( . * « )
behaarde Kaardebol, de bladen gestoeld, met aaft-
hangseltjes, de bloemhoofdjes half-kogelrond ; de
omwindsels nedergebogen, even lang als het bloemhoofd.
ES.
jPI, Om Arnhem; ook buiten Naarden en Utrecht. G. Bij
Zeijst. C. Petif !
?4. Schurftkruid. De algemeene kelk is veelbladig; .
de bijzondere* ddbhelcl, boven het vruchtbeginsel. De
vruchtbodem stoppelig of naakt. P.
De bloemen zijn gétropt. De vrucbtbodem is vlokkig
in het akker Schuiftkruid.
180. moeras S ch u if tkruid, met 4 -splétige gelijke
bloemkroonljes, de steng eenvoudig, met elkandejr
naderende takken, de bladen lancetvormig-eirond,
de stengbladen een weinig getand; de bloemen bijna
kogelrond. «— De wortel als afgebeten. P.
Het wisselt af met blaauwe , witte e.n vleesch- *•
• kleurige bloempjes. De bladen zijn meestal gaaf,
zelden ingesneden. G.
PI. Bij Harderwijk e#l ’ s'Heeren-Loo; bij Arnhem- inde
duinvalleijen en velden bij ’ sHage, Brederode, Alkmaar,
Utrecht ; Haren buiten Groningen, enz. G. Op beicfS»*^
velden in Vriesland. 'M. Overal om Harderwijk; bij
Waverveen, E ! Bij Nijmegen. B. Bg Wageningen en
Driebergen. K. Bij Baarn. Vr. Bij de Bildnabij Utrecht;
te Brammen bij Zutphen. vH. Persch. (3. meer behaard. BAUii. G.
181. akker Schurftkruid, met 4-spletige als gestraalde'
bloempjes, de bladen vindeelig ingesneedeh, de
steng stekelharig’. P,
PI. Aan de kanten der akkers en zaailanden bij Zutphen,
Harderwijk, Zwol, Groningen; te Dartlmizen en
Leersum in de provincie Utrecht; in -de duinen bij
5s Hage, Velzen, (Noordwijk. vH.) Overveen enz. G.
Bij Nijmegen B. In het Spoel bij Kuilenburg en in de
geheéle Betuwe ; bg Breda en Bergen oj> Zoom. K. Bij.
Baarn. Vr. Te Katwijk. m u ld er ..
Persch. f3. onzeker, batih. — G.
182. duiven Schurftkruid, met 5-spletige als gestraalde
bloempjes, de Wortelbladen eirond en liérvormig,-
gekarteld; de stengbladen gevind, lijnvormig. P.
Pl. In Vriesland. M. Tussclien Kuilenburg en Everdingen.
K; Veel omtrent Nijmegen. vH. I 21 7Q*