
H;,.M
H Ii il
È lA I tii
R E R U M NATURALIUM.
TABULA SEXAGESIMA ET QUARTA.
t u r . Ncnnull. L e n p r i o r umT ' o d v l "
TABULA SEXAGESIMA ET QUINTA.
c
fcf» ^ " " ° »-r"» Libdl., .li, „ i c u t a i , , ^
N u m . Vemi, de deM, , d n m . 7. » J. dtalur.
N Z X R ' T ' «• . > , ftfco mcul«.,
N u m . II. Nympha maxiinEe cujusdam fpeciei LibelJarum.
^ ^ - P h a m n^umtus, tandem Scarab.um aquaticum'
m i n u s ,
- ^ ^
v e n i u n t u r , qua? prubai;
VIER-EN-SESTIGSTE TAFEREEL.
Die Tafereel , 't welk een einde raaakc der verbeeldinse
van die diertjes, welke wy gewoonlyk Kapellen noemen
, vertoont een groote verfchillendheid der kleinfte foorten,
die alle gemcenlyk onder de Inlandfche Naclit-Kapeilen
geteld worden Eenige der eerften behooren echter tot
die Ichadelyke , die wy Motten noemen; de overige , uitgezondert
41. en 42, zyn bekende Kram-üiltjes , waar van
wy reeds te vooren gelproken hebben.
VYF-EN-SESTIGSTE TAFEREEL:
T > Y onze vooraffpraak reeds eenig verhaal gegeeven heb-
^ bende aangaande de vorra-verwisfeling van deze ondercheidc
Land- en Water - diertjes; zoo zullen ^vy aanflonds
tot derzclve foort-befchryving overgaan.
N. I. a. Is de Worm en de daar van voortkomende foort
o^^vtv \JI VJUCi
onthoudt en verandert zich niet in 't water, maar in de
aarde, alwaar hy de gedaante van een Nimf i n ^ m • en
waar mc deze lang-poot, welke nog fteek- nog ziiig-&uit
heeft, voortkomt. De kleur is geelachtig-graauw
afchkicurige Nimf, en de uit het
T t Ko r e b o u t , wélke verHerd "is
met biüinylalken op de gaasachtige vleugels. .
^ ' ^^^^^ ^^'y hier onder by N.
7. en 8. fpreeken zullen.
ge^lril.-c'is^'"' geel- en bruin-
N. 7. 8. Schynt my niets anders te zyn, dan een foort
dier Water-wonnen van N. 5. welke zich in 't water zceiaardige
huisjes weeten toe te Hellen. Sommige maaken die
ang en gelyk hier by N. 8. is afgebeeldt, vL Seiïe ftot
i n io. ' f ^'f en dii^ker;
en nog andere bekleeden die van buiten met kleine floot!
Hakjes en fchulpjes, ten einde voor alle aanvallen beveilicd
te zyn, voornamentlyk wanneer deze Worm zich in Nimf
verandert; uit welke verandering naderhand een viervleukomt'
bruinachtig Watcr-Kapelletje voort-
N. 9. 10. p c Nimfen daar uit voortkomende Korebout
Deze verfchüt.geheel en al met die by N. 3. en 4 / 6
heeft een plat- en blaauw-achtcrlyf ^ '
reb^utJn" ^^ - ^ooi-fen van Ko-
N. 12. De Worm, welke zich naderhand in een Nimf
verandert, van de groote groenachtige Water-Tor
• A U' Oev^aas, 't geen in Holland
m de Maand Juny, op onzekere dagen, over 't watervlicrt
en, maar een dag levende, ten prooy der Vlsfchen ftrekt
N. 14. 15..Het IS bekend, en de volgende Tafereelen
leveren er uit deze Kabmet - verzameling verfcheide voorbeelden
van op, dat'er Sprinkhanen gevonden worden, welke
geene vleugels hebben. Dat echter dit ook onder on:
ze