d. De 2aaddoos i-h o k k ig , 5-k le p p i " ; talrijke en zeer
kleine zaden, De bloembladen gaaf. —
Zandkruid.
4. V ij f s t a l i g e n.
I . V i j f zaaddoozen in iedere bloem. — Huislook.
I I . Slechts ééne zaaddoos in iedere bloem.
A. De zaaddoos 5 -h o k k ig , 5 -k an tig. De blaadjes
drievoudig. — Klaverzuring.
B . ----- >----— ï-h o k k ig . a. De k e lk 5-tandig. — Koekko cksbloem. b. — ------ 5-deelig.
aa. De bloembladen met nageltjes, en gaven
boord. — Bolderik,
bb» — ■— ■■■—— ■■ zonder nageltjes, a-spletig. —
Hoornbloem.
cc. — ----------------zonder nageltjes, gaaf. —•
Spurrie.
X T I E N H E LM I G E N .
ï. E e ns t i j lig e n %
2 o j . Stofzaad, De kelk is 4-bladig, gekleurd. Vier
bloembladen, lager dan het vruchtbeginsel, met de kelkblaadjes
afwisselend. Het vruchtbeginsel vrij, het stijltje
rolrond; de stempel schildvormig. De zaaddoos eirond-
langwerpig, met vier sleuven, 4-hokkig, 4-kleppig; zeer
vele en fijne zaadjes, vastgehecht op eenen 4 - kantigen
vruchtbodem in het midden der zaaddoos. DG. 4go. woekerend Stof.'zaad, de onbehaarde zijdelingsche
bloemen 8-helmig, de eindelingsche io-helmig. DC.
PI. In het dennenbosch bij Uilenpas in het graafschap
Zutphen. G. Op Roozendaal boven Arnhem. II! Op de
Veluwe. STAjtiBrVvRq^effcen. K. Aan het voetpad naar
Brederode buiten Haarlem. E! In een dennenbosch op
het zoogenaamde Schapenveld, te Bloemendaal boven
Haarlem. vH.
2o8. Boschbessen. De kelk boven het vruchtbeginsel