ill
I, = 1
R E R U M N A T U R A L I U
9t
Scarab.orum fp
Num 9. adi3. Scarab.-ei Naficornis, noftmis metamorphofe. Nim o & 10 Coffiis rc
fcmma, .nflar pnorum, colore ex rufo obfcure fufco rerplendem^s ^
Num. 22. Scarab£Eus minor, grifeus, infrequens, capite nigro.
T A B U L A NONAGESIMA.
NUM. I. & 2. Scaraboeus fnajor, Americanus, utraque facie fpeftandus, totus ex purpurafcente
fufco rufus, alis ex fubflavo rufis. > ub ex purpu
Num. 3; & 4- Priore grandior, Taurus volans didus, colore fufco multumque ad purpureum
Num^5. & 6. Et hoec fpecies oequabiliter obfcure fufca eft, elytris quafi coftatis, pun£lis ni-,
gns coftarum mterflitia ornantibus. Locus natalis America. ^
Num 7. & 8. Scbeuchzerus in Phyfica fua W grandem ifium Scarab^eum Caprum, quem
noftri a Iigno exotico, quod licerarum quafi notis variatum eft, denominant, inter Locuftas per^
peram retulit: revera enim ad Caprorum genus pertinet. Colore eft nigro, rubris flavisque figuris
vario; alls ex gnfeo flavefcentibus. Amerlcanus eft & a D . XX V I I l QUO
que delmeatus. ' ^».^vm. quo
r n n ^ r ; ' ^^^PP^ ^ntici toti nigri longioresque funt &
capitis ornatus itidem diverfus. Neque tamen a veritate alienum mihi videtur f ejus diverfitatis
caulam tum m hoc, tum m ceteris, qui fequuntur, ex parte diverß^ oetati aut fexui elTe tri^
m het licht zynde, vinden ^vy 't verfchiJ beflecht, en dat
foort waarlyk eene heel verfchillende
n.^" f^T^h ^^ ^randering van onze inlandfclie Rc-
T ^ n cSu^T^T' " '^' ' ' - en ro. verbeeldt den Worm
m vcrfchillenden feat yan vrrnnderinir. als cerft graau\v-Ioot.
Icleung, naderhand weêr geel wordende. N. J.«
wen aarden klomp waar in de Nimf zich bevindt, en N.
12. en 13. het mannetje en wj^fje dezer T o r , welke beide, als
de voorige, een blinkende rofch-bruine donkere Ideur hebben.
_ N. 14. Vertoont den geelen worm, en N. 15. den
licht-graauwen klomp , met de Nimf van de volgende Zee-
Moolenaar, dus genoemd, om dat men dezelve aliiier veel
op onze Zee-Duinen vindt. Num. 16. en 17. verbeeldt het
wyQe van twee zyden te zien; en N. 18. het mannetje,
met de zich verdeelende en feisachtige vociliooms. Derzelver
kleur is zwart, met geelachtige-witte vlakken.
N. 19. 20. 21. Is wederom een andere, alleen in kleur
yerfchülende , van deze foort. Dc mannetjes zyn hier donicer
rood met Haauw-geele- en graauwe vlakken, en het w^'fje
heeft witte vlakken.
N. 22. Is een vreemd graauw Torretje, welks hoofd
zwart IS.
NEGENTIGSTE TAFEREEL;
N. I. 2. "T^eze groote Weft-Indirche Tor, welke zich ter
wederzj-'de vertoont, is geheel van een
paarfchachtig-bruin-rosfchekleur. Dc vleugels zyn eeelach-
Cig-rofch. ö j b
N. 3. 4, Deze hog grooter foort, en welke de Taurufvo^
lam nf vliegende Stier genoemd wordt, heeft een biuinc
en zeer naar 'c pnnrrH. freldcende klour. Dc vleugels zvn
hoog-geel, met roslche adei.. Dezelve valt in de Coloiic
van burmamen, en ook in andere deelen van America
N. 5. 6. Deze foort is ook egaal donker-bruin, doch dc
dekvleugels zyn even als geribt, en daar tuflchen ais met
fyne zwaite ibpjes. Dezelve is mede uit Weft-Indicn
N. 7 en 8. Scheuchfei- heeft deze groote Bok-Tor, cn die
^ de Letterhoute-Bok noemen, in zyn Phyfica Sacra onder
de bpnnkhanen gebracht, hoewel ten onrechte, vermits dezelve
wel degelyk tot de Bok-Torren behoort. De kleur is
zwart, met rood en geel-groene tekening. De vleugelszvu
graauw-geelachtig. Dezelve valt in Wcft-Indiën; gclyk Menaan
dezelve ook op haar XxWIII. Tab. afbeeldt?
N. 9. Is een eenigszins verfchillende, vermits hier de voorvoeten
geheel zwart, veel langer, en dc tekening op het
hoofd ook verfchillend is. Het zoude my echter niet vreemd
fchynen, dat de ouderdom, of het verfchii der Sexe , hier
m deze en iade nog volgende veranderingen ecnig declhadt.
Z Î TABULA