
 
        
         
		Deze  plant  is  in alle  zijne deelen  kleiner,  dan  het  
 stekelig  Walstroo  en  vooral  zijn  ook  de  borstels  
 der  vrucht  kleiner. 
 PI.  Te  Overmaas  in  liet  koorn.  G?  Op  bouwlanden  bij  
 Utrecht.  vH. 
 78.  Gentianelee.  De  kelk  4-bladig.  De  bloemkroon 4-spletig,  met  kogelronde  buis.  De  zaaddoos  met  twee  
 sleuven,  a  hokjes  en  veel  zaden,  aan  den  top  openberstend; 
   de  hokjes  a-zadig.  P. 
 i"g5.  draadvormige  Gentiatielle,  met  eene  draadvormige' 
  'een  weinig  getakte  steng,  de  wortelbladen  
 bijna  rond,  de  stengbladen  elsvormig.  P. 
 [  ■  :  ■  %  
 PI.  Op  lage  heidegronden  op  deVeluwe  bij  Harderwijk,  
 bij  Yanenburg.  vG.  Op  de  heide  bij  Lochem  en  Wil-  
 denborch-  vG.  (Mss.)  Tusschen  Poppen  en  Hengelo en  
 tusschen  Zwolle  en  de  kieine  Haar.  Ehrhart.  Op  
 veenaéhtige [heidegronden  te  Groesbeek  bij  Nijmegen.  
 BS  Bij  Zutphen.  E! 
 ,75.  Weegbree.  De  kelk  4-spletig.  De  bloemkroon,  
 met  omgebogen’  boord.  De  meeldraden  zeer  lang.  De  
 zaaddoos  a^hokkig,  kringberstend.  P. 
 196.  groote  Weegbree,  met  eironde  7-nervige  gaafian-  
 dige  of  eenigzins  getande  bladen;  de  bloemsteng  
 naakt  rolrond,  de  aar  3o-4o-bloemig.  DC. 
 ** 
 PI.  Algemeen  door  het  geheele  land. 
 Versch.  |3.  onbehaard  en  kleiner,  bauh. 
 Versch.  v.  met  gegolfde,  getande  bladen. v iVRnn 
 PI.  Beide  verscheidenheden  in  ons  land  gevonden  door 
 E W R O I ) . 
 Versch.  groote  zee  Weegbree.,  bauh. 
 PI. Aan den zeekant bij Muiderberg, Amsterdam, Zandvoort, 
 op  hel  eiland  Wieringen  en  elders.  G. 
 197.  ruige  Weegbree,  met  eironde,  zachtharige  bladen,  
 langer  dan  de  bladsteel,  de  bloemsteng rolrond,  de  
 aar  kort,  rolrond,  de  helmdraden  licht  paarsch,  
 de  zaaddoos  2-4-zadig.  RS. 
 De helmdraden S-ihaal langer  dan de bloemkroon ,  
 da  helmknopjes  witachtig.