T H E S A U R U S
ill
T A B U L A SEPTUAGÊSIMA ET NONA.
Auaoris annotationes fignificant, omnes, qua hfic Tabulä fiftuntur, fpecies ex Promontorio
Bon® Spei allatas eiTc. Monitum velim, uifamque faciem in ofnnibus illis Ipeciebus,
quarum defcriptio nihil differeiuicC indicat, colotc & piftura eandem elFe.
Num. I. & 2. Locufta pulcerrima, alis extimis cx grifeo fufcis, nigro adumbratis; intimis
obfcure virefcentibus, ex obfcufe fufco, more tabub luforijE, telTüIatis; corpore eX fubrufö gri-
& 4. Locufia minor, alis externis itidem , Ted dilutius grifeis , ex nigro pi£tig;
internis'reticularis, qux fuperne circellis dilute rufulis, inferne paulo obfcurioribus ornantur;
corpore fature fulco. ,
Num. & 6. Corpus, quale num. i. Utra)que ali dilute griles, ex nigro pia«.
Num. 7. & 8. Hsec,ex elögantiffimis, quS unquam vif^ funt, habenda, alas extimas gcrit
caeruleas maculis albis; intcriores pro parte dimidia quoque mul e a s , lineis fanguineis, parte re-
Jiqua itidem velut fanguine t inte, maculis nigris; corpus grifeo fuf^m; at caput fupei'ne etiam
eleganter rubrum, pun^is albis. Varietatem hujus fpeciei Tab, LXXII. videre licet.
Num. 9. & 10. Nec priori pulcritudine' cedit major ifta fpecies, cujus QIEE extern® venufte
virent, ora extrema & apicibus, utcunque mixta flavedine, fufcis, lineisque prteterea & minutis
maculis , gilvis velut obumbratk Jntern;e purpuraicentes lineis obfcurioribus & apicibus fature
viridibus ornantur. Facie prona, internarum alarum anterior plica flabellifbrmis faturatius purpurea
eft, itidemque pars corpori proxima, & prope apices purpura ifta veluti umbram deorium
projicit. Corpus ex rufo grifeum, lineis nigris ve gilvis: caput fupra v:refcit: pedes pof
l i c i , faltui dcftinati, quoque virent. • 1 r
Num. II. & 12. Corpore HJEC fpecies eft ex dilute grifeo fufco, excepto capite, quod lupra
eleganter virefcit. AI® extima; etiam dilute virides, ora gilvo virente circumdat®. Alarum intimarum
anteriores duse plic^ quoque ex gilvo virent, lineis languide fufcis, ut in prEecedente,
ür'ntx, apicibus etiam ex pallide fubfufco viridibus: reliquus harum alarum t^adus, pulcrc rub
e r , lineis (ature rubris variatur. ^ n
Num. 13. & 14. Alee extims flava;, ftrüs rufulis- intime dilutius flavs; corpüs oblcure
fufcum. ..
Num. 15. & Coi^ua latuic Tua.^m 1 alffi utrasque ex dilute cinereo grifeee., Itriis dilute
fufcis.
N E G E N - E N - S E \ T : N T R G S T Ë TÂFËREEL;
dat alle de op deze Tab. Ü^t- aantekeningen vinde ik, -- ,
verbeelde ïborten van de Kaap de Mede H'oop gekojncn
zyn De onder- en b'ovenzyde is in dic, daar wy 2ulks
niet onderfchcïden, in kleür e N I 2. De dekvlerken zynn inte kdeenzien gf radaeizjee lffdoeo.r t graauwbruin,
met zwarte tekening , de vlieg- of ondervleugeis 2yn
donker-grocnachtig, raec donlcer-bmine dambortswj-ze ruitjes.
E e t lyf is rofchachtig-graauw bniin. , , ,
N 3. 4. Dit kleine Sprinkhaantje heeft mede, doch wat
lichter, graauwe dekvlerkjes, met zwarte tekening en ga^-
achtise ondervleugels, die op de bovenzyde h(±t- en op de
onderayde \vat donkerder-rofchWeurige cirkel-ftreepjes hebbeni
het Ivf is hoog-bruin,
N. 5. 6. Het lyf is in deze als N. i. De dek-t;n ondervleugels
,U.lll-t. JJIl 10 »11 UJy. •
; zyn licht-graauw, itiet zwaite tekening.
:
N . 7.
D e z e , een der fchoonfte deZer foorten welken
3nen
D e UIIUUI vicue»,J0 ...W-W, .w. -...-JJ- ^ - . ,
doch met bloed-roode fbreepeh, het verdere dezer vleugels
is mede bloed-rood, met zwarte vlakken. Het !>-f is graauwfci
uin, doch op de bovenzyde Is het hoofd ook fchoon-rood,
met witte flipjes. Op Tab. LXXU. is een verfchillende foort
van deze verbeelde.
' N. 9. TÓ-. Niet minder Tchodh is deze gi-oote Ibort; de
dekvleugels zyn hier fchoon-groen, met een eenigszins geelachCige
bruine buitenkant en punten aan het einde der vleugêls
5 verder VeHJoonende va^e-fchaduwachtige ftrecpen en
kfeine vlakjes. De ohdervlerken zyn paarlclildeurig > met
donkerder ft^^feft, en de punten dezer vlerken zj-n donfcer
groen; Op de achterzj'de dezer ondervleugels is de eerfte
wajerachtige-vouw of plooi donkerder paarfch, zoo mede
by het lyf -, eh b'y de punten fchiet deze donker - paarfchefeieuf
wat naar beneeden. Het lyf is rofclikleurig-graauw,
met iwarte of va^e (h^epjes. Op de bovenzyde is het
ho(rf"d groenaehlig. De fpring-pootcn zyn mede groen.
N. 11. 12. Het lyf is in deze fooit hcht graauw-bruin, behalve
de boVefffiyde, alwaar het hoofd fchoon licht^^groen
is. De dek\'leügete Zyft ffiede licht--groen, met een vaalgrbehet
buiteftkaht. De twee eei-fte vouw-plooijen der ondervleugéls
zyh öok va^-gi-oen, en als de voorige met flaauwbruine
ftreepjes, de punten derzelve zyn ook flaauw bi-uinachtig
groen > en het overige dezer vleugels is fchoon-rood,
met hoog-foöde ïlreepjes.
N. 13. 14. De dekvleugels zyti geel mét rosfche fti-eepjes,
de owdervleugels zyïi licht- of flaauw-geel, en het lyf is
donker-bruift.
N. lö. Is öohker-bhiin van lyï, en de boven- en on-
<ier\'teugeis tyii ïelil-AÏclïgraau?«^, met iicht-bruine ftreepjes.
TABULA