
 
        
         
		De  kafblaadjes  zijn  zwartachtig - paarseh  met  
 lichtgeelen rand.  De  bloeijende  aar  lijnvormig,  met 3-4  bloempjes;  de  vruchtdragende  aar  langwerpig. 
 PI.  Bij  Nijmegen.  B ! 
 53.  yeelhalmige  B ie s ,  met  rolronden  halm,  aan  den  
 voet in eene scheede  besloten,  eironde eindelingsche  
 aar* stompe gelijke kafblaadjes, vezeligen wortel. RS. 
 Door  hare  houding komt  deze  soort het  naast  bij  
 de  gemeene  Waterbies,  waarvan  zij,  behalve  de  
 geslachtskenmerken  verschilt, door  haren  vezeligen  
 wortel,  stomper  kafblaadjes  en  inzonderheid  door  3  (niet  a)  stempels. 
 P i,  Op veengronden bij Nijmegen. B! deBildbij Utrecht. vH. 
 ##  Met  veelarigen  halm. 
 ?  54.  gepunte  B ie s ,  de  top  van  den  driekantigen  
 halm  waterpas  weggebogen,  bladlooze  schee-  
 denj,  zijdelingsche  ongesteelde  getropte  naakte  
 aartjes,  3  stempels,  vezeligen  wortel.  RS, 
 PI,  Te  Overmaas  langs  de  rivier.  Rainvilue  bij  G. 
 55,  matte  B ie s ,  met  rolronden  halm,  de  binnenste  
 of bovenste  scheeden in  een  kort  blad  uitloopende ,  
 eindelingsche tweewerfverdeelde bijscherm, gesteund  
 dooreen 2-4-bladig Omwindsel,  eironde  onbehaarde  
 aartjes ,  3-spletig  stijltje.  RS. 
 De kafblaadjes  zijn  uilgerand  gepunt  gewimperd,  
 roestkleurig.  Hot  stijltje  zelden  2-spletig. 
 PI.  Zeer  algemeen  aan  de  kanten  van  'rivieren,  meeren  
 en moerassen door  ons  geheele  land. 
 Versch.  (3  Met  kleiner  pluim.  —   G. 
 P/.  Aan  het  Spaarne  bij  het huis  te  Heemstede;  aan  de'*  Vecht en Maas,  G. 
 56»  oever