
 
        
         
		s J t . 
 'snA.  "fa*-* 
 /pa 
 f*   . / 2 T ;   Of  '/ / *  > - ' 
 r_  //^-<A^^*», ,  c//-^^‘- 
 # 
 ^ 4 '   ^ 
 WÊSm \ n i £ 
 j   I I   PP^I 
 < /?^9  ^ f / ü ^ r ^ ■ w?»  jfc 
 y r r ^ f .  ;  ^   7   • 
 / y ^ 
 ^ 2 ë t ^ y , 
 &=>■  *~ 's  %} s^M- tt rsll-t^/l ■ 6 
 -*‘51 .  t/'Z/frll 
 (   M   ) 
 K 
 P/.  Bij  Leyden.  mulder.  Bij Ddft.  verm.  1  Bij  's Graven-  
 hage.  Z! 
 ®d&  vierzijdige  B  aster dweder ik ,  met  1 a n c et vo r m ig%^»  
 onbehaarde  fijngetandö  bladen,  de  onderste tegenovergesteld, 
   de  steng 4-kantig  bijna  onbehaard,  de  
 Stempel  onverdeeld.  DC. 
 ■ De  steng  is  van boven  een  weinig  zachtharig.  De  
 bloemen  klein.  De  stempel  knodsvormig. 
 PI.  In  de  vochtige  duinvallei)en.  commelijn  bij  G.  In  
 Gelderland  en  bij  de  Jóure  in  Vriesland,  eergsma ! 
 Bij Haarlem.  E.  Bij  Amsterdam.  vH. 
 465.  moeras Basterdwederïk,  met de  bladen  tegenovergesteld  
 of overhoeksch ,  onbehaard,  lancetvormig ,  
 gaafrandig,  de  vrucht  zachtharig,  de  steng  rolrond  
 regtstandig , een  weinig  ruig, de  stempel onverdeeld  
 (lijnvormig.)  DC. 
 PI.  In  efe  Sijpel  bij  Harderwijk;  in  de  Nunspeeterbeek  
 tusschen Harderwijk  en  Elhtirg;  in  de  veenlanden  bij  
 Wildervank,  bij  Haren,  in  de  Pekelder  véenen,  en  
 elders  in  de  provincie  Groningen.  G.  In  de  hoven  
 tusschen  het  geboomte  op  vele  plaatsen  in  Vriesland." ^  
 M.  Bq  Nijmegen.  B.  Bq  ’sGravenhage.  Z.  Op  Vochtige  
 plaatsen  aan  den  Sloterweg,  bij  Amsterdam,  bergsma  
 en  vH. 
 ?  466.  alpische  Basterdwederïk,  met  de  bladen  onbehaard  
 stomp  eirond -  langwerpig  gaafrandi"  
 tegenovergesteld  een  weinig  glanzende,  de  
 steng  aan  den  voet  kruipende,  de, stempel  onverdeeld. 
   DC.  - 
 PI.  Aan  ruige  wallen  omtrent Baccaveen  en  Sijgerswolde  
 in  vriesland,  messe.  177. 
 aoo.  Ahorn.  De  kelk  is  5-deelig.  Vijf bloembladen. 
 De  meeldraden meestal  acht  in  getal.  Het vruchtbeginsel  
 2-iobbig;  dén  stijltje met  twee  gespitste  stempels*  Twee  
 aan den voet vereende  vleugelvruchten,  gevleugeld-vliezig,  
 i-hokkig,  1-2-zadig.DC.  0 
 467.  Eschdoorn  Ahorn,  met  5-lobbige  ongelijk-gezaagde  
 stompe  bladen,  de  bloemtrossen  hangende,  
 een  weinig  viltïg.  P. 
 Een  hooge  boom  met  tegenovergestelde  bladen ,  
 op  het  bovenvlak  donker  groen,  op  het  ondervlak  
 zeegroenacluig;  de  lobben  en  de  hoeken  spits. 
 PI.  Bui