if
O
XXXXX
. s- .
V 7
s. \ /
V s-
Nu m
apparatu
Ll, exhiber.
R E R Ü M n a t u r a LIUM. 47
• ^"P'™ dilmiffime flava ceterum priori fimili, eft. Prona figm-arum
• modo difcrepat. D.verfe vdentur effe fpecies illius Papilionis, quem McrL Ta™ •
T A B U L A UNDEQUADR AGESIMA.
N^ ' P macuhsque Jateralibus dilute flavis vaiwata
eit iapilio Epbebus fupra niger, dilute Ilavis maculis, magnis, parvis, renitet Infra
dilute cinereus color medium tingit, anterior era alarum anticarum ex helvo nigricat • ' or® la^
terales nigra, rnacuhs dilute c.-erulis ornantur- on-E alarum poflicarum quoque ri|rce tn'bus confpicuce
funt feriebus macularum, prima languide lutearum, altera dilute ca.>ruiearura, tertia albarum.
1 erquam credibile eft Americanum eiîë.
^ N um 4. & Elegans Papiliunculus, fupra aurantio colore venuflus, nigris macuHs orisque
alarum (uperbit: alarum pollicarum eras nigras macular alboe variant. Pronce faciei dilutam flavedmem
macule ornant nigras,. orasque alarum dilute rufus color .diftinguit
Num. 6. & 7 Fades fuperior, ex dilute rufo fufca, nigris maculis decontur: alarum poflicarum
o r ^ nigroe funt, ex albo macu atoe : antic^e infra,, ex dilute flavo fufc^E, nigras gerunt maculas
poftica,^ alboe & lubflavoe fimiliter variantur, oramque nigram,albis ornatam maculis mon-
Itrant. . . .
Num. S. & 9. Medium hujus Papilionis fature auramii coloris eft, ex nigro maculatum ac
limbo ex dilute purpurafcente grifeo circumfcribitur. Facies inferior, dilute fufca & carnea nigns
ornatur maculis, orasque alarum pofticarum nigras albie guttuloe variant. '
Num. 10. & II. Papilio nitide niger, maculis dilute coeruleis alas arnicas , dilute flavis pofticas
pi6lus. , Pronani faciem amoeniffimus viror tingit- al^ anticoe maculam quoque eerunt dilute
ca^ruleam, albis ftnis variam, ac fede pofteriore dilute grifeas funt: pofticoe trium fin^iiliB
macularum trigonarum, albarum feriem monftrant & puniSta quoedam nigra, cujusmodi eTiam
in anticis cernuntur. Indicus Orientalis eft.
Num. 12. 13. & 14. Phabnoe hujus Eruca per dnrfum utcunque. ex rufo grifeo maculafa
e l t , a latere vero dilute tulca, laturatioribus ac nonnullis nigris maculis variata. Phaloen^e facie
fupina, ah-eantica; albicant, nigrisque fubtilibus figuris, venulis dilute flavis , & oris lateralibus
fufcis ornantur. Poftica. dilute gilvoe Tunc luteisque venulis & nigro gilvis £ffuris pifï^
Corpus cralTulum rufi coloris eft. Prona facie utrumque alarum par ex obfcure lufo fufcum
e l t , nigris figuns dilhnCtum. Or^ anteriores alarum ex albo & nigro verficolores
Num. 15. & 16. Papiliunculus dilute rufus, lituris ocellisque fufcis. Sedes interna alarum
pofticarum casrulefci^ Ima facies in medio grifea eft & coerulefcens , fafciolis tenuibus fufcis
diftinfta: oroe faturate coeruleoe funt, ocellis fimbriaque extrema fufcis decorate.
Num. 17. & iS. Nigerrima. hujus aloe anticje duas oflentant prope corpus maculas fature
cccru-
. N. 19. 20. Deze bovenkleur is heel licht-geel, en verder
als de voorige. . De onderzyde verfchiJt: mede maar alleen in
tekening ; 't zyn vcrfchillende foortcn van die by Meriaan
Tab. Ll. verbeelde worden.
NEGEN-EN-DERTIGSTE TAFEREEL.
JN'. I. 2. 3. grondkleur der Rups is licht-bruin,
mcclicht-geelerug.cnzy-vlakken. Op-de
bovcnzydc is deze Vage Kapel zwart, mee licht-geele, zoo
groote als kleine, vlakken. De onderzyde is ih 't midden
licht-afchkleurig , de voorkant der voorvleugels zyn vaalzwarc,
de zykanten zwart met licht-blaaawe vlakjes, en' de
kanten der achtcrvlcLigels zyn ook zwart, met een ry flaauwgeelc,
ecn tweede licht-blaauwc, en een derde ry witte
vlakjes. Vry waarfchynelyk is dezelve uit Weft-Indiën,
N. 4. 5. De bovenzyde van dit ficrlyk Kapelletje is fchoon
oranjekleurig, met zwarte, vlakjes en randen om de vleugcis;
de zwarte randen''der achtervleugels hebben witte vlakjes.
De onderzyde is licht-geel met zwaite vlakjes, de rand der
vleugels is hier licht-rofchkleurig.
N. 6. 7. Licht rofchachtig-bruin, met zwarte vlakjes, is
deze bovenzyde; de randen der achtervleugels zyn zwart,
met witte vlakjes. Aan de onderzyde zyn de voorvleugels
licht geelachtig-bruin, met zwarte vlakjes, de achtérvlerkjes
zyn wit en geelachtig, mede met zwarte vlakjes en rand.
welke laatfte ook witte vlakjes heeft.
N. S. 9. in het midden ia" deze Kapel hoog-öranje, met
zwarte vlakjes, en licht-paarfchachtig-graauwen rand. De
onderzjale is hcht-brumachtig en vleelchkleurig, met zwarte
vlakjes en randen om de achtervleugels, welke ook witte
vlakjes hebben.
N. 10 II. Deze Kapel is fchoon zwait, met licht-blaauwe
vlaldcen op de voor-, en lichtgeele op de achtervleugels.
Op de onderzyde is dezelve zeer fraai-gi-oen. De
voorvleugels hebben hier mede een licht-blaauwe vlak, met
witte vlakjes, benedenwaarts zyn dezelve licht-graauw De
achtervleugels hebben elk drie witte , op cene yy ftaande
puntige vlakjes, en, gclyk de voorvleugels, eenige zwarte
Ibpjcs. Deze Kapel is uit Oofl-;ndiën.
N. 12. 13. 14. De Rups dezer Nacht-Kapel heeft boven
op het Ij'f eenigszms rofch-graauwe vlalden , ter zydc is
dezelve licht-bruin , met donkerder en eenige zwarte vlak.
jes. De bovenzyde dezer Uil heeft witte voorvleugels, met
lyne zwarte tekening, licht-geele aders en bruine zykanten
De achtervleugels zjii licht-vaalachtig, met geelc aders ep
zwart-vaale tekening. Het dikke lyf is rofchkleurig. •A.ln
dc oriderzyde, zyn de voor- en achtervleugels donker rofchachtig
bruin met zwarte tckenhg. De voorkanten der vleugels
zyn wit en zwart.
.. ^- . iS- lö. Dit Kapelletje is licht-rofchkleurig, met bruine
ftreepjes en oogjes, de binnen kanten der achtefvleugels
zyn blaauwachtig. De onderzyde is in 't midden eraauw-
.en blaauwachtig, met bruine fmalle bandjes. De buiten-rand
is donker-blaauw , met bruine oogjes en buiten-kant.
•N. 17. 18. De voorvleugels zyn hier git-zwart, by 'e lyf
met twee dónker-blaaüwè én 'twee roode vlakjes, wat ver.
M 2 der -