1 2 8 T H E S A U R U S
Num. 33. & 34. Bina Cornua Ammonis, minora, petrifafla, ex Helvetia. Id genus petrifada
longe etiam minora & inde per varios gradus intermedios ad flupendam usque molem reperiunmr.
T A B U L A CENTESIMA ET OCTAVA.
DiterJ^ Lignonm feînfaÏÏm'im Jfedes.
Num. t. & 2. Duo prjegrandia frufta ligni ejusdem generis, in durifilmum lapidem conver-
H. Externa loevitas & aîterum extremum acuminatum indicare videntur, in fluvio quodam
reperta efîe j at in quonam , non confiât. Pondéré circiter 140 aut 1^0 libras aiquant.
Intus, quod ex icone facile cognofcitur, colore funt nigro , in circumferentia cinereo, compagine
lamellata. Foris color in fufcum vergit.
Num. 3. Fragmentum minus, magnopere, non fècus quam cetera, quse fèquuntur, a prioribus
differens. Color fufcus efl. Extrinlecus quam manifefliflTime nodum confpicere licet.
Num. 4. Et hoc tum forma, tum colore, qui maximam partem obfcure grifeus efl, difcrepat.
Dixeris a latere alteri cuidam corpori agglutinatum fuifîè.
Num. 5. ad 8. Procnl dubio & hse diverfe fijnt lignorum fpecies, quoe tarnen ob magnam
mutationem, quam Japidefcendo fubierunt, vix fatis accurate diflingui & ad nota lignorum genera
referri pofîunt.
Num. 9. Ligni planta^ve exoticoe banc efîè fpeciem pro certo liabeo. Superficies undique
prcfundis plicis fulcata eft & duobus locis veluti geniculata ; unde arundinis veluti naturam pr£e
fe fert.
Num. 10. Multum hoc cum priore num. 7. convenit, pluribusque notis lignum quercinum
in lapidem duratum refert.
Id genus Ligna in lapidem converfa compluribus quidem in regionibus inveniuntur, nullibi tarnen
pulcriora & quoe îûam fpeciem manifeftius prodant, quam in Bohemia, Hungaria & Saxonia
Coburgenfi. His erenim in locis etiam occurrunt, qus, in Achaten aut potius in Jaspidis
perquam durs fpeciem mutata, polituram recipiunt exîmioque tum nitore refulgent. In
agro Coburgenfi terrisque huic finitimis integri arborum proegrandium trunci , longitudine tri^
ginta & ultra pedum, reperiuntur in naturam jalpideam tranfmutati.
N. 33. en 34. Zj n nog twee kleine verflieende Ammons-
Hoorntjes uit Zwitzerland. Deze foorten van verfteeningen
worden \'an oneindig kleinder, toe een verbazende grootte,
gevonden.
HONDERT EN ACHTSTE TAFEREEL.
^erfcbUlende foorien 'uan Hout in Steen
'verandert.
N. I. en 2. ^ j - n twee zeer groote flokken Hout van
eenerlye natuur, geheel in zeer harde fteen
verandert; de uitwendige gladdigheid, gelyk mede het fpicfe
toppunt, doet vermoeden , dat het zelve in een Rivier gevonden
is: de plaats waar is onbekend. Het gewicht der twee
ftukken zal omtrent 140 ä 150 pond bedraagen. Inwendig)
zoo als uit de afbeeldinge genoeg te zien is, heeft het een
zwarte kleur; rondsom vertoont het zich afchkleurig en
Jpinttig. Uitwendig is het naar den bruinen trekkende.
N. 3. Is een kleinder fhik, heel veel, gelyk alle de vol.
gende, met het voorige verfchiUende. De kleur is bruin ,
en uitwendig ziet men zeer duidelyk dat geene, 't welk men
gewoonlyk een Quaft noemt.
N. 4. Verfchilt wederom in gedaante en kleüf, welke
iheeft donker-grys is, aan de eene zydc fchynt het ergens
tegens aan gezeeten te hebben.
N. 5. tot 8. Zyn alle wederom, zekerlyk verfchiUende
foorten van Hout, 't welke, door de groote verandering
die het ondergaan en in Steen hervormd heeft, niet geraakkelyk
tot bekende Hout-foorten kan gebracht worden.
N. 9. Dit iluk is zekerlyk een vreemd foort van Hout,
of gewas , zynde het zelve rondsom met diippe plooijen, en
op twee plaatfen als in leeden verdeelt, waar door het van
een rietachtige natuur fchynt geweefl te zyn.
N. 10. Dit ftul{ heeft veele overeenkomft met N. 7, en
beeft zeer veele tekens van in Steen verandert Eikenhout.
Men vindt deze en diergelyke ftiikken in Steen verandert
Hout in verfcheide Geweften; doch nergens fraaijer en kennelyker,
dan in Bohemen, Hongaryen en in het Saxen-Coburgfche.
In deze plaatzen ziet men het geheel in Agaat, of eigentlyk,
in een foort van zeer harde Jafpis verandert, die
by het flypen een allerfchoonfte polituur aanneemt. In het
laatftgenoemde en aangrenfende Gebied, vindt men geheels
Hammen van zeer zwaare Boomen, ter lengte van meer dan
dertig voeten, in zodanige Jafpis-foort verandert.
I i
F I N I S UNIVERS I OPERI&
INDEX