1 0 2 T H E S A U R U S
qunm ejus mctalii obr>-zl & fàture fulvo colore nitentis infignes maffidcC pafTim intra lapidem
incuneata? occurranf.
Num. 2. Gkha fwiîl'n\ priore grandïor.
Prajccdenti quod ad originem naturam confimilis- hfcc gleba, ponderis unciarum viginti &
duarum, pro majore fua mole, etiam plus Auri continere videtur.
N u m . 3. Silex Japoniciis aiiro filido intertextiis.
S i l e x fine pari, undiquaque Auro intextus, oclo unciarum pondéré, longe plus auri, quam
l a p i d i s , continet. Colore eft ex fature rufo flavo, traólusque ejus auro vacui lit. A . A. A. notati
montrant , quantum Saxo quantitas auri proevaleat. In fluvio Japonice Riu di£lo inventus
e f l . Perhibent eum fluvium quartam milliarii partem latum efle, curfùque valde précipite lab
i , & nonnunquam, licet perraro. Silices liujusmodi aurifères ad litora fua ejicere.
N u m . 4. Silex auro conîexms ex ßttvio quodam Novoe Hifpanw.
Species hoec Auro etiam, quam prior, plure dives, fubtiliffimis hujus metalli filis undique
intertexta ac intime veluti commixta eft. Et quanquam gleboe minus volumen eft, proeftantior
tamen haberi debet, quia pro ratione molis plus auri, ejusque iàturatius fuivi continet, quam
fuperior Silex Japonenfis. Id genus Silices rarifïïme, nec nifi cafù fortuito ad ripas fluviorum,
qua in mare iêle exonérant, inveniuntur, ideoque in natali etiam loco auro contra cariores liabentur.
Videntur autem in montibus auriferis iftius regionis nati efle & aquarum ex alto defluentium
impetu de ièdibus fuis avulfi abreptique & in fluvios usque provoluti. Quam ob
caufàm & conftanter videas, hujusmodi glebas, quoe in fluminibus reperiuntur, fuperficie efïe
iitcunque laevigata, rotundata, angulis detritis; quod friélioni fuper fundo fluviorum attribuendum.
N u m . 5. Gkha aurifera limgarïca.
S o l i d e & lâture luteo Auro reÇ)lendens pretiofâ gleba lapide conftat hinc illinc fubrufo, alibi
\'irefcentibus quafî venuJie perreptato: unde liquet etiam oeris feracem efîè.
N. 4. Key-ßeen^ met Gouà te famen gegroeid ^
uit eene Rivier in Nieuw-Spanje.
Deze foortis nogryker, dan de voorgaande, metdeallerfjTîfle
Goud-draaden doorwerkt, en gegroeit als in- en doorweven.
Dit ftuk, hoewel niet zoo groot als de voorgaande,
is fchoonder, en heeft nog minder Steen, en dus nog
meerder en ook hooger gekleurd Goud in zich, dan het Japanfche.
Deze Key-fteenen worden zeer zelden, en fleehts
by geval, aan de ilranden en boorden der Rivieren, die in de
Zee vloeijen, gevonden; zy worden zelfs, daar ter plaatfen,
veel hooger, dan het Goud, gewaardeerd, en hebben zekerlyk
haaren oorfprong uit het naby aan die Rivieren iceeend
ir van dit
vonden wordt De Steen waar in het Goud ligt, is een
min en meer geele en harde Quartz; dit ftuk weegt dertien
oneen , eu zal wel fes oneen zuiver Goud uitleveren, vermits
het door en door met heele Ilukken masfief Goud, van
de befle en hoog-geelfte kleur, begroeid is.
N. 2. Een nog grooterjluk van het voorgaande.
Dit fhilc , 't welk van gelyke foort als het voorige is,
weegt cwee-en-twintig oneen , en zal naar zyn grootte wel
ruim zoo veel zuiver Goud houden, als het voorgaande.
