/y } . X /fa-'t. /tip m : y
öXXyO^ /
/0^, X X^X\ ; ‘Sꧧ0f4 t'pl-^'i ƒ /
PA Aan den weg tussehen Rotterdam en Overschie; bij
Gouda en Bodegraven. Raintille. lp de Pfieuw-
koopsche en Zevenhoverasche droogmakerij; ten noorden
van deü Rhijn'; bij-Amsterdam op den weg naar Sloten.
R. Bij Amsterdam in de Nigtevechtscbe laan» R. Bij
Utrecht zeldzaam; doch gemeen in da moerassige
gronden tussehen Amsterdam en Amstelveen. vH.
45. Ramgras. 'i’wee bloempakjes ip hetzelfde ï-bladig'
omwindsel met vindeejige slippen. De kelk 4-5-bloemig,
korter dan de bloempjes. Het; omderklépje zeer spits., het
bovenste a-splétig-getand. De hónigschubben. eirond,
gaaf, behaard. Het zaad gedekt, gesleutd. Eene zamen-
gestelde aar. RS.
io3 gemeen Kamgras, niet eene aarvormende lijnvormige
tros, ongenaaide bloempakjes, vindeelige
omwindsels , lijnvormige bladen. R5j . ....
PI. Zeer algemeen, vooral op vruchtbare graslanden.
46. TitiiiORAS. De kafblaadjes gekield zamengedrukt,
aan den voet hartvormig , als geoord, veel- (5-12 )• bloemig,
korter dan de tweerijig over elkander-'liggende bloempjes.
Het onderklepje aan den voet hartvormig , het bovenste t
bijna schijfronde en veel korter, klepje omvattende. De
hónigschubben eirond-lancetvormig gaaf. Het. vruchtbeginsel
half kogelrond;,, met i snavels; welke aan het
zaad draad vormig en kort zijn. -Eene zamengc stelde
wijde pluim , niet hangende.,takken. RS.
De bloempakjes zijn hartvormig-eirond. De pluimtakken
niet in allen hangende...,,
io4. gemeen Trilgras, met regtstandige pluim, eironde,
ten laatste hartyormige bijna y-bloemige . bloem-
- pakjes j de kelk korter dan de bloempjes. RS.
De pluim is uitgebreid; de bloempakjes kpikkend.
PI. In vpóhtige zandige streken op zeer vele plaatsen
in ons land. ; ; * • »
F~ersch. (3. laatbloeijend, met regtstandige langwerpige
zamengedrongen .pluim, eironde paarschachtige , regtstandige
5-bloemige bloempakjes. VerM,
PL In de r duinen en drooge zandstreken van Waasdorp
Ti ij' VG'ravénhage. V erm. <#7. Pa