Het verschilt van het wijdstaande Beemdgra^:
door eenen kruipenden wortel, meer schrale pluim*,
met korter takken, in den bloeitijd openstaande,
en zeer zelden wijd uitgespreid, vruchtdragende
zamengetrokken , en niet nedergebogen; door grooler
bloempakjes, met langer en spitser, doch niet
ingedeukte, klepjes.
PI. Bij Delfzijl; langs den Dollart; hij Franeker. raiyt-
Ville,! bij G. Aan het IJ bij Amsterdam, op sommige
plaatsen in het water zelve groeijend. vil.
ïiq . stijf Beemdgras , met eene tweerijig-eenzijdige za-
mengedrongene stijve en onbehaarde pluim, de
bloempakjes lijnvormig spits 5 s 11 - bloemig , de
bloempjes gescheiden, flaauw 5-nervig, de wortel
vezelig. RS.
PI. Op Staalduin aan den hoek van Holland, V eem. 1
go. Kelkgras. De kelk is 3- 5-bloemig, de kafblaadjes
gekield, langer dan de bloempjes. De klepjes 2-spletig.-.
getand; de onderste tusschen de tanden gepunt, met eene
dikke tandvormige punt. De schubben lancetvormig,
gaaf en onbehaard. Het vruchtbeginsel heeft eenen twee-
spletig van een wijkenden snavel. De stempels kwastvormig.
RS,
ïao. neder liggend Kelkgr as, met eene bijna eenvoudige
zamengetrokken schraalbloemige pluim, de bloempakjes
langwerpig-eirond 3 - 4 -bloemig, de kelk
bijna gelijk met de bloempjes, de bladscheeden en
bladen behaard, de worteleenigzjns kruipende. RS.
PI. Op zandige gronden tusschen Nijmegen en Hulsen ;
bij Franeker; in de duinen van Scheveningen. Rainamele!
Bij Nijmegen. B. In het Elzenbosch bij Waverveen. R!
Op Beekhuizen bij Arnhem in menigte; te Rheede en
hliddachten; omtrent Bieek en Groesbeek bij Nijmegen,
op hooge schrale gronden; bij de Bild. vil.
K.QELEB.14. 'De kelk a-bladig, d-5-bloemig, korter
dan de bloempjes. De bloemkroon 2-kleppig, het onder-
klepje met eenen borstel onder den gaven top, het bovenklepje
2-spletig. De stempels bijna gevederd, kwast vormig,
De pluim aarvormend, met bijeen geplaatste takken. RS.