De bladen zijn onbehaard. De bloemsteelen langer
dan de bladen, met schutblaadjes digt bij den top.
De bloemen blaauw. De vorm der bladen w is s^
zeer af.
Pl. In zandgronden op vele plaatsen.
398. groptbladig Viooltje, met regtstandigc steng,
even als de bladsteelen , driekantig; de bloemsteelen ,
die uit den wortel voortkomen , dragen onvruchtbare
bloemen met bloembladen; de steng-bloemsteelen
dragen vruchtbare bloemen zonder bloembladen ; de
steunblaadjes zijn lancetvormig verdroogend, de
bladen nier-hartvormig onbehaard gekarteld spits,
een weinig ineen gerold. RS.
De steng is een voet hoog. Dekbladen twee duim.
groot, de wortelbladen langgesteeld.
PI. In de bosschei bij Rheede boven Arnhem. vH.
299. berg Viooltje, met regtstandige steng, de bladen
hartvormig - langwerpig, de steunblaadjes aan de
eene zijde getand, de helmknopjes gescheiden. RS.
Pl. "Op de Mokerheide bij Malden. B.
300. bleeJcbloemig Viooltje, met opgaande rolronde
steng, de bladen eirond-lancetvormig, de steunblaadjes
ingesneden-gezaagd. RS.
De bladen zijn zeer lang-gesteeld, gekarteld,
onbehaard. De steunblaadjes diep-gezaagd, dikwijli^^
ingesneden-vindeelig, met aan den top klierachtige
zaagtandjes. De bloemsteelen zeer lang, somwijlen
* van 3 tot 4 duimen. De bloemkroon blaauwachtig-
wit of bleek-blaauw met paarsche aderen.
Pl. Op zandgronden bij Zeyst en de Bild. vH.
Versch. 0, met de bladen bijna even lang als de blad-
steeltjes, gelijk- en digt-getand, de steunblaadjes aan
weerskanten met 2 of 3 tandjes, enz. RS.
« Pl. In de duinen van Holland bij Camp. DC. t« a. pl.
Aanm. Deze soort is mij voor als nog twijfelachtig.
Ik heb deze lv e echter vo lg en s sch u et e s opgegeven,
ofschoon d e c a n d o e e e hier anders over denkt; hetgeen
niet aan mij staat om te b e s lis s en . Met