1
» ISRIII
i:>| 'i
•'llpi
il.!''' i-'i-i' •;
^ii : I'f ;
'^cdi. z y •
R e r u m n a t u r a l i u m . ' 6-
fuia-e, ex giJvo njgro ftriacaï. -» o i t o lupra obfcunus, infra dilucius
t a b u l a Q U I N Q U A G E S I M A E T QUINTA
ca. fupr. , antenus nigr^, deinceps rub™; infra t o j " '
Carum Phaten^e, obfcure virens, ni r .s' figurnariLfr .iJ T ^
t ^ . Prona facie a k antica3 fordide^ v r e S DU ^ "' S ™
Jute cinereo gnfe^, maculis rubris ™br i s ftri.s & raaculis; poftica3 ex di^
t um reaa3 variegant. Poftica. a k n i L rtrnlJ ^ ^
fcunc. Facie i n f L a ate a n d c : ^ c rviHdef urpÏre'o i t J f P ^^^^^^
N n m S lu i u l u e griieoe, ma
, X • 1 • n ' uilULc di l u t e ruro ruft, unicolor.unicolor
Phaloena"; qu. ElepUniis vel Phaloel
e fimpliciter rufa,' maculis latis, nigris.
. Â ^ a l ^ Ï - J t l ^ L t e S : ' Ë ^ r S ^ r f r '^ f , " ' g n s
bra;, fimilibus iineis transverfis f u c T ' Po ^ ' c a . ex dilute grifeo ruf
e r n a facie fpadice^. i^ i u r c f minfn Hnvedine nitent. Alx m-
_ N u m 18. & 19. h ^ t m a alis anticis fupra rufo grifeis, ex ni^ro •
n . g n s , deinceps eleganter rubris. Infra il^ antic/ruf^ To^ ^ r u f o ^
punclis ornatcB. , ' i^^iuca; ruro gnie^^ amb^e njgrjs
N lö. 17. De voorvleugels zyn hier, op debovenzyde,
roslcheftreepachtige tekening
aan de onderzyde zyn dezolven afch-graauw, mee wat don!
kcrder fcbaduwaclicige vlakken. De achtervleugels zvn boven
wat donkerder licht-bruin, dan aan de onderzyde, met
vaal-zwarc getekent. • ^ '
V Y F - E N - V Y F T I G S T E TAFEREEL.
N. I. 2. T s een vreemde foort onzer Olifant-Onruft De
donker-brmn. De achtervlerken zyn am de bovenzydcn^
N. 3. 4 Verbeeldt een vreemde bonte Olifant - OnruH
l U r T v ' ^ " ^ Icht-giys, met zwarte vlakke^ 5Ó
achtervlerken zwart, hcht-rood en grys. .• De-onderzvde is
byna |eheenick-rorch--rood met vfaf-zwarte ^ f d o
S r d n ' ^ ^ voorvleugels, is hier geelach-
^ een weinig verfchiUende van dezelfhrnin^
fr; H ^^ g^ondkleur der bovenzyde is licht
jrii nachüg-graauw met zwarte vlaldcen. De onderzyde is
do^cer-alchkleung, met vaale vlakken.
i^pS; geelachtig, met zwarte ftreepjes,
g^®"' hoewel i e r
komf T^ foort, voor. zyn
doS;,. . voorvleugels dezer . Onrull is dS
donl.er-groen, met zwarte tekening. De aditervlerken zyn
Tome IF.
hoog-geel, met zwart. Aan de onderzyde zfn de'voor
ï n paarfchaStige'Sode ftree
S röodi1r4]ef zyn lüer hlt^fch-graaul,
ZTaI ' ƒ " rofch-bruin , hebbende by 't lyf iets ceei
dLfelvto S.' ' Paarfcli-roode ilreepen, en
d ergelyke kle ne vlakjes en zwarte ftreepjes. De aci terr
l meVroode v l ^ S
K.rll t i l t ' ^S^^ licht.rofchkleurig. De
Kapel, welke een foort van Olifant, of liever Lieüfter On
ruft fchynt te zyn, is op de bovenzyde alieen r S e u ^ f
met breede zwarte vlakken. De voorvleugels T d e omlS''
y-de, zjm flaauw naar 't vuil-groen hellende ; L t b^iinê
dwarsflreepen. De achtervlerken . zyh 'licht- grï^wach ^
r o ^ , mede met bruine dwarsftreepen. è.'^i'iuwacnu^-
N. 16. 17 De voorvleugels van deze zyn licht-bruin
met zwarte ftreepen; in 't midden dei^elve zj^^ , op Sk '
een roofch-roode dwarsftaande vlak, met e e n ™ ^ooi'
g r ^ e v o U , ^ ^ ^
zyn hier bovenaan zwart, cn verder L .oon! roorDe S
derzyde heeft graauw-rosfche voor-, en rofch-gryze achter,
vleugels, beide met fyne zwarte flipjes. . • -
T A B U L A
i ; '
M
I S