Pi
( m ')
aa'6. borstélvoYmig Fonteinkruid, met lancetvormige
tegenovergestelde gespitste bladen. P.
Pi. In den ouden IJssel op verscheidene plaatsen. G.
Aanm. Het is noodzakeiijk , dat men het moegelijke en
aan ons vaderland bijzonder eigen geslacht Fonteinkruid,
nog nader met de meeste zorg bij ons onderzoeke.
88. RupriA. Geen kelk noch bloemkroon. Vier ge-
steelde zaden, R.
227. zee Ruppia. L.
De houding der plant is als van het Fonteinkruid.
De bladen .zijn dïaadvormig. De aar bijna 4 bloe-
mig ; de vruchtbeginsels eirond , na de bevruchting
door hare eigene bloemsteeltjes opgeheven.
PI. Bij Katwijk aan zee in de slooten. l innaeus (h.CliffL 45o ) Ook binnen ’ slands. houttuin bij G. Jn Zeeland
dümortier. In brak water op verscheidene plaatsen
bij Amsterdam aan den IJ kant. bergsma en vH.
8g. V etmuur, De kelk 4-bladig. Vier bloembladen.
De zaaddoos 4-hokkig, 4-kleppig, veelzadig. P.
228. liggend Petmuur, met nederliggende onbehaarde
takken , zeer korte bloembladen. RS.
De kelkblaadjes zijn zeer stomp. De bloembladen
ontbreken somwijlen.
P l. Algemeen door het gansche land.
329. regtstandig P e’tmuur , metregtstandige genoegzaam
i-bloemi,ge stengt de kelkblaadjes spits, de bloemblaadjes
gaaf..’RS. '•
P l. In de weiden bij Sneek. r a in v il l e bij G.
go. Duizendgraan. De kelk veelspletig. Vier bloembladen.
De zaaddoos in den kelk besloten, 8-kleppig,
'8-hokkig. Eenzame zaden. P.
25o. allerkleinst Duizendgraan, met sterkgetakte
gègaffelde, steng. P.
P l. Op zandige plaatsen, .ook tusschen de steenen; bij
de steene kamer tusschen Harderwijk en’Nijkerk. G. In
Vriesland omtrent Garijp en Dragten. M. Tusschen
Poppen en Hengelo. Ehrhart. Bij Nijmegen. B. In
geheel Gelderland op vochtige zandige plaatsen. R ! Bij
Katwijk, mulder. Bij Arnhem, bergsma! Bij de Bild en
iDiiebergen nabij Utrecht. vH»
Aanm•