
 
        
         
		?i  In  de  kolk  der  bloemkroon  vindt  men  heispoor  1/an  
 •  eenen vijfden  helmdraad. 
 28.  gewoon  Genadekruid,  met  lancetvormige  gezaagde  
 bladen,  gesteelde  bloemen.  P. 
 PI,  Overvloedig  aan de  dij ken  omtrent Gorinchem,  G.  In  
 den Bommelerwaard.  Verm. 
 10.  - V etblat».  .De  kelk  is  2-lippig,  5 -spletig.  Dé-  - ,   
 bloemkroon kaakvormig, gespoord. De zaaddoos 1 -bokkig, P. 
 heide  V etblcidmet  een  kegelvormig  bijna  regt  ho—  
 nigbakje,  zoo  lang  als  bet  bloemblad,  de  bovenlip  
 2-lobbig,  de  onderlip  3-deelig,  met  onbehaarde  
 bloemsteng.  RS. 
 PI.  Tusschen  Groenlo  en  Borkelo;  achter  Doetichem  in  
 het  buurschap  Brunsveld;  qp  de  Bakermarkt  en  bij  
 Zelkem in het graafschap Zutphen.  G,  ïusschen Poppen,  
 en  Hengel^.  E i i r i i a r t .   Zeer  menigvuldig  op  vochtige  
 yeenachtige  heigronden,  bij  Harderwijk,  Lochem,  bij  
 Zutphen ,  enz.  enz.  R ! 
 11.  Blaaskrpi.d.,  kelk  )s  2 —bladig,  gelijkvormig  
 i mét .gaafrahdigfe  blaadjes)  De  bloemkroon  kaakvormig,  
 gespoord.  De  zaaddoos  i-hokkig.  P. 30.  gemeen  Blaciskruid,  met  een  kegelvormig  honig— 
 bakje,  de  bovenlip  (der  bloemkroon)  gaaf,  gelijk  
 aan hetverhe;neite,inet gevind-veeldeelige bladen.RS. 
 De  steng  is  gegaffeld  De  bladen  wortelvormig  
 haar  slippen  haaryorinig,  met  in  de  oksels  geplaatste  
 ,  ongesteelde  blaadjes,  die  in  den  bloeitijd  
 met  lucht,,  voor  en  na  dien  tijd  met  water  gevuld  
 zijn,  waardoor  de  bloeijende  steng  zich  boven  het  
 Water verheft. 
 PI.  In  slooten enz.  bij Vorden in  het graafschap Zutphen;  
 buiten  Groningen.  G.  Buiten  Gorradijk  en  in  het Oranjewoud  
 in Yriesland.  M.  In  het  Stichten  bij Amersfoort;  
 bij  Breda.  K  Bij Lochem ,  in  klein  Dugteren,  bij  Swa,-  
 luwenburg  nabij  Elburg;  bij  den  Essenburg.  R!  Bij  .  
 Nijmegen .B.Bij Dalsem in  Overijssel,  beucker and r ea e. 
 Bij  Tiel.  j.  n yh o f f !  Bij  Utrecht  en  Yianen.  vil. 31.  klein  Blaciskruid,  met  een  gekield  honigbakje,  
 de  bovenlip  (der  bloemkroon)  uitgerand,  gelijk  
 aan  het  verhemelte,  de  bladen  3-deelig,  met  haar-  
 vormige  gegaffelde  slippen.  P. 
 Dezelve  is  veel  kleiner,  dan  het  gemeene  ..  
 Blaaskruid.  De  bladen  dragen  blaasjes.  De  keel  
 der  bloemkroon  is open,  het  honigbakje  zeer  kort. 
 PI.  In  het Meerveld  bij  Harderwijk.  R.  Bij  Velp.  Vermeulen  
 Achenbach,  in  leven  Med.  Stud.  te  Leiden  
 (medegedeeld door  den  heer  j. van  spijk  Vermeulen!) 
 B  3  '  yj.  Wolfs