
 
        
         
		bladen  blaauwachtig-groen,  in  den  bloeitijd  verwijderd  
 ,  de onderste  afvallend.  De  bloemen  geel.  
 PI. ;Aan  den  (voet  der  bergen  langs den  Rhijn  bij  Doo-  
 renwaard.  v(r.  Op  de  wallen  van  Naarden.  R!  In  het  
 Oranjewoud  in Vriesland,  beucker andreae.  Bij  Zeijst.  
 van  diik  en  BERGsma!  Bij  Arnhem  en  Rheede;  aan  
 den voet  der  bergen  bij  Wageningen.  vH. 536.  steenminnend Huislook ,  met  verspreide  half-rol-  
 ronde  en  stompe  bladen,  met  vrijen  voet,  de  steng  
 getakt,  liggende,  de  bijscherm  driedeelig.  DC. 
 De  stengen  zijn  kleiner,  dan  bij  de  vorige  soort,  
 in  den bloeitijd  regtstandig.  De bloemen ongesteeld*,  
 in  eenen  bijna  driedeeligen  bij scherm,  de  bloembladen  
 en  kelkslippen  zeer  spits." 
 PI.  Bij  Wageningen  en  het  dorp  Oosterbeek  op  zandheuvels, 
   BERGSMA  !  Bij  Arnhem.-  vH. 
 537.  wit  TI uitlook,  met  verspreide  rolrondachtige langwerpige  
 stompe  openstaandè  bladen  ,  de  bijscherm  
 getakt.  DC.  y   4 a. 
 De  bloemen  zijn  gespeeld,  mèlkwit,  metpaarschfe  
 belmknopjes. 
 PI.  Op  oude  daken  en  muren.  Gr.  Bij  Nijmegen.  B.  Veel  
 aan  den  wal  bij  Winterswijk;  R.  Op  de  muren  te  
 Utrecht en  elders  buiten  de  stad.  K.  vH. 538.  scherpe Haislaok,  met  eirondachtige  aangegroeid-  
 ongesteelde  bultige, bijna regtstandi.ge, overhoeksche '■   
 bladen, de bijscherm driedeelig, de bloemen geel.DC., 
 PI.  Algemeen  'op  oude  muren,  daken  en  dorre  zonnige  
 plaatsen. 
 v  53o.  zeshantige  Huislooh,  met  bijna  drievoudige  rol-  
 rqndachtige stompe vleezige aangegroeid-ongesteelde  
 openstaaiade  bladen,,  de  bijscherm  driedeelig  be-  
 bladerd.  Sm.  • 
 De  houding  der  plant  is  als  van.de  vorige,  doch  
 zij  is  een  weinig  grooter.  De  bladen  bijna  rolrond,  
 en  niet  eirond,  meest  drievoudig,  in  eene  dubhelde  
 '  reeks  gerangschikt  en  dus  zesvoudig  over  elkander^  
 liggend.  De  bloemen  zijn  geel!'  Het  kruid  niet  
 . 'J  I  scherp  van  smaak.  Sm 
 PI.  Op  dorre  zandgronden  te Bruinmen  bij  Zutphen.  vH. 
 233.  Keaverzuring.  De  kelk  is  5-bladig.  Vijf  even  
 groote  bloembladen,  met  de  nageltjes  verbonden.  De  
 meeldraden ongelijk,  om  den anderen korter,  de  buitenste  
 aan  den  voet  zamengegroeid.  De  5-hokkige  zaaddoos 
 Z  z aan