
 
        
         
		Pi.  Veelvuldig  op  schrale  duin-  en zandgronden  in Zuid-  
 ■  Holland,  het  Gooi,  Gelderland  enz.  vil.  In  Zeeland.  
 DUMoiiTir.n. 
 P'ersöh.  (3.  geschakeerd  van  kleur.  —   G. 
 PI.  In  de  duinen  niet  ver  van  Zandvoort.  G. 
 Versch.  y.  met  blaauwgroene  pluim,  zwavelkleurige  
 helmknopjes.  fa vro d . 
 PI.  Bij  Zandvoort.  F avrod.  .  - 
 60.  V lotgras.  Het  bloempakje  is  rolrond.  De  kelk  
 5 - 7 - bloemig ;  3  geknotte  kaf blaadjes,  korter  dan  de  
 bloempjes,  met  vliezige  doorschijnende  randen.  Het  onderste  
 klèpje  beknabbeld  of  veeltandig ,  gekield ,  het bovenste  
 2~spletig - getande  klepje  omvattend.  De  honig-  
 'VsVhub'ben  eenigzins  zamengegroeid ,  bijna  hartvormig., De  
 stempels  gevederd.  Het  zaad  gesleufd.  De  pluim  bqna 
 jeenvoudig.  RS.  t  _ 
 j43.  groot  Vlotgras,  met'  eene  eenzijdige  wqd  uitgespreide  
 pluim, de bloempqkjes lijnvormig aangedrukt  
 7-1 ï-bloemig,  de  bloempjes  stomp ,.gescheiden , 7-  
 nervig;  de wortel  kruipende ,  de  halm  dikwijls  tot  
 aan  de  pluim met  bladscheeden  bedekt.  RS. 
 PI.  Öp  vele  plaatsen  in  stilstaande  slooten  en  meeren. 
 61.  Knabbelgras.  De  kelk  is  2 - 5 -bloemig,  korter  
 dan  de  bloempjes,  even  als  liet  onderklepje,  eenigzins  
 geknot,  beknabbelcfgetatód-,  het bovenste kafblaadje bqna 
 3-spletig.  De  honigschubben  lancetvorimg.  Het  vruchtbeginsel  
 een  weinig  uitgerand.  De  stempels  bijna  kwast- ^  
 vormig.  Het  zaad  a-hoornig.  De  pluim  zamengesteld.  RS.  
 i45.  water Knabbelgras,  met  eene  uitgespreide  pluim,  
 stompe  kaf blaadjes,  de  bloempjes  langer  dan  den  
 kelk.  RS.  . 
 PI.  In  vochtige  bouw-  en  weilanden.  G.  Rij  Nijmegen.  
 B%  In  eenige Weilanden bij Leyden. mulder*  Te  K-atwijk  
 aan  het  Mallegat.  K.  Bij  ’ sGravenhage  in  weilanden.  
 Z.  Bq Haarlem en te Middachten bij Rheede in slooten. vil. 
 G  5  6a.  Lang