3gi. pluimvormend Limoenkruid, met eeue pluimvor-
mende rolronde bloemsteng, de bladen, aan den
rand golvende, langwerpig, onbehaard, stomp,
Van onderen gepunt, glad en ongenerfd. RS.
De bloemen zijn staalblaauw, met schutblaadjes.
PI. Overvloedig aan het zeestrand achter ’ sGravesande;
pp het Koegras op den weg naar de Helder; op de
Zeeuwsche schorren veel op het eiland van Terneuze."*','s 1.
G. Tusschen Harlingen en Djjkshoek in Vriesland. M.
Rij de Helder. E !
Versch. j3. onzeker. G.
F l. Aan den zwartewatersdijk bij Hasselt. G.
i? 3» V las. De kelk is blijvende , 5-deelig, Vijf bloembladen,
van nageltjes voorzien, De meeldraden aan den
voet een weinig zamengegroeid; vijf honigschubjes, met
de meeldraden afwisselende. De zaaddoos kogelrond,
gepunt, veelkleppig. De zaden eirond en zamengedrukt.DC.
# De bladen verspreid.
3g2. gewoon P la s , met eironde spitse 3-nervige kelkblaadjes
, de bloembladen gekarteld, de bladen
lancetvormig, de steng genoegzaam onverdeeld. RS.
De< kelkblaadjes zijn gespitst, onbehaard, met
vliezigen en een weinig gewimperden rand. De
zaaddoos gespitst RS.
PI. Onder de haver en garst op verscheidene plaatsen.
O. In Vriesland. M. Bij Nijmegen. B. Bij Arnhem en
Rheede op sommige plaatsen tusschen de bouwlanden. vH.
De bladen tegenovergesteld; de bloemen wit.
3g3. purgeer P la s , met omgekeerd eirond-lancetvor-
mige gaafrandige bladen, de steng van boven gegaffeld,
de bloembladen spits. RS.
PI. Op vochtige plaatsen langs den duinkant bij ’ sHage; * >
overvloedig tusschen Velsen en Beverwijk; ook in den
Salkerwaard bij Kampen. G. Bij Haarlem; in Gelderland
pp vochtige heidevelden; in Amfen. R. Bij den Wil-
denborch bij Zutphen. K. Maarsbergen bij Doorn.
dubots. Bij Franeker. bekgsma ! In den Aardenhout,
bij Velsen, Ovqrvccn en elders in vochtige duinvalleijen
Rij Haarlem, vH.
R 3 6. ife«-