PI, Veel aaii den zeekant bij Harderwijk; ook binnen
JsLands te Sehagen bij Alkmaar. G. In Vriesland
tusschen Harlingen en Roptazijl en elders aan de zeedijken,
M. Bij Muiderberg. R, In Zeeland, d u m g r t ie r .
In zandgronden aan de zeekusten van Noord- en Zuid-
Holland op verscheidene plaatsen. G. K. vH,
344, veld JZruisdisAel.,, met de w o r te lb laden b ijn a d r ie - '
v o u d ig , met 'yinspletige lo b b e n , eironde s lip p e n ,
de sten gb lad en g eo o rd , de steng p lu im maken d , de
omwindsels b ijn a g a a f lijn -lan c e tvo rm ig s te k e n d e ,
gro o te r dan de rondach tige b lo em h p o fd je s , e ls v o i -
mige sto p p e ls , s p r .
De hot eerst uit den grond komende bladen zijn
dikwijls gaaf, de volgende a-3-lobbig, en de andere
meer en meer ingesneden.
PI. Op zandige en eenigzins hooge gronden op vele
plaatsen door het gansche land,
i3g. B r e t jk k r u id . De bloemscherm kopvormend. Het
omwindsel van weinige bladen. De bloemen veelsiachtig.
De kelk blijvende. De vruchten* langwerpig , vast, ongeribd,
met haakvormige borstels o f weerhaakjes bedekt, sph .
345, Europeesch Breuhhruid, de onderste bladen
palmvormig, met 3-spietige ingesneden-gezaagde
lobben, de bloemen alle ongesteeld, s p r .
De wortelbladen meestal 7-lobbig, met borstel-
dragende zaagtandjes, sch o x t e s .
, P/.. Op schaduwachtige plaatsen “bij Engelenburg en ü i-
*• ‘ leppas in (ï.eJderland. G. / ^ • •
i4o. W a t e r n a v e e . De bloemschermen onvolmaakt. De
vruchten op de zaadnerf en den rug smal, de rug 3-
ribbig, met zamengedrukte zijden, rondachtig, de scbors
meestal netvormig-geaderd. De bladen rondachtig, drijvende.
SPR. 346, gemeene Water navel, met schildvormige schijf-
rondelobachtig-gekartelde.blademdebleemsehermen
kopvormig bijna 5-bloemig. s p r .
Pl. Op la g e v o ch tig e g ro n d e n , vo o ra l die des winters
onder water s ta a n , niet zeldzaam.
Do o r_