I J"
lif'li
{ I I I
i
! 'I!!'
T H E S A U R U S
TABULA NONAGESIMA ET SEPTIMA.
vuce hac Tabula reprafentantur, diverfa:; InfcfStorum fpecies verofimiliter omnes in Colonia Surinamenfi
& Bcrbicenfi natje funt. n ^ , • j
Num. I. Scarabaius profunde fufcus, elytris duns, crunbus polhcis fingulan modo con-
0 Huic quidem crura pedum pofticorum fimlliter, ut in priore fpecie, fabrefafta funt,
neque tamen dura elytra: unde non minus, quam complures fequentium, ad genus Gmicum a-
Jatorum, quorum aliquos Tab. XCV. jam cxhibuimus, videtur pertmere. Corpus anterius obfcure
fufcum; crafTa crura pedum pofticorum faturc rubra, fafciola nigra diümfta- ak rufo flaaltera
Cimicum alatorum, fufca, alis parte dimidia future luteis, reliqua fufcis.
Num. 4. Scarabsus fature fufcus, nigrefcens, oblongus, pedibus anticis pilofis.
-Num. ^ Tertia fpecies Gmicis, corpore antico nigro, pollico rufo rubre, alls dilute fufcis.
Num. 6. Quarta fpecies, minor, corpore poflico nigro.
Num. 7. Scarabsus minor, niger, aliquantum difcrepans ab illo num. 4, ad idem tamen genus
pertinens.
Num. S. Scarabffius Caper, niger, rarior.
Num.51. Scarabaius niger, corpore craffo, rotundulo.
Num. 10. Scarabjeus minor, niger, guttis fanguineis'decorus.
Num. II. Scarabffius Caper, niger, linea transverfa cinerea.
Num. 12. Species Cimicis non alati fufca, limbo fature flavo velut granulate, oram ventris
"^"^Num. 13. Minuta befliola ad illas fpecies, qu£e Tab. LXXXf. & LXXXIII. exhibit^ funt_,
referenda videtur. Caput & anterior corporis pars nigra funt, pofterior vcnufle vindis, nigris
taniolis: alse murine colore gilvs. ^ ^
Num. 14. Bombyiius maxima parte murine colore tinaus, fupma corporis facie, qua venter
cum thorace comraittitur, tres monftrat annulos dilute flavo co ore nitidos. Reliquum corpus
nigrum eft, ala; gilvffi. i n •
Num. 15. Altera htec fpecies ex fubflavo rufa eft , alis dilute flavis.
Num. 16. Tertia fpecies nigra, alis fature viridibus.
Num. 17. Species quaua, uigia, alia fufcis, fafcia lata., dilute flava pone caput.
Num. 18. Species quinta, nigra, alis externis gilvis, internis reticularis, ventre extreme flavo.
Num. 19. Scxta fpecies dilute flava, alis gilvis, fafcia gilva medium corpus ambiente.
Num. 20. Species feptima, tota nigra, alis fufcis.
Num ^i. & 22. Infeaum iftud, utraque facie depidum, una cum aliquot fequentibus, ad
ge-
S E V E N - L N - N E G E N T Ï G S T E TAFEREEL.
11e i c op deze Plaat verbeeldt wordende en veifchillende
diertjes, zyn zeer waarfchynelyk uit de Colonic
v a n Surinamen en de Bêrbice.
N . I. Is een denker-bruine Schalbyter, met harde fchaaJd
e k k e n , de dyen der achtervoecen zyn van een vreemd
maakfel. ' , ^.
N . 2 . Deze, gcene harde dekvleugels hebbende, fchoon and
e r s , wegens de zonderlinge dyen der achtervoeten , met de
v o o r i g e foort overeenkomende , fchynt met zeer veele volgende
te behooren tot de bende der gevleugelde DVmcfr,
waar van wy 'er op Tab. XCV. reeds eenige verbeeldt
hebben. Het voodyf is donker-bruin, de dikke dyen der
a c h t e r v o e t e n zyn donker-rood, met een zwart bandje , de
vleugels rofch-geel en hoornachtig.
N . 3. Een tweede foort van gevleugelde Cimex , welks
Ideur bruin, en de vleugels half donker-geel, en verder
b r u i n zyn.
H . 3. Is een donker-bruin zwartachtige la^g^vcrpige Tor,
met hairige voorvoeten.
N . 5. Een derde foort van Cimex y met een zwart voore
n rofch-rood achcerlyf, en lichc-bruine vleugels.
N . 6. Een vierde, doch Ideiner foort, met een zwart
achCerlyf.
N . 7. Een zwart Torret je, eenigzins verfchillcnde van
N . N 4. - 8. E e n z e e r v r e emd e zwa r t e B o k - T o r .
N . 9. Een zwarte dik- en rondlj-vige Tor.
N . 10. Een zwart Torretje, vciüerd met bloed-roodo
vlakken.
N . II. Een zwart Bok-Torretje, met een afchkleurige
dwarsftreep.
N . 12.. Een foort van ongevleugelde bruine Weegluis (Czmex,)
met eenen hoog-geelen gekartelden bui ten-rand om
'c lyf.
N . 13. Dit kleine diertje fchynt wel te behooren tot dc
f o o r t e n , op Tab. LXXXI. en LXXXIII. verbeeldt. Het
h o o f d en voorlyf is zwart , het achterlyf fchoon-groen, met
z w a r t e bandjes. De vleugeltjes zjti muisvaal.
N . 14. Deze Hommel of Balbard-Bye is mecfl mulsvaalk
l e u r i g ; boven op het lyf, by het vooriyf, zyn drie lichte
en fchoon-geele ringen; 't verdere van 't lyf is zwart, en
de vleugels vaal.
N . 15. Deze tweede foort is gcelachtig-rofchkleurig, met
licht-geele vleugels.
N . 16. Deze derde foort is zwart , met donker-groene
vleugels.
N . 17. Deze vierde foort is zwart, met bruine vleugels,
en eenen licht-geelen brecden band voor by 't hoofd.
N . 18. Deze vyfde foort is zwar t , met vaale boven- en
gaze-ondervleugels, en geel aan 'c einde van 't lyf.
N . 19. Deze fesde foort is licht-geel, met eenen vaalcn
m i d d e l b a n d , en vaale vleugels.
N . 20. Deze fevende foort is geheel zwa r t , met bruine
vleugels.
N . 21. 22. Deze foort, die hier zoo onder ais boven te
zien is 5 fchynt m y , met eenige volgende, een foort van Cimcx
'-^/uó. XCV/J.
j f .
ïüli'!