y. De bloemkroon 2-spletig, De kafblaadjes mét lange
Sn ö
borstels. — Baardgras.
S . ------------------------------ — -------— ----- geknot met
eene punt. — Doddegras.
5 -------- I— .................................................. ongewapend.
act. De bloemkroon 'met haren ontgeven. — Riet.
f3|3- ------------------naakt. De kafblaadjes zamengedrukt.
— Struisgras.
y y . --------------------------- ------------- ——— 'buikig.
Gierstgras.
SS. —r ------ ----------------- Een beginsel van eene
tweede bloem.
. Het beginsel ongesteeld klepvormig. Kanariegras.
. —■ -----------gesteeld, draadvormig. Eene gevingerde
aar. — Hondstand.
c . --------------- - ■ ■ — ------- - Eene niet ge—
. vingerde aar. — Zandhalm.
C. Eene kelk. Een a-bloemig bloempakje. Yeelslach-
tige' bloertipjes.
«. Het bloempakje, als met een omwindsel, met a
of meer. borstels omgeven. — Naaldaar.
<3. — .......... ............naakt.
a. Eene gevingerde aar. Eene ï-kleppige bloemkroon
aan het onderste bloempje. — Vinger gr as.
b. Eene aar uit overhoeksche aartjes zamengesteld.
Eene 2-kleppige bloemkroon aan het onderste
.bloempje. — Egelgras.
c. Eene zamengestelde pluim. — Langg?-as.
D. Een3-bloemigbloempakje. Yeelslachtige bloempjes.
— Honiggras.
E. — 5- 7-bloemig----------- ------—..... !______ _
— Ruisriet.
F. — 2- of meer-bloemig bloempakje. Tweekunnige
bloempjes.
cc. Een omwindsel aan het bloempakje. — Eamgras.
f3. Geen- r— ---------— — — De bloemkroon
geheel ongewapend of gepunt.
cccc. De bloempjes alle volkomen.
«• De kafblaadjes langer dan de bloempjes.
— Kelkgras.
b. -— —------------ korter -------- — ____
Het bloempakje hartvormig-eirond.--- Triigras.
e. De kafblaadjes korter dan de bloempjes. Het
bloempakje lijnvormig of langwerpig.' —
Beemdgras,
f3f3. Som«