SLEUTEL, d er KLASSEN;
* Planten met zigtbare geslachtsdeelen. Zigtbaar-
bloedenden,.
I. Meeldraden en stamper in dezelfde bloem.
AA. —'ènoch onderling , noch met den stamper Vereenigd.
A. — omtrent even lang, verschillend in getal.
a. Eéne meeldraad. i Eenhelmigen ( i \
b. Twee meeldraden, a TWeehelmigen.
5 Driehelmigen. 4 Vierhelmigen. 5 Jïijf helmigen/i
61 Zfishelmigen.
7 Zevenheimigen.
8 Achthelmigen.
g Negenhelmigen.
c. Drie ■
d. Vier
e. Vijf ■
/• Zes.
g% Zeven
A. Acht
i. Negen
Tien
/. 11-19 ■
10 Ttènhelmigen.
11 Twaalfhelmigen.
/«. 20 of meerder meeldraden:, op den kelk ingeplant.
b.
12 Twintighelmigen.
n . .......... ... .......... meeldraden, . op den vruchtbodem ,
ingeplant, i 3 Veelhelmigen.
B. 4 of,6 meeldraden , 'waarvan2 korter dan de overigen.
a. 4 meeldraden. i 4‘ Tweemagtigen.
b. 6 ------- ----- i 5 Viermagtigen.
BB. Meeldraden of onderling, ofmet den stamper vereenigd.
a. Helmdraden in éénen bundel te.zamen gegroeid.
> ■ » t . A 16 Eenbroederigen.
-------- in twee'bundels te zamen gegroeid.
17 Tweebroederigen.
- c. Helmknópjes te zamengegroeid. 18 Zadmhelmigen.
d. Meeldraden met den stamper vereenigd.
19 Ilelrnstyligeu.
II. Meeldraden en stamper in verschillende bloemen.
a. Mannelijke en vrouwelijke bloemen ih dezelfde plant.
20 Eenhuizigen.
b. — ■------- — -----------—[---------- in verschillende
planten. 21 Tweehiitzigen.
** Planten met onzigtbare geslachtsdeelen, 22 Bedektbloei]
enden. Zie Deel II.
GE-
(]) Ik meende deze uitdmkking, van helmknopje (anlhera) afgeleid , te moeten verkiezen boven die van Eenmannigen j Tweemannigen , Manwijvigen, enz.
A 2