
 
        
         
		s r j .   «   f t - 
 yüA.  K   u  <^ ^ /h 
 /  /b^. 
 ■v^b/4  f " ; '  ^ ^ i i i 
 / 4 j^ A A -  /   >*  A 
 >f  ^ 3 k^ 
 y   ^   * b & 
 V ^ . J t - ^ -   J f ^ ' J   •/■   P ^ 
 PI.  In  sommige  slooten  onder  Wassenaar;  bij  Choxhorn.  
 m u l d e r .  Aan  de^ Haarlemmermeer  bij  Sloten.  R!  Bij  
 Haarlem  K,  Ii.!  Bij  Nijmegen.  B.  Bij  ’ s Gravenhage.  Z!  
 Op  verscheidene  plaatsen  bij  Amsterdam  aan  den  Am-  
 stel;  aan  den  weg  naar  Sloten  enz.  e e r g s m a   en  vH. 
 373.  kruipende  TÉater-Eppe,  met  nederliggende  wor—  
 telmakende  steng,  de  bladen  gevind,  de  blaadjes  
 rondachtig  hoekig-getand,  het  omwindsel  lancet-  
 vormig,  van  weinig  bladen,  s p r . 
 De  bloemscherm  is  gesteeld, bijna uit  den  wortel  
 voortkomend.  De  vruchten  rondachtig,  zamen-  
 gedrukt  en  gesleufd. 
 PI.  In  slooten  bij  Amsterdam  aan  den  weg  naar  Sloten.  
 BERGSMA  en  \H. 
 374.  knollige  TEatep-Eppe,  met  knolligen  kogelronden  
 wortel,  de  steng  rolrond  getakt,  de  bladen  twee-  
 werf-verdeeld,  de blaadjes lijnvormig fijnpuntig gaal-  
 ï-andig  gegroefd,  bijna  tweespletig,  het  omwindsel  
 veeibiadig  elsvormig.  s p r . 
 PI.  Bij  Loosduinen,  Monster,  de  Zandpoort  en  omtrent  
 Velsén  in  de  zaailanden.  G. 
 160.  S c h e e r l i n g .  De  vruchten  zijn  eirond,  vast,  m e t   
 vijf  stompe  ribjes,  de  nog  onrijpe  gekarteld,  de  vlakjes  
 geJi^lc*  Omwindsels  en  oniwmdselljes  aanwezig.  s p r * 
 375.  gevlekte  Scheerling,  met  geheel  onbehaarde  en  
 gevlekte  steng ,  dè,  ^bladen ^driewerf— gevind ,  met  
 lancetvormige  vindeelige  blaadjes,  de  slipjes  lancetvormig, 
   bijna  gaaf.  s p r . 
 PI.  Veel  aan  de  wegen,  aan  slootskanten  enz.  Ook  op  
 brakke  en  slechte  gronden. —  Geene  plant  is  gemeener  
 om  Amsterdam. 
 161.  L a v a s .  De  vruchten  eirond-langwerpig,  met  vijf  
 scherpe  ribjes,  de  vlakjes  gesleufd.  De  omwindsels  en  
 oniwmdseltjes  verschillend,  s p r . 
 376.  groote  Lavas,  met  eene  ro lronde   gestreepte  sten ",  
 de  bladen  d rievoudig  en  tw e ew e r f - v e r d e e ld ,  de  
 b la adjes  om geke e rd -e irond   w ig v o rm ig ,  in g e sn eden -  
 g e ta n d ,  g lanzend e   ,  bijna  lederach tig,  s p r . 
 De bloemen  zijn geelachtig.  Verscheidene  stengen  
 van  5  tot  7  voeten  hoog.  De  omwindsels  bestaan  
 U it  6-8  laneetvormige  vliezige  blaadjes,  even  als  de  
 kleinere  omwindseltjes,  teruggebogen.  De  zaden  
 een  weinig  krom,  met  drie  evenwijdige  sleuven,  
 aan  den  rand  een  weinig  vliezig,  s c h u l t e s ,  PI.