinttg eilen.
En van het Aldcrheiligfte vers 4. Üok
mat hy de krigCe van dien t winitg eilen — Ende
T A B . CCCCXXII.
I . R E G . RAP. V I . V. 1.
upli Hieroiolyniitaiu Profo^^-rapkiii. ILRT. (?!TP. V I , t'.L,
' ^i-mh-iß (.i-iS ^empeiit iil ßrriifitiii,,.
fkl
•-JJ11L