1,1
7 0 T H E S A U R U S LX
I I/!
a :
1, i
llii
,],: I,
l''"'"" ilthiiJiiii.
«Ifî i
Num. 23. 24. 25. 26. & 27. Phalsnas hujus American® Eruca rufula eft, ftriis obfcure
grifeis albisque maculis. Num. 24.exhibetur folliculus extimus, in quo fe nymphula recondit,
e x materie firma denfaque contextus, fbrdide luteus. Num. 25. interior tunica ex fufco quafi
tomento contexta. Papilio ex fufco ruber ell:. Ah-e anticas fuperne maculam fingulai rotundam,
obfcure nigrefcentem, duasque lineas transverfas monflrant; inferne maculas fimiles, fed minores,
medio gilvas, centro a bo, annulo nigro cinftas. Alse poflicce fiipra , in confinio anticarum,
grife® funt; deinde ex fufco ruf^ magnam fingui^ maculam gerunt, medio gilvam, litura
alba per centrum du6ta, annulo nigro & luteo circumdatam j pone banc fafcia arcuata dec
u r r i t j c x dilute rufe grifea, margine interiore nigro.
T A B U L A SEXAGESIMA.
Nu m . t. & 2. Phabna hssc Americana, conformatione & ornatu proxime fuperiori admodum
fimilis, coloribus tarnen valde differt. Aloe anticoe, ex dilute rufe grifete, paulo obicuriore
adumbratione variantur. Pofticje, eodem colore tinaa3,in medio oce lum oflentant fu-
Icum, litura alba diftinäum, quem annulus proxime ambit niger, dein latior alius dilute flavus,
parte tamen aliqua abruptns, tum arcus niger, tandemque paulo pofierius femicirculus dilute fuicus.
Prona fades a^quabilirer flavefc.it: alas anticas orbicularis ornat macula, nigra, centro albo
duabusque lineis transverfis , gilvis : pofticoe iuidem circulum fingulas gilvum , prope vane-
Icentem, centro albido, duabusque lituris incurvis notatum, monflrant.
Num. 3. & 4. Papiliunculus utraque facie lividus, helvis ftriis, infra tamen magis casrule-
^^Num. 5. & 6. PhalcEna Americana, rarior, parte anteriore faciei fupinoe ex dilute rufo grif
e a , pofleriore fubfufco flava, oblcurioribus figuris adumbrata. Prona facies iisdem coloribus
tinfta efl, fed inverfb ordine, flavo partem anteriorem, rufo grifeo pofleriorem occupante.
Num. V ^ S. Animalculum utrinque ex rufo fufcum, maculis fubtilibus, nigris.
Num. 9. 10. Elegans Papilio, a panno Attalico denominatus , fupra maximam partem
languide auramius, interfitis maculis dilute fufcis & rufis fafciaque circumeunte & quatuor ocellis
ex nigro & albo annulatis. Ima facies, non multum difTimilis, alas pofticas medio aliquantum
dilutius rufas monflrat. Species nonnihil diverfa in Germania & Gallia occurrit.
Num. IX. & 12. Proecedente Tabula marem elegantilTimi hujus Papilionis exhibuimus. Hoc
loco femella utrinque confpicienda datur. Colorum & pifturoe vix notabilis difcrepantia efl.
Facies prona paulo lucidioribus coloribus nitet. Ceterum & muko venuftior heic piflura, quam
in mare, habetur.
Num. 13. & 14. Phal^na dilute cinereo grifea, ocellis ex nigro & albo annulatis ac gilva
adumbratione amcenifTime decorata. Num. 15.
N. 23. 24. 25' 27. Dc Rups dezer Wefl - Indifche
Nacht-Kapel is rofchkleurig, met donker-graauwe ftreepen
en witte vlakjes. N. 24. verbeeldt de buitenfte kooker waar
in de Nimf zig verbergt; dezelve is van een dichte en vafte
flofFe t' Tarnen gefteld, en van vuilachtig - geel. N. 25. is
het binnenfte bckleedzel, 't geen een bruin-wollig fpinzel
is. De grondkleur dezer Kapel is bruin-rood; de voorvleugels
hebben op de bovenzyde een donker-zwartachtige ronde
vlak en twee dwarsftreepen , op de onderzyde zyn deze
vlakken kleinder, in 't midden vaal, met een wit vlakje
en rondom een zwart randje. De achtervleugels zyn op de
bovenzyde by de voorvleugels graauw, wat laager heeft
elk derzelve een groote vlak , die in 't midden vaal met
een wit ftreepje, en rondom dezeive een zwarten en geelen
ring heeft; hier onder loopt een kromme lichte rofchgraauwe
band, die een zwarte binnenkant heeft.
SESTIGSTE TAFEREEL.
N. I. 2. T N gedaante en tekening komt deze Wefl-Indi-
JL fche Nacht-Kapel zeer veel overeen met dc
laatft befchreevcne, doch de kleuren verfchillen merkelyk.
Die der voorvleugels is licht rofch-OTauw, met een even
donkerder-fchaduwachtige tekening- De achtervleugels hebben
dezelfde grondkleur, doch in het midden is een bruine
oogvlak, met een wit ftreepje , hierom loopt een zwarte
rand, en daarom een breede licht-geele, die echter niet geheel
toeloopt; hier op volgt nog een halve zwarte ring ,
en wat lager nog een licht-bruine. De onderzyde is egaal
geelachtig-graauw. De voorvleugels hebben hier een zwarte
ronde vlak, met een wit flipje eia twee vaale dwarsftreepen.
De achtervleugels hebben ook elk een vaale fchadmvachtige
cirkel, met een wit middelvlakje en twee ki-om-oralopende
ftreepen.
. N. 3. 4. Onder en boven is dit Ideine beeftje lootldeurig,
met vaale ftreepjes; de onderfte zyde is wat blaauwer.
N. 5, ó. Dit Weft-Indifch Nacht - Kapelletje is vreemd.
De voorfte helft der bovenzyde is licht rofchachtig-graauw;
verder is het bruinachtig-geel, met wat donkerder ichaduvvachtige
tekening. Dc onderzyde zyn dezelfde kleuren, doch
't geel is hier voor, en 't rofchachtig-graauw achter.
N. 7. 8. Aan beide zyden is dit diertje rofch-bruin, mcC
fyne zwaite vlakjes.
N. 9. 10. De bovenzyde van dit fraaije Atlas-Uiltje, is
meerendeéls flaauw-oranjekleurig, met licht-bruine cn lichtrosfche
tuflchen • vlakjes , en eenen rondlopenden band , en
vier zwart- en wit-geringde oogvlakjes. De onderzyde verfchilt
weinig; de ach ter vlerkjes zyn in 't midden wat lichter
rofchkleur. Een eenigzints verfclüllende foort valt in
Duitfchland cn in Vrankryk.
N. II. 12. Op voorgaande Tafereel hebben wy vertoond
het Mannetje van deze fchoone Kapel ; hier volgt nu het
W y f j e , aan beide zyden te zien. Het onderfcheid in kiemen
tekening verfchilt weinig, de onderzyde is wat lichter
in Ideuren,- deze is echter veel fraaijer van tekening, dan
dc voorgaande.
N. 13. 14. Is een licht.afchgraauw Uiltje, "t geen zeer
fierlyk met zwait en wit-geringde oogvkikjes, on vaale tekenachtige
fchadüw-vlakjes, aan beide zyden verfierd is.
Niim. IJ-
^ spJOrK
Sfl-^i