f a * / ■ /Ay .
y ~y ,
fa, A f a * . Au,,, 7— > >
' / f a x . } f t r / A ;
*^£—s •' ?
d o . A / U y . / / / . f fa fa fa *•
£"/ .•
Xy^>x.^-cp-t!2y77>
5 g. gewoon Kanciriegras, met Lijna aarvqrmende eironde
pluim (aar), gekielde aan den top gaafran-
dige kafblaadjes, een tweekleppig bloembeginsel (de
buitenste bloemkroon a-kleppig. Schb..} RS. (2)
PI. Langs de wegen , aan mesthoopen en op de stadswallen
\'an Arnhèm, Harderwijk, Naarden en andere
plaatsen. tG. Op alle de Wégen om Rotterdam haix-
• Wint.®. Om Amsterdam. Six. R. Om Leyden. K. Bij
’sGravenhage. Z. Bij Maassluis. Y ebm. Bij Vianen,
Utrecht enz. \IT.
go. rietachtig Kanariegras, met wijds taande getropte {duim, een penceelvormig bloembeginsel (uitwendige?
doemkroon sciiji.) , glanzende bloemkroon. RS. '
PI. Door pnsgeheele land, op vochtige plaatsen algemeèn.
Verjtch. ? 0. met wit en groen streepswijs geschakeerde
bladen.
PI. Bg de Bild op eene schaduwachtige plaats. vH.
Persch. y, onzeker. — Gï
3j Z andhalm. Ongelijke spitse kafblaadjes, langer
dan de bloempjes, dikwijls op den rug en de randen
behaard. De klepjes bijna kraakbeenig, het bovenste
uitgerand. Een gesteeld draadvormig bloembeginsel. Lancetvormige
gave onbehaarde honïgschübben. Vlokkige
stempels. Een ongesleufd zaad. Eene zamengestelde ro lronde
aar. RS.
91. Boehrjiers Zandhalm , met aarvormende rolronde
onbehaarde pluim (aar), lancetvormige st,ompe
bijpa gepunte ruwachlige kafblaadjes. ïfS.
PI, Aan den Haagschen weg nabij Lejden, MulDek.
y/i /ft, s/fa*-j!U ■ ***- . ...
/ / mt] '(j -frrfi. ///* >
92. lla i»
(2) Ik durf de eironde H azenstadrt (Laguras ovatus), door boerhaave vermeld, niet als eigen aan onze Noordelijke gewesten opgeven. In de Zuidelijke provinciën heeft Dreissen dezelve gevonden, Zie uujuorxier. t. a. pl. LI. i5T.
E 3