( 5 i i )
2, B r i e s t i j l i 'g e m»
Eén zaad dpor dijn blgvendpn k e lk bedekt. — Du izendknoop.
5 . P i e r s t i j l i g e n .
De kelk aan het vruchtbeginsel vastgehecht, 4 -5 -splctig.
Geene bloembladen. Eene bes. — Muskuskruid.
VIII. A C H T H E L M I GE N.
i. E en s t i jl ig e p,
ig8. Ox a g b a . De kelk is buisvormig, 4 -sp le tig , met
nedèrgeslagen afvallende slippen. Vier bloembladen o p ‘^
den k e lk ingeplant. De stempel 4-spletig. De zaaddoos
4-h okkig 4-k lep p ig , onder de’ bloem. De zaden naakt,
vastgehecht aan eenen 4-kantigen vruchtbodem, in der-
z el ver midden geplaatst. P.
4 5 8 . gele Onagra, met eirond - lancetvormige vlakke
bladen, de steng ruw-vlo k kig, de meeldraden korter
dan de gele bloemkroon. DC.
P I . Bij Dienden in de B e tuw e ; in de fortificatiën om
Z u tp h en ; op Uilenpas; buiten Arnhem, Harderwijken
in de duinen op vele plaatsen. G. Te Salk. R. Om
Nijmegen. B. Bij 's Gravenhage. Z. Maarsbergen bij
Doorn, d u bo is . Bij Haarlem en Heemstede; te Dieren
en Rheede boven Arnhem; bij Utrecht. vH. v ,
igg. B a s t e r d w e d e r i k . De k e lk isb u isvo rm ig ,4 -spletig.
Vie r bloembladen op den' k e lk ingeplant. De zaaddoos
langwe rp ig, 4-h o k k ig , 4 -k lep p ig , onder de bloemkroon.
De zaden gekuifd. —- De bloemen roodachtig. P.
45g. smalbladige Basterdwederik, met verspreide lijnlancetvormige
gaafrandige geaderde bladen, de
bloemen onregelmatig, bijna aarvormende, de
bloemsteeltjes in de oksels der schutblaadjes
geplaatst. DC.
De k e lk is gekleurd. De zaaddoos grijswit.
V 4 PI. Aan