t
I'
UI
T H E S A U R U S
forent. Idem teflatur Louis de Capiné in Itinere fuo Hifpanico Americano • uti & De Laet
in Itinerarii fui Americani libro i. cap. 13. Affeveravic idem Peregrinator, nanvos illos quafi
molares lapides copiofo auro poliere, ejusque veluti venis perfufos efle (an potius oens pyrites
e f t , qui incautis facile auri fpecie imponit?) incolas tarnen ejus regionis ob nimiam faxi duritiem
illud negligere.
N u m . 12. Gieba aurïfera^ Americana.
Olyfipone nobis miflà efl, quo ex portu Americano Vera Cruce di6lo delata fuerat. Lapis
ejus fubgrifcus eft, ex albo quafi marmoratus, paffim miculis Aun confttus, nonnullisque proeterea
glebuiis ejusdem metalli majufculis, ad latera fefe efferentibus.
N u m . 13. Gieba Aiinchalci namU ematncefua, ramuTi more progernunanns,
ex Nova H'ifpania.
E x Nova Granada delatum rariOEmum iftud fpecimen nobis Carthagena miïïlim eft. Matrix,
ex qua metallum aurei coloris, inftar trunci propullulat , materie terreftri & Quartzo inter fe
concretis conftat. Diceres glebam in flumine quodam inventam efTe , quum matricis iuperhcies
hinc inde detritam fefe & loevigatam exhibeat.
N u m . 14. Gieba Argentifera Japonka.
Bruckmannus in Ma^naltkis Dei fide quorundam Itineratorum perhibet, Japoniam argenti fodinis
valde divitem efle. Itaque hujusmodi fpecimen heic exhibemus valde eximium , p.radiv
e s , brafteis Argenti folidi infignibus obfelTum. Partem gleba: dimidiam Argento deben dixerim.
Pro matrice lapis eft dilute grifeus, marmorei generis. Japonia mento inter opulentiftimas
Infulas numeratur, proefertimque metallifodinis excellit. Gieba hoec ex Infula Ktnßma
delata eft; tametfi fub gravi poena prohibitum eft, ne quid minerarum p nos eregre transferatur.
N u m . 1 5 . Gieba Argentifera dhlßma, Norvegîic a.
Elegantiir,ma gleba, Dronthemo Norvegi;e allata, natural! forma, prout ex puteo eruta eft,
heic fiftitur. Fondere undas nonem fuperat, lapidisque vix femunciam intermixtam habet.
Lapis albidus eft ac nitidus. Vix regio in univerfo erbe datur, qua3 venis tarn potemibus Arg
e n t i , ejufque adeo puri, ditata fit.
in zyne Rcize naar de Spaanfche Weft-Indiën , gelyk mede de
i a a n n z j T i e Weft-Indilche Reize, eerfte Boek, 13. Hoofdlluk.
Nog getuigde diezelfde medebrenger van dic Ertz, dat
in die natuurlyke ronde fteenen zeer veel Goud gevonden
wierd, en als met aderen doorgrocid, (mogelyk een Pyrites
capri: 't geen door vecle voor Goud \vord aangezien,) doch
dat de Inwoonders van het Land hetzelve 'er niet uithaalden,
doordien deze Steen te hard is.
N. 12. Goud-Mineraal uit America,
Het zelve is ons van Lisfabon, als komende eigentlyk van
Vera Cm, overgezonden. De Steenis grysachtig, met wit
doormarmerd, doorgaans als met kleine witte ftipjes Goud begroeid,
hoewel 'er ook cenige masfive klompjes Goud van
ter zyden uit komen.
K . 13. NatuurJyk geel Koper-Mineraal, in een dikke
Jlavi of tronk uitgegroeid:, van Niewiv-Spanje.
Dit ongemeen en zeldzaam ftuk is uit Nieuw - Granada,
doch ons toegekomen van Carthagena. Het zelve is tronks-
• wyze gegroeid uit deszelfs moederftofTe, welke 'er nog onder
aan zit, en uit een famengroeijing van Aard- en (^artsachtige
deelen beftaat. 't Scliync dat dit Ihik in eene Rivier gevonden
is, vermits eenige deelen der moederftoffe zich vertoonen
als glad gefchuurt en afgefleeten.
N. 14. Zil'oer-Mineraal uit Japan.
Bmhmn, in zyn Magnalia Dei, getuigt, op 't gezag van
verfcheide Reisbefchryvers, dat Japan zeer ryk in Zilver-groeven
is. Wy vertoonen dus hier ook zodanig een fraai ftuk,
't geen zeer ryk en met diklce masfive Zilverbladen begroeit
is; de helft daar van is zuiver Zilver, en in een lichc-gryze
Steen als marmer ingegroeid. Het Land van Japan wordt
voor een der rykfte Eilanden gehouden, voornamentlyk in
Mineraalen. Dit fluk is van het Eiland Kinfima mede gebragt;
fchoon 'er zorgvuldig op gelet worde dat geen Mineraal
uit dat Ryk gevoerd worde.
