1 : : i
I
I
4 0 T H E S A U R U S
fciam , mnculls coeruleis decoram, duasque maculas rubras ad internam oram fitas , montrant.
IVona; faciei eadein fere ratio eft. Indigena eft.
Num. II. & 12. Et hic indigena eft, led rarius occurrens, Ephebits Regis di6tus. Languidara
ejus flavedinem nigra: macula?, toeniarum more produétoe, ornant. Sedc pofteriore,
prope exochas 3 lunuloe habentur Ccxruleoe, nigrori infidentes, pauloque anterius duoe macula; fature
rubra; & nigrre. Pronoe faciei fimilis fere ornatus eft, nec nifi alEC pofticK paulo faturatius
flavicant. Eruca ejus dilute flava, fubcilibus maculis rubris verficolor, BralTicam rubram
inhabitat, rariffima tamen in Eelgio, nec admodum fl-equens in Germania.
T A B U L A TERTI A ET TRICESIMA.
^ mnia hujus T a b u b Inlecla Coloniis noftris Americanis debentur.
Num. I. & 2. Phaloenula eft, faltem ad illas fpecies referenda, quoe ob _antennas filiformes)
nec proepilatas, a Papilionibus diurnis diftinguuncur. In ea oeque ac in reliquis, qu£e proxime
fequuntur, Ephéonim fpeciebus, admirabilis naturoe virtus fimplicitate fe comniendantem ve~
nuftatem ob oculos ponir. Facies iuperior, in univerfum, ex cinereo grifeo unicolor, alarum
oras in ambitu aureis velut guttis nitentes pra3bet ; per medium alarum toeniola dilute flavens
protenditur, quam utroque latere linea aurea diftinguit. Averfa facies dilute cinerea eft.
Num. 3. & 4. Si antennas Jpeétes, priori congenerem dixeris. Facies Iuperior flavelcens
ex rufo inumbratur. Utrarumque alarum limbos feries nigrarum macularum & ante has leries
pun(5torum aureorum ornat. Anteriore alarum nnticarum ora duo fui fîjnt ocelli nigri, centro
albido: pone hos arcus cernitur aureus, quem lincu aurea lougum produfla trajicit. Ima facic
anticoe aloe dilute fubfufcoe funt , pofticïE faturatius rufe.
Num. & 6. Ephebnhis duodenis exochis proeditus, alas anticas albidas, prope corpus flaventes,
apicibus laturate fufcas, aurea linea internitente, monftrat. Poftica; faturate luteje guttulis
aureis , & lunuHs aliquot nigris fuperbiunt. Inferior facies alas anticas languide luteas albasve
oftentat, extremis di ute fufcis, intermedia ftria albente diftinftis : pofticas aurea; quoque
maculic flavefcente fuper area ornant.
Num. 7. & 8. Epbebuhis duodenis exochis , alas gerit anticas diluta ftavedine eleganter
t i n e a s , extremis & fede pofteriore nigrofufcas. Pofticoe grifèoe funt. Ima facie antica; albe-
Icunt, limboque fature fulco , linea aurea prope oras externas diftin6lo , ambiuntur: pofticce,
hac iede pariter laturate flaventes, aureolis guttis renitent.
Num. 9. & 10. Ephebuhis denis exochis, alas anticas ex rubello albentes habet, oris fuicis,
linea alba interftinftis, qua facies inferior, ceterum ftmilis, caret. Pofticoe fupra, parte priore
dilute flavas funt, pofteriore nigro fufcEe : infra, parte dimidia ex rufo albidoe, reliqua fordide
virides, guttulis aureis.
Num. IT.
met zwait, cn zoo mede dc achtervleugels; doch deze hebben
cencn zwaiten band met blaauwe vlakken, en naar de
binnen zydC nog twee hoog-roode vlakken. • De ondcrUc
zyde vcrLcbilt weinig. Deze is een Inlandfchc.