N. 3. Japanfche Key-Jleen^ met masfief Goud
doorgroeid.
Deze fraaije Key-fteen, wellie door en door met Goud
doorgroeid is, weegt acht oneen, en heeft meer Goud dan
Steen in zich. Dc ideur der Steen is hoog rofchachtig-geel,
en de plaatzen alwaar geen Goud is, zyn door de Letters A.
A. A. gemerkt. Dezelve is gevonden in de ^vier , genoemd
Riu, in Japan; men verhaalt dat deze Rivier een vierde van
een uur breed is, een zeer fnellen loop heeft, en dat zy
fomtyds, doch zeldzaam, foor^elyke Key-lleenen, die met
Goud doorgroeid zyn, aan haare boorden opwerpt.
gebergte, waar van ditfrtz, door zwaare afjftroomende
ter-beekjes, uit de gronden of Mynen wordt losgefpoeld,
mede gefleept, cn in de Rivieren gevoerd : hier door zal
men ook altoos zien, dat zodanige ftukken, die in Rivieren
gevonden zyn , eene ronde en glad - afgeflepene gedaante
hebben, wellce zy door dc fchuuringe op dc gronden dier
Rivieren verkrygen.
N. 5'. Goud-Mineraal uit Hongaryen.
Dit ftuk is zeer ryk met fchoon hoog-geel en masfief Goud
begroeid. De fleen is op eenige plaatlen rofchachtig, op andere
als met groenachtige aderen doorgroeid ; uit dit laatlle
blykt,'dat 'er zich ook Koper in onthoudt.
Num. 6.
R E R U M N A T u R A L I u M.
N u m . 6. Minera Auri mridh, rarior. Mica Orientalin'.
Haud vulgaris glebula, admodum dura, fnlendnrp v.V;^; i
j u x . proban. doc . a f t i c a . , Aari obry.i -f P ^ - ^
N u m . 7.- Gkha amfera dives ex Infida Borneo.
f a a a a nobis e x p I o r ^ d o n e . Ä ^ t ^ t ^ ^ ^ ^ ^ p " fup^f ' '
N u m . 8. Gieba atir'fera Siamenfis.
N u m . 9. Laph aurifer ex Sumatra.
N u m . 10. Gieba aurifera Americam,
Num. I I . Gieba aurifera ex Nova Hifpania.
ultra
forent.
N. 6. Zeldzaam groen Goud-Mineraal uit Ooß~lndien.
Dit ongemeen flukje, 'c welk groen-glanzig cn paarfchachng
van kleur en zeer hard is, houdt, volgens daar op
genomene proeven, ruim een derde f)-n goud in zich ve£
borgen.
K , 7. Ryk Goud-Mineraal uit bet Eiland Borneo.
Op eenige plaatfen is de Steen van dit ryke Oofl-Indifche
Goud-Ertz donker-aardachtig , ook licht -graauw , met
wit doormarmerd. Het Goud is laagsgeu^'ze in den Steen
doorgroeid ; cn volgens onze genomene proef, moet deze
loort meer dan een derde fyn Goud houden.
isrofch en witdooriiderd, met groene , als
Goud,
N. ÏO, Mm-kaans Goud-Mineraal.
groen en hard cn dus ook ryk aan Koper. Dezdv i'
vereerd, en medegebracht van het Eiland Cuh'fn A^lZt
N. I I . Goud-Mineraal uit Nieuiv-Spanje.
N. S. Goud-Mineraal uit Siam.
Dc Steen van dit Ertzis donker-graauw, met witte aderen
loorgrocid. Het is doorgaans rykelvk met f>Tie masfive Goud-
•orrels als overzaaid, doch niet zoo ryk als hetjvoorgaande.
N. p. Goud-Miner aal van Sumatra.
Dit Mineraal is zeer ongemeen en fraai gekleurd; de Steen
, I •• I