
 
        
         
		PI.  Bij  Harderwijk;  in  den Haarlemmerhout,  in  de  hooilanden  
 om Utrecht.  G.  In  Vriesland.  G.  Bij  Nijmegen.  
 B.  Op  verscheidene  plaatsen  in  Vriesland,  b.  v.  hij  
 Witmarsum  en  Arum.  mulder.  Bij  Baarn.  Vz.  In  het  
 Haagsche  boschen  in  het  Brakelbosch  bij Haarlem;  vH.  
 77.  ruwachtig  Gierstgras,  met  eenjarigen  wortel;  de  
 halm  naauw  een  voet  hoog, ruw, de  bladen (behalve  
 ,.&$t bovenste,  dat  zeer  kort is)  naauw;  duim  lang,-.  
 .  ééne  lijn. breed, -de  takken  der  naauw i§ duim groote  
 pluim  rcgtstaudig  bijeengeplaatst,  even  als  de  
 bloemspil,  ruw,  de bloemkroon korter  dan den kelk. 
 PI.  Bij  Katwijk  de  h a a k !  Op  de  duinen  bij  Overvcen  
 in  1820,  1.821,  1822.  vil.  ' 
 Aanm.  'Het  voorjaarsI Gierstgras RS.  verschilt  van  ons  
 ruwachtig  Gierstgras  door  . grooter  halm  en  bladen,  
 de  meeste  pluimtakken  wijdetaande,  de  karfblaadjes  
 meer  ruw,  korrelachtig  namelijk  op  het  géheéle  buitenvlak, 
   aan den top spitser bijna geheel gespitst.  Onze  exemplaren  
 van .het ruwachtig  Gierstgras  zijn  niet  geheelen-  
 al  ruw  op  halm  en  bladen,  daar  zij  in eenen  zeer  dorren  
 grond  en  in  de  schaduw  gegroeid  waren.  Men  zie  hier  
 over  verder  de  Flora  od'er  Botanische  Zeitung.  Re—  
 gensburg  i 8s 3  bl.  i 83t-i86  en  den  Recensent,  ook  der  
 Recensenten.  Julij  182.3  bl.  372-571. 
 3si  Baakdgras  De  kelk  2-bladig,, i-bloemigf  de kaf-  
 blaadjes  bijna  gelijk,  met  stompen  uitgerahden  top  ,  en  
 lange borstels ,  veel  langer  dan de  beide  kraakbeenachtige  
 klepjes.  Het  onderste'’ klepje  heeft  onder  den  gaven  
 (storafpen 5-tandigen pakZer)  top ,  eene  regte  korte  kruidachtige  
 borstel,  het  bovenste  -klepje 2-spletig-getand.  De  
 stempels  vlokkige  Het  zaad  ongesleufd.  De. pluim  ;zamen-  
 gedróngen ,  Mjtia  a'k-i'vëfimend.  RS. 
 ?  'jS.'Frans-ch  Saardgras-,-met  zamengedrongen  bijna  
 aarvormendë pluim, bijna zachtharige kafbiaadjes,  
 met- .ónbehaarden  -rand.  RS. 
 Versch.  (3 met  kleiner,  minder  verdeelde  pluim,  de  ‘kelk  
 bij  den  top  genaaid.  RS. 
 PI.  In  de  hoven en andere  bebouwde  gronden.  G.  In  eên  
 boschje  bij  Santhorst niet ver van  Wassenaar,  sixbij  vil. 
 33.  Struis