' N. II. 12. Dc foorc, welke wy liier verbeelden, is mede
een Inlandfchc , doch zeer zeldzaam, en word dc Page du
Roi genaamd, is heel flaauw licht-geel mee zwarte ftreep-
"vlakken. Onder by de punten vertooncn zich blaauwe halfmaanswyze
vlalcjes, die in 't zwart ftaan, en wat hooger
ziet men t\vee hooge roode en zwarte vlakken. De ondcrzyde
vcrfchilt weinig , zynde alleen dc achtervleugels wat
hoogcr-geel. Dc Rups dezer Kapel is licht-geel, met fyne
roode vlakjes, cn onthoudt zich op dc roode kool , doch zy
is zeer i-aarHer te Lande, cn niet gemeen in Duitfchland.
DRIE - EN - DERTIGSTE TAFEREEL.
Alle deze hier verbeelde Diertjes hebben haaren oorfprong
uit onze Wcft-Indifchc Colonie.
N. I. 2. Is een Nacht-Kapelletje, of ten minften een dier
foortcn , welke zich door hunne ongeknopte cn draadachtige
fprietjes dc Dag-Kapellen afzondert. Hier heeft de
wondenverkende Natuur, gelyk als in de ftraks volgende
'Pages ^ of Pantvleugelige foorten , eenc eenvoudige fchoonheid
ten toon gefield. De bovcnzyde is in 't geheel eenvoudig
afchgraauw, rondom dc randen der vleugeltjes leggen kleine
goude dropjes. Over het midden der vleugels loopt een
licht-gccl bandje ^ ter wedci-zyde door een fmalle goude flrcep
van het overige afgefcheiden. Dc onderzydc is licht-graauw.
- N. 3.-4. Ten opzigtc van deze fprietjes fchynt dit foort tot
het voorige te behooren. De grondldeur der bovenfte zyde
is geelachtig met rosfche fchaduw. De voor- en achtervleugeltjes'
hebben rondom de kant een ry zwarte vlalqes,
cn daar boven eene ry kleine goudkleurige flipjes. Voor,
aan de kant der voorvleugeltjes, flaan twee zwaite oogjes,
met een wit.middelflipje, wat laager loopt een kromme goude,
en daar over een lange goude flrccp. De voorvlerkjcs
zjTi aan de onderzydc hebt -bruinachtig, cn de achtervleugeltjes
donkerder rofchkleurig.
N. 5. 6. De voorvleugels van dit twaalfpuntig z}ti
witachtig, by 't lyf geelkleurig, de einden z^ti donlier-biimi
met een goude ftreep. Dc achtervleugels zyn donkcr-geel,
met goude dropjes en cenige zwaite halve maantjes. Dc
onderzydc heeft ilaauw-geel of witte voorvleugels , die aan
dc einden licht-bruin, in 't midden met een witachtige llreep
voorzien zyn. Dc achtervlcrken hebben ook goude vlakjes,
die op ecnen geelachtigcn grond ftaan.
N. 7. 8. Dit twaalfpimtige Pagetje heeft mooi licht-geele
voorvleugeltjes, die aan de einden en naar onderen donkerbruin
zyn. De achtervleugels zyn graauw-grys. Van ondcre
zyn dc vooivleugcls witachtig met ecnen donker - bruinen
rand, in welken , aan dc einden , een goudkleurige ftrceji
is. Dc achtervleugels zyn hier mede donkcr-geel met goude
droppen.
N. 9. 10. Deze ticnpuntige diergelyke foort, heeft dc voorvlerkjes
mede roodachtig-wit met bruine einden, waar door
een witte flrecp loopt. Aan dc onderzydc zyn dezelve 'c
zelfde wit met bruine einden. De achtervlerkjes zyn, op de
bovcnzyde, in 't midden licht-geel, en naar beneden donker
bruin. Van onderen zyn dezelve half-rofch of roodachtig
- wi t , verder vuil-grocn met goude dropjes.
N. II.
x x x i n
/ \ 5.
\ -io. /
\ .Q • /
\ • / \ 10 /
Z4
I \ -ib' / \ 28.