N. 15. Zeer ryk Zilver-Mineraal uit Noorwegen.
Dit fchoone ftuk is van Drontheim in Noorwegen, en zoo
als het natuurJyk gegroeid is. Het zelve weegt ruim negen
oneen , en heeft geen half once Steen by zich. De Steen is
wit en glanzig. Geene Plaats is 'er in de geheele Wereld, alwaar
het Zilver zoo ryk en zuiver in de Mynen gevonden
word.
Num. 16.
R e r u m n a t u r a l i um.
N u m . 16. Gieba Argenti nativi, Jfricam.
Forma externa hiijus particul® valde Angularis eft Ar<rpnf„n, n » ,
concretum atque intcrtortum, pauca modo tpidi s X i p Ä ^ , ' ^
te partem conftituiü. Accepi ex ora GuineenZ mt e r fua , ionge maximam gle-
Num. 17. Jrgenium mtbum ex Norvegia.
n o ^ ' p i l ! : - : : ^ excepen. Ex Chriflla.a ad
N u m . 18. Gieba alia, Argenti nativi ^ Norvegica.
g e S Z t r f f Ä P- c u l a m m a t H c i s q u a r . 0 / . , g . f e , .„^e pro^
N u m . 19. Gieba Argentifera ex Germania.
Lapis hujus glebaa valde durus, fature csrulus nnrr^ t
granulis brafteolisque undique emicandbus T n f um^fefe
m toti^us gleba. dimidium Argento conftet. Ex n n g e l i o ^
nia, ad nos pervenit. jo^iigeorgiopoli, prope Snebergam, m Saxo-
N u m . 20. GBa Argentifera, Japonica.
ftpÄjSgeÄ S r f fimZ'/^^^"""^ "^ ' f t a l l o r u m , .ndicjue e.
N u m . IT, Argentum natimm ex Norvegia.
tem*; Pondus unciarum nov e ^ r i j t J a ^nguftifol,o infiden'
N u m . 22. Gieba argentifera, foiiacea, inufitati valofu, Africana
XT , ^ la r u m .
N. 16. Zm-ver Ziher-Ertz uit Afrka.
Het Zilver is cüs draad- en taksgewvs dooreen eceroeid er^
geOmgerd, zyndc 'er maar een weinig witte S t e l ? usfch/n"
n Ä o ^ ^ ^ ^ ^^ ^^^^^ •• ^^ -
N. 17. Natuurlyk Zilver uit Noor^ujcgen.
Het geen wy hier verbeelden is con masficf klompje Zil,
ver, t geen mede maar zeer weinig witte fteen by zich heeft
I k t zelve IS ons van Chriftiania toegezonden.
N. iS. Een anderßiik natmirlyk Ziher-Ertz
uit Noorwegen.
Dit fraaijo ftiikje, 't geen mede meeft Zilver is, zit no-
N. 19. Zilver-Mineraal uit Luitfchland.
is zeer ryk, als wel de helft Zilver houdende; en is ons toe
gekomen van > , Goorgcnjiad, by Snccbcrg in Sa?cn!
N. =0. Zil^oer-Mineraal uit "Japan.
Deze fraaije Zilver-Ertz is van een Jicht-rosfche kleur,
het Ziver is er om- cn aangegroeid, in witte i S f t ï n
even als i,et Zilver, 't welk in ftark-water opgeJoft of ont
bonden, 2.ch wederom in Krillallon aanzet. ^ Deze °
degebracht van het Eiland Qinfima.
N. 21. ^atnurlyk gegroeid ZUver uit Noorwegen.
Dit ftuk is een der fraaifte die men zien kan. Het Zih^cr
heeft zich in vcrfcheide masfive geribde bladen uitgebri d f
en vertoont zich, met oniiartig, als een Tulp op cenen ftce '
met fmalle bladen. Het gewicht is van ruim neg?n ^
N. 12. Ongemeen ryk en hladerachtig Zilver^
Mineraal uit Jfrica.
De Steen van dit Zilver-Ertz is zeer hard, donker blaauw lin^m^^ vnn^ïïT' '"^' ,^I^n^raal-vcrzamoof
giysachtig. GeHeepen zynde, vertoont zy zich li-aa en vkf• ? o n , j Zwf i f ' ' over de
m e t ^ , ^ .orrel.cs cn blaadjes doorge i . ^ Si ; —
doch
'Ili^