S't’ *6 Cr. A-t j /y ht
M . d - A a / A S u ^ r * - 2 -
f y CCA^-dr-^? ■ ■ y
X/. -2 ^ 3 . ^ A r .
t o t . 4 ^ - i ^ A ^ y . ^ - \
C k y ^ m ’V i/e ƒ • f ■ j f ^ > ‘j
X ^ x ^ , • t fÊ Ê Ë S * '
A c .
S/ó . A c . A . ^ • • '& _ ✓ a ^ L w
J & M Wr- ' S - ^ A J + A . y ^ . .
f f/ j z f ; a < . ! i ^ ‘ ^ ' ‘' ' j ^ ;/
’ ' /
X Afy-pi£
( 5 4 i )
3/J. Zeepkrttid. De k e l t is buisvormig, 5-tandig,
zonder schubjes aan den voet.- 5 Bloembladen, met nageltjes,
even lang als de kelk. De zaaddoos langwerpig,
ï-h o k k ig . DG.
5o7. gewoon Zeepkruid, met rolronde kelken, de bladen
eirond-lancetvormig. DC.
De bladen zijn donkergroen,
o f roodachtig, tuilvormende.
De bloemen wit
P l. Op vele plaatsen in zandgronden, aan dijken en op
hooge gronden.
V e r s c h . j3. en <y. v a n d e g o r t e r , z i j n m i j n o g o n z e k e r * '
5o8. breedbladig Zeepkruid ■, met piramidale 5-kantige
k e lk en , de bladen eirond gespitst en ongesteeld. P.
De bladen zijn blaauwachtig-groen, zeer breed
aan den voet. De bloemen kle in, rood van kleur.
P l. V e e l omtrent de stad Brielle en op Staalduin buiten
’ sHage, G. (n°. 5 4 i.)
su‘6. A n j e l ie r -. De k e lk is b u isvo rm ig , 5 - ta n d ig , met
a-4 teg en o ve rg es te ld e en over e lkand er lig g end e s ch u bb en
a an den voet. Y i j f b lo em b lad en , met nag eltjes e ven la n g
als de k e lk . De zaaddoos i - h o k k i g , ro lro n d , a an den
to p openb erstend. DC.
5og. duizen d sch o on A n j e l i e r , met getropte bosvor—
mende bloemen; de kelkschubben lancetvornjig
v lo k k ig , even lang als de buis. P.
P l. Op zandige weilanden bij Nijmegen. B. Tusschen
Deuven en Sevenaar. bergsma! Op onze grenzen niet
ver van den Eltenberg. s. scheltema !
5 io . kopvormende A n je lie r , met getropte kopvormende
bloemen, de .kelkschubben eirond stomp ongewapend,
langer dan de buis der bloemkroon. P.
P l. Op Zuideras in het graafschap Zutphen ; aan ‘ döh
berg bij Arnhem en elders. G. Op de kamp van het
Hazewold bij de Bronsbergen te Zutphen. ït. Bij Nijmegen.
B. Y e e l op de wallen van Utrecht. K. vH.
5 n . driehoekige A njelier, met eenzame b lo em en ,'d e
kelkschubben eirond-lancetvormig sp its, meest
twee in getal, de bladen stompachtig, eenigzins
za ch th arig, de bloembladen gekarteld, de onvruchtbare
stengen nederliggende. DC.
P l. Bij Zwol. E H R H A R T . R ! Bij Arnhem, ’ sHeeKfmbergi
Y 3 R!
JÉ
